friese taal

inhoud:
  • wêr leit Fryslân? En wat is de haadstêd?
  • Fragen oer FyslIan
  • Wurden
  •  Sinnen
  • Account lessonup
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FryskMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

inhoud:
  • wêr leit Fryslân? En wat is de haadstêd?
  • Fragen oer FyslIan
  • Wurden
  •  Sinnen
  • Account lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Provincies van Nederland
Noord-Holland
Zeeland
Overijssel
Groningen
Gelderland
Friesland
Flevoland
Noord-Brabant
Zuid-Holland
Limburg
Drenthe
Utrecht

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is de Haadstêd fan Fryslân?

Slide 3 - Open vraag

Fragen:
1. Wat is dyn taal fan it hert?
2. Wat is dyn memmetaal?
3. Wat taal/talen prate jim thús?
4. Wat taal/talen wurdt der op it wurk sprutsen?
5. Werom is Frysk in taal?

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

hoefolle letters hat it Fryske alfabet?

Slide 7 - Open vraag

hat Fryslân eigen sporten?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Wat talen hawwe deselde oarsprong as it Frysk?

Slide 9 - Open vraag

is Fries in Friesland een schoolvak?
A
Nee
B
Ja

Slide 10 - Quizvraag

welke twee letters missen in het Friese alfabet?

Slide 11 - Open vraag

Frysk yn 'e iepenbiere romte
Wat is de vertaling?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Fryske wurden

Slide 14 - Tekstslide

Oant moarn
A
doei
B
tot ziens
C
tot morgen
D
fijne dag nog

Slide 15 - Quizvraag

‘t ken net.
A
het kan net
B
ik ken dat pas net
C
het kan niet
D
dit is net nieuw

Slide 16 - Quizvraag

bolle
A
bloem
B
stier
C
dopper
D
brood

Slide 17 - Quizvraag

harkje
A
hark
B
tuinieren
C
gehoorapparaat
D
luisteren

Slide 18 - Quizvraag

kaai
A
sleutel
B
kaas
C
kraai
D
prullenbak

Slide 19 - Quizvraag

njoer
A
hoer
B
juf
C
boos
D
streng

Slide 20 - Quizvraag

skonk
A
stinkdier
B
been
C
zonnebril
D
plastic

Slide 21 - Quizvraag

wiet
A
jonko
B
nat
C
water
D
gras

Slide 22 - Quizvraag

nea
A
nooit
B
nieuw
C
noord
D
neus

Slide 23 - Quizvraag

bylje
A
billen
B
boeken
C
blowen
D
blaffen

Slide 24 - Quizvraag

boer
A
boer (als in mens)
B
scheetje
C
boer (als in boeren)
D
zeep

Slide 25 - Quizvraag

Friese zinnen raden:

Slide 26 - Tekstslide

de sinne skynt hjoed.
A
ik weet het niet.
B
een mooi zonne hoedje.
C
de zon schijnt vandaag.
D
de sommen zijn allemaal goed.

Slide 27 - Quizvraag

wolst in gleske oranje
A
wil je een glaasje sinaasappelsap
B
de dresscode is oranje
C
wil je een glaasje ranja
D
een knakworst is typisch nederlands

Slide 28 - Quizvraag

hjoed is it tiisdei
A
ik ben mijn hoedje kwijt
B
het is vandaag dinsdag
C
hoe is het met jullie
D
ik weet het niet

Slide 29 - Quizvraag

Ik fiel my as in koekje
A
ik heb zin in een koekje
B
ik heb mijn koekje laten vallen
C
ik werd aangevallen door een koekje
D
ik weet het niet

Slide 30 - Quizvraag

wit net.
A
mijn moeder eet een wit broodje.
B
ik rijd in een witte auto.
C
het net is wit.
D
ik weet het niet.

Slide 31 - Quizvraag

Opdracht 1
Meitsje in plattegrûn fan dyn wurk.
Fertel yn 6 sinnen wat oer dyn staazje.
Lear de provînsjes en haadstêden fan Nederlân

Slide 32 - Tekstslide

Maak een screenshot van je plattegrond en voeg die hier toe
Meitsje in screenshot fan de plattegrûn en set die hjir ûnder
Fertel ek wat oer dyn wurk / staazje.
Meist Frysker.nl gebrûke!

Slide 33 - Open vraag

De ein

Slide 34 - Tekstslide