Voedselrelaties M4
1 / 37
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sleep de woorden naar de juiste plaatjes
Leefgemeenschap
Individu
Ecosysteem
Populatie
Biotoop
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is juist?
A
In een voedselketen wijzen de pijlen van de jager naar de prooi
B
In een voedselketen wijzen de pijlen van de prooi naar de jager
Slide 3 - Quizvraag
Wat is juist?
A
De biotoop zijn alle abiotische factoren in een ecosysteem
B
De biotoop zijn alle biotische factoren in een ecosysteem
C
Het ecosysteem zijn alle abiotische factoren in een biotoop
D
Het ecosysteem zijn alle biotische factoren in een biotoop
Slide 4 - Quizvraag
Alle soorten organismen in een ecosysteem noemen we:
A
Leefgemeenschap
B
Populatie
C
Samenleving
D
Cultuur
Slide 5 - Quizvraag
Tot de samenleving van een ecosysteem behoren ook de bacteriën
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Hoe zit een piramide eruit waarbij een grasveld door drie koeien worden begraasd, welke door 200 mensen worden opgegeten?
A
Mensen: smal
Koeien: breed
Gras: breedst
B
Mensen: breedst
Koeien: smal
Gras: breed
C
Mensen: smal
Koeien: breedst
Gras: breed
D
Mensen: breed
Koeien: smal
Gras: breedst
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat biomassa is en hoe het komt dat de lagere schakels meer biomassa bevatten dan de hogere.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
welke processen vinden plaats in heterotrofe organismen?
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 15 - Quizvraag
welke processen vinden plaats in autotrofe organismen?
A
Fotosynthese
B
Verbranding
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 16 - Quizvraag
Mensen zijn:
A
Autotroof
B
Heterotroof
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Sleep de blauwe woorden naar de rode vakken
Sterven
Fotosynthese
Anorganische stoffen
Opeten
Afbreken
Slide 19 - Sleepvraag
1. Hoe heet het proces waarbij organische stoffen worden gemaakt?
2. hoe heet het proces waarbij ze worden afgebroken?
2. hoe heet het proces waarbij ze worden afgebroken?
A
1 = assimilatie
2 = dissimilatie
B
1 = dissimilatie
2 = assimilatie
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Producenten maken van energie-arme stoffen nieuwe, energierijke stoffen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Sleep de woorden naar de juiste gebieden in de voedselpiramide
Consumensen van de 2e orde
Consumenten van de 1e orde
Consumenten van de 3e orde
Producent
Slide 25 - Sleepvraag
Het vliegend hert eet vermolmd hout. Wat is juist?
Hij is...
Hij is...
A
Consument van de 1e orde
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 3e orde
D
Producent
Slide 26 - Quizvraag
Het vliegend hert eet vermolmd hout. Wat is juist?
Hij is...
Hij is...
A
Autotroof
B
Heterotroof
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Sleep de juiste woorden naar de juiste plaatjes. Let op: woorden en plaatjes kunnen vaker gebruikt worden.
Autotroof
Heterotroof
Reducent
Consument
Producent
Slide 29 - Sleepvraag
Welke uitspraak geldt alleen voor reducenten?
A
Ze eten resten van organismen
B
Ze zetten resten om in organische stoffen
C
Ze zetten resten om in anorganische stoffen
D
Het zijn insecten, aaseters, bacteriën en schimmels
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Door fotosynthese ontstaat biomassa
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Door verbranding verdwijnt biomassa
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Bij de consumenten is de biomassa hoger dan bij de producenten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Je kunt aan de plaats in de voedselketen zien of een dier een consument van de 1e orde is of hoger.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Voedselketens bestaan altijd alleen maar uit heterotrofe organismen
A
Juist
B
Onjuist
