MZ Comm 1.3 interculturele communicatie

Sociale Vaardigheden
1.3 Interculturele communicatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Sociale Vaardigheden
1.3 Interculturele communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Diversiteit
Diversiteit betekent: grote verscheidenheid. Diversiteit wil dus zeggen dat mensen verschillen in afkomst, in leeftijd, sekse, nationaliteit, seksuele geaardheid, religie, taalgebruik, enzovoort.

Meestal maak je gemakkelijker contact met mensen met wie je overeenkomsten hebt. Als iemand ongeveer dezelfde leeftijd heeft, hetzelfde opleidingsniveau heeft, uit dezelfde stad komt, dan is er vaak al snel een klik. Veel sneller dan wanneer je op veel punten van elkaar verschilt.

Slide 2 - Tekstslide

Interculturele communicatie
Interculturele communicatie betekent: de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.

Slide 3 - Tekstslide

Culturele diversiteit
Wanneer de cultuur van de groep niet past bij je eigen waarden en normen en gewoonten, levert dat een innerlijk conflict op.

Als beroepskracht MZ pas je je communicatie aan. 

De culturele identiteit is het bewustzijn dat samenhangt met de cultuur waarvan men deel uitmaakt en waaraan men gevoelens van trots en blijdschap (of schaamte en treurnis) ontleent.


Slide 4 - Tekstslide

Culturele diversiteit
Bij het begrip cultuur gaat het om:

* Alles wat door mensen is bedacht en gemaakt.
* De manier waarop mensen met elkaar omgaan.
* De manier waarop mensen over allerlei onderwerpen denken en oordelen.

In de maatschappelijke zorg wordt bij een leefgroep de groepscultuur zichtbaar wanneer er een nieuwkomer is.



Slide 5 - Tekstslide

Wat is diversiteit?
A
Diversiteit houdt in dat er verschillen tussen mensen zijn in de manier waarop ze met elkaar omgaan.
B
Diversiteit wil zeggen dat mensen verschillen in afkomst, leeftijd, sekse, nationaliteit, seksuele geaardheid, religie, taalgebruik, etc.
C
Diversiteit is het bewustzijn dat samenhangt met de gemeenschappelijk ervaren waarden en normen .
D
Diversiteit is het bewustzijn dat samenhangt met gedeelde gevoelens van trots en blijdschap.

Slide 6 - Quizvraag

Beeldvorming
Mensen delen hun sociale omgeving altijd in groepen in. Ze kijken daarbij naar beroep, woonplaats, sekse, religie, etniciteit, afkomst, taal en leeftijd.
Iedereen is lid van meerdere groepen tegelijk. Als vanzelf waarderen we onze sociale identiteit positief.
Vooroordelen kunnen die negatieve kijk op anderen nog versterken, met als gevolg dat de interculturele communicatie bemoeilijkt wordt. Om de eigen culturele identiteit te beschermen sluiten mensen zich af en staan ze niet open voor de ander.

Slide 7 - Tekstslide

Wat houdt culturele diversiteit in?
A: Verscheidenheid aan culturen die er bestaan in een land, regio of de wereld in zijn geheel. Het houdt dus in dat er (grote) verschillen tussen mensen zijn in de manier waarop ze met elkaar omgaan en over allerlei onderwerpen denken en oordelen.




B: Het bewustzijn dat samenhangt met de gemeenschappelijk ervaren waarden en normen en een gedeeld verleden, en tot gedeelde gevoelens van trots en blijdschap (of schaamte en treurnis) leidt.

Slide 8 - Tekstslide

Wat houdt culturele identiteit in?
A
Overeenkomsten in culturele achtergrond, verscheidenheid aan culturen die er bestaan in een land.
B
Overeenkomsten tussen mensen in de manier waarop ze met elkaar omgaan en over onderwerpen denken en oordelen.
C
Grote verscheidenheid. Mensen verschillen dus in afkomst, in leeftijd, sekse, nationaliteit, etc.
D
Gedeelde gevoelens van trots en blijdschap door een gemeenschappelijk verleden en waarden en normen.

Slide 9 - Quizvraag

Beeldvorming

Slide 10 - Tekstslide

Taalproblemen door anderstaligheid
Non-verbale communicatie (lijkt internationaal, maar dat is het niet!)
Visuele hulpmiddelen (tekeningen, plaatjes, foto’s of een video)
Tolk inzetten

Slide 11 - Tekstslide

(niet-) westerse cultuur
"De Nederlander" bestaat niet
Wel overeenkomsten door zelfde opvoeding, scholing, feestdagen, etc.
Nederlanders communiceren zeer direct. 

Slide 12 - Tekstslide

Cultuurverschillen tussen mensen
verschillen in religie/levensbeschouwing 
* 80% wereldwijd, maar in Nederland 53%
* geboden, waarden, normen
* demonen en ziekte


verschillen in gebruiken
* eten, drinken, cadeautjes, begroeten,....
* assertiviteit, openheid, gezichtsverlies, etc.


Slide 13 - Tekstslide

Cultuurverschillen tussen mensen
verschillen in normen en waarden
* Macht of gelijkheid
* Individu of groep
* Mannelijke of vrouwelijke cultuur
* Onzekerheidsvermijdend of niet
* Eer en schande



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Cultuurverschillen tussen mensen
verschillen in de betekenis en wijze van communiceren.
* de inhoud staat centraal: het gaat om het bericht
* Nederlanders communiceren rechtstreeks



Slide 16 - Tekstslide

Verschillen in religie/levensbeschouwing
Levensbeschouwing = visie op het leven: het gaat om een samenhangend geheel van opvattingen over wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden.

In het werken met cliënten is het belangrijk de levensbeschouwing van cliënten te respecteren en ze zelf antwoorden te laten formuleren op levensvragen en zijnsvragen. 

Slide 17 - Tekstslide

communicatie met mensen uit een andere cultuur
Spreek in korte zinnen en gebruik eenvoudige woorden. 

Ga niet zelf ook krom praten. En harder praten heeft ook geen zin!
Bekijk je eigen cultuur af en toe door de ogen van een buitenstaander. Realiseer je dat jouw waardeoordeel over de cultuur van de ander is ingegeven door je eigen culturele achtergrond.
Vriendelijkheid en een glimlach in de omgang met anderen werken vrijwel altijd positief.
Neem geen betuttelende en kleinerende houding aan.















Slide 18 - Tekstslide

Religie in Nederland
Wereldwijd: 80% rekent zich tot een religie
Nederland: 53% is godsdienstig 

Het hebben van een andere religie betekent dat er andere regels en andere waarden en normen zijn waaraan men zich dient te houden. 

Slide 19 - Tekstslide

communicatie met mensen uit een andere cultuur
Stel concrete vragen (wat, wanneer, hoe) ( dus: wanneer heb je dat gedaan?)
Stel je vragen op een vriendelijke, niet-aanvallende toon. 
Heb een open, belangstellende houding. 
Ga nooit uit van vanzelfsprekendheden.
Wees bedacht op analfabetisme en laaggeletterdheid. 
Vermijd dat iemand in aanwezigheid van anderen gezichtsverlies lijdt. 
Tot slot: je hoeft niet altijd over alles een mening te hebben. 














Slide 20 - Tekstslide

communicatie met mensen uit een andere cultuur
Houd er rekening mee dat gebaren een andere betekenis kunnen hebben. Vervang of ondersteun gebaren dus zo veel mogelijk door woorden.
Probeer bepaalde handelingen voor te doen. 
Wees voorzichtig met humor: humor is cultuurgebonden. 
Wees erop bedacht dat er in andere culturen een andere betekenis kan worden toegekend aan ‘oogcontact’ en aanraakcontact.
Vermijd vragen naar ‘het waarom’: dit houdt vaak een waardeoordeel of verwijt in. 















Slide 21 - Tekstslide

Beetje bescheidenheid wordt gewaardeerd, opscheppen hoort niet.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 22 - Quizvraag

De relatie staat centraal.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 23 - Quizvraag

De inhoud staat centraal.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 24 - Quizvraag

Feedback en kritiek uit men rechtstreeks.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 25 - Quizvraag

Indirecte en niet-rechtstreekse manier van communiceren.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 26 - Quizvraag

Machtsafstand is klein, er is weinig te merken van hiërarchie in bijvoorbeeld organisaties.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 27 - Quizvraag

Oogcontact kan een probleem zijn.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 28 - Quizvraag

Rechtstreekse manier van communiceren wordt ervaren als aanval op de eigen eer.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 29 - Quizvraag

Rechtstreekse vragen leiden tot rechtstreekse antwoorden.
A
Nederlandse cultuur
B
Andere cultuur

Slide 30 - Quizvraag

De Drie Stappen Methode van Pinto
Stap 1. Leer je eigen waarden en normen kennen. Die zijn cultuurgebonden. Je krijgt dan inzicht in de zaken die in jouw cultuur belangrijk zijn en in de gedragsregels die daarbij horen.
Stap 2. Leer de normen en waarden van ‘de ander’ kennen. Ook die zijn cultuurgebonden. Let erop dat je uitgaat van feiten en niet van vooroordelen.
Stap 3. Bepaal hoe je met de verschillen in normen en waarden omgaat. Bepaal ook waar jouw grenzen liggen. Welke aanpassingen ben jij bereid te doen? Welk gedrag accepteer je wel van de ander en welk gedrag niet?

Slide 31 - Tekstslide