Lezen 2.3 les 1 tot en met 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leg klaar

• je leesboek (vergeten => pak een boek van de kast)
• je leerwerkboek/schrift open bij pagina 24 

iPad en telefoon in je tas

Planning

• Leerdoelen paragraaf 1.3 - huiswerkvragen
• Opstarten 2.3
• Aan de slag
• Afsluiting van de les

Les 1

1.3 lezen (p. 21) Vragen?

• leesstrategieën
• herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
• benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
• herkennen titels en benoemen onderwerp
• benoemen hoofdgedachte

2.3 lezen (p. 98)

Doel: week 49 toets lezen 1.3 en 2.3, daarna schrijftaak

• Soorten informatieve teksten
• Herkennen soorten interviewverslagen
• Functies inleiding en slot
• Samenvattend tekstverband herkennen

Tekstsoort: informatieve tekst

Informatieve tekst (p. 98)

Soorten feitelijke informatie:

1. Beschrijving van iets wat echt gebeurd is.
2. Informatie over dingen die in werkelijkheid bestaan.
3. Kennis door waarneming/onderzoek verkregen.
4. Uitleg die je kunt uitvoeren.

Beschrijving echt gebeurde gebeurtenissen

Informatie over dingen die echt bestaan

Tekstvorm

Nieuwsbericht

Tekstvorm

schoolboektekst

Kennis door waarneming / of onderzoek verkregen

Uitleg die je kunt uitvoeren

Tekstvorm

wetenschappelijk artikel

Tekstvorm

recept

Werkmoment = weektaak

• Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
• Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Les 1: 2 tot en met 5

Les 2: 6 tot en met 10

Les 3: 11 tot en met 16 (vraag 15 niet)

Keuze boek doorgegeven via link Magister?

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Planning

• Vragen tot nu toe?
  
• 2.3 theorie deel 2
• Aan de slag
• Afsluiting van de les

Les 2

Vragen tot nu toe?

2.3: opdrachten 2 tot en met 5.

2.3 lezen (p. 98)

Doel: week 49 toets lezen 1.3 en 2.3, daarna schrijftaak

• Soorten informatieve teksten
• Herkennen soorten interviewverslagen
• Functies inleiding en slot
• Samenvattend tekstverband herkennen

Tekstopbouw: inleiding (p. 101)

- aandacht trekken 

- het onderwerp benoemen of omschrijven

- de aanleiding noemen

- de centrale vraag stellen 

- een mening geven

- een samenvatting geven 

Tekstopbouw: slot (p. 101)

- conclusie

- samenvatting

- advies

Overzicht signaalwoorden op pagina 242.

Nieuw tekstverband (p. 102)

• Samenvattend tekstverband vind je vaak in het slot van een tekst of aan het einde van een tekstdeel.
• De schrijver vat samen wat hij ervoor heeft gezegd.

Signaalwoorden die hierop wijzen: 

kortom, om kort te gaan, samenvattend, al met al.

Werkmoment = weektaak

• Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
• Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Les 1: 2 tot en met 5

Les 2: 6 tot en met 10

Les 3: 11 tot en met 16 (vraag 15 niet)

Vraag 13 in duo's. Lees tekst 2 en markeer alle signaalwoorden.

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Planning

• Herhalen theorie lezen 1.3 met quizje
  
• Vragen tot nu toe?
• Aan de slag
• Afsluiting van de les

Les 3

1.3 lezen (p. 21)

• leesstrategieën
• herkennen tekstverbanden (en 1 nieuwe)
• benoemen tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
• herkennen titels en benoemen onderwerp
• benoemen hoofdgedachte

De signaalwoorden 'net als' en 'zoals' horen bij een ..... tekstverband.

1. opsommend
2. redengevend
3. vergelijkend
4. samenvattend

De signaalwoorden 'omdat' en 'namelijk' horen bij een ..... tekstverband.

1. opsommend
2. redengevend
3. vergelijkend
4. samenvattend

Een tijdsvolgorde tekstverband
helpt je om ...

1. te zien hoe laat het is.
2. zaken op een tijdlijn te zetten.

Een redengevend tekstverband
helpt je om ...

1. reden en gevolg te vinden.
2. om zaken met elkaar te vergelijken.

Een reclamefolder is
een ........ tekst.

1. informatieve
2. betogende
3. activerende
4. amuserende

Een interviewverslag is
een ........ tekst.

1. informatieve
2. betogende
3. activerende
4. amuserende

Een hoofdgedachte van een informatieve tekst bestaat uit:

1. feitelijke informatie.
2. mening (+ argument).

Vragen tot nu toe?

2.3: opdracht 6 tot en met 10.

Tekst 2 pagina 103

• signaalwoorden onderstrepen
• moeilijke woorden
• Welk soort feitelijke informatie? (p. 98) 

Werkmoment = weektaak

• Maak de opdrachten in je werkboek/schrift.
• Kijk zelf na, verbeter met een andere kleur.

Les 1: 2 tot en met 5

Les 2: 6 tot en met 10

Les 3: 11 tot en met 16 (vraag 15 niet)

Vraag 13 in duo's. 

Maak als je alles af hebt.

Afsluiten van de les

Hoe ver ben je met de weektaak?

Heb je het nagekeken?

Begreep je waarom antwoorden anders moesten zijn?

Verzamel je vragen voor de eerste les volgende week.