Een stroomkring maken

H5  ELEKTRICITEIT
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5  ELEKTRICITEIT

Slide 1 - Tekstslide

practicum
proef 1 blz 157: geleiders en isolatoren
proef 2 blz 158: stroomsterkte meten
proef 3 blz 158: serieschakeling en parallelschakeling, met 2
                                   lampjes
Klaar?  Maak van 5.1  opdr. 1 t/m 10

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

Slide 3 - Tekstslide

5.1 Een stroomkring maken
Lesdoelen:
  1. Je kunt aangeven wat er nodig is voor een stroomkring.
  2. Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
  3. Je kunt een ampèremeter juist aflezen.

Slide 4 - Tekstslide

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 5 - Tekstslide

Functie onderdelen stroomkring
Batterij: levert  de elektrische energie
Snoeren: vervoeren de energie naar het lampje
Lampje: zet elektrische energie om in licht en warmte

Slide 6 - Tekstslide

Schakelaar

Slide 7 - Tekstslide

Gesloten stroomkring

Slide 8 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:


Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 

Slide 9 - Tekstslide

 wat is elektriciteit ?
In een stof zitten elektrische deeltjes.
Die willen altijd van de positieve pool naar de negatieve pool
Het aantal deeltjes dat voorbij komt in een bepaalde tijd noemen we stroomsterkte.

Slide 10 - Tekstslide

De stroomsterkte meten

Slide 11 - Tekstslide

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter.

Hoe ga je die aansluiten:
* grootste bereik eerst (anders kan het stuk gaan)
* de plus van de spanningsbron op de plus van de  
  ampèremeter.

Kijk goed op welk bereik je hebt aangesloten, dan aflezen.

Slide 12 - Tekstslide

Omreken ampère/milliampère
Het symbool van stroomsterkte: I 
De eenheid: A 

1 A = 1000 mA
1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Slide 13 - Tekstslide

Stroommeter (Amperemeter)

Slide 14 - Tekstslide

 Lees de ampèremeter af

Slide 15 - Tekstslide