Lezen 1.3 les 1 en 2

Boekpromotie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Boekpromotie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen paragraaf 1.3
  • Herhalen leesstrategie en tekstverbanden
  • Herhalen tekstdoelen, -soorten en -vormen
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 3 - Tekstslide

Waaraan kun je een alinea herkennen? 1 antwoord klopt niet.
Dat is antwoord: ....
A
Tekstblokje van twee of meer zinnen.
B
Tekstgedeelte dat over 1 onderwerp gaat.
C
Er staat een witregel tussen alinea's.
D
De laatste zin van de alinea loopt niet door.

Slide 4 - Quizvraag

Aan welke woorden kun je het tekstverband tussen zinnen/alinea's herkennen?

Slide 5 - Open vraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: omdat?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
concluderend

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: met andere woorden?
A
opsommend
B
tegenstellend
C
tijdsvolgorde
D
uitleggend

Slide 7 - Quizvraag

Welke vier leesstrategieën ken je?

Slide 8 - Open vraag

Waarnaar kijk je in een tekst als je het onderwerp wilt bepalen?
A
Tussenkopjes Inleiding
B
Plaatjes Titel
C
Titel Inleiding
D
Titel Tussenkopjes

Slide 9 - Quizvraag

Hoe is een alinea meestal niet opgebouwd?
A
Kernzin als eerste zin, uitleg erna.
B
Kernzin als tweede zin, uitleg erna.
C
Kernzin als laatste zin, uitleg ervoor.
D
Kernzin als middelste zin, uitleg voor en na.

Slide 10 - Quizvraag

Welke tekstdoelen ken je nog?
De schrijver wil je...

Slide 11 - Open vraag

In welke tekstsoort zijn argumenten erg belangrijk?
A
informatieve teksten
B
betogende teksten
C
activerende teksten
D
amuserende teksten

Slide 12 - Quizvraag

Wist je nog veel van de theorie van vorig jaar?
weinig
neutraal
veel

Slide 13 - Poll

Keuze
A
Ik ga zelf aan de slag met de weektaak.
B
Ik doe mee met de klassikale uitleg.

Slide 14 - Quizvraag

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 9: toepassen op tekst 1
Opdracht 8 maken we niet.
Opdracht 10, 12, 14 tot en met 17: tekstvormen/doelen/soorten

Slide 15 - Tekstslide

Verkennend lezen (p. 22)
Vanaf nu ook elke eerste zin van alle alinea's.

Slide 16 - Tekstslide

Nauwkeurig lezen (p. 231)






Onderwerp, tekstsoort, tekstdoel, opbouw, bron/schrijver.

Slide 17 - Tekstslide

Tekstverband/signaalwoorden (p.23)

Een goede tekst heeft logische samenhang.
Er is verband/relatie tussen woorden, zinnen, alinea's.
Verschillende soorten tekstverbanden.

Signaalwoord helpt je het soort tekstverband te herkennen.

Slide 18 - Tekstslide

Nieuw: vergelijkend tekstverband
Gebruik: als je personen/dingen wilt vergelijken.

Signaalwoorden: net als, zoals, evenals

Evenals mijn moeder houdt mijn vader van appeltaart.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

Slide 19 - Tekstslide

Tekstdoel, -soort en tekstvorm (p. 26)






Tekstdoel is altijd een werkwoord. De schrijver wil ...
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren
de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek

Slide 20 - Tekstslide

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 9: toepassen op tekst 1
Opdracht 8 maken we niet.
Opdracht 10, 12, 14 tot en met 17: tekstvormen/doelen/soorten

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Slide 22 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen paragraaf 1.3
  • Deel twee theorie 1.3
  • Aan de slag
  • Aandachtspunten weektaak
  • Toets bespreken
Les 2

Slide 23 - Tekstslide

1.3 lezen (p. 21)
Herhalen:
  • leesstrategieën
  • herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
  • benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • herkennen titels en benoemen onderwerp
  • benoemen hoofdgedachte

Slide 24 - Tekstslide

Titel(s) en onderwerp (p. 26)
De titel (kop) staat bovenaan de tekst.
De titel geeft vaak een aanwijzing over het onderwerp.
In kranten of tijdschriften: vaak een ondertitel of boventitel

Het onderwerp vind je vaak in de titel
en in de eerste alinea. Dit geef je 
weer in steekwoorden.

Slide 25 - Tekstslide

Hoofdgedachte (p. 27)
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 26 - Tekstslide

Werkmoment = weektaak
  • Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
  • Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.
  • Stel je vragen.
Opdracht 2 tot en met 4: leesstrategie en tekstverband
Opdracht 5 tot en met 9: toepassen op tekst 1
Opdracht 8 maken we niet.
Opdracht 10, 12, 14 tot en met 17: tekstvormen/doelen/soorten

Klaar? 
Oefentekst in studiewijzer.

Slide 27 - Tekstslide

Aandachtspunten weektaak
Hoe ver ben je met de weektaak?

Heb je het nagekeken?

Begreep je waarom antwoorden anders moesten zijn?

Verzamel je vragen voor de eerste les volgende week.

Slide 28 - Tekstslide

Toets bespreken


  • Vraag over de toets?         * ervoor. 
  • Bij ophalen van de toets, kun je de vraag stellen. 
  • Toetsen moeten dus weer terug.

Slide 29 - Tekstslide