WOORDENSCHAT 01
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
geoorloofd
A
toegestaan
B
geprezen
C
geoormerkt
Slide 2 - Quizvraag
glimp
A
ring
B
vluchtige indruk
C
worm
Slide 3 - Quizvraag
meedogenloos
A
zonde
B
zonder medelijden
C
zonder bestuur
Slide 4 - Quizvraag
hachje
A
stulpje
B
lage heg
C
leven, lichaam
Slide 5 - Quizvraag
benijden
A
zitten naast iets of iemand
B
jaloers zijn op
C
plat maken
Slide 6 - Quizvraag
routine
A
routebeschrijving
B
verdovingsmiddel
C
ervaring
Slide 7 - Quizvraag
kannibaal
A
menseneter
B
berg stro
C
rumoer
Slide 8 - Quizvraag
feilloos
A
zonder fouten
B
heel diep
C
glad
Slide 9 - Quizvraag
barbaars
A
arm
B
van de kapper
C
ruw
Slide 10 - Quizvraag
parallel
A
evenwijdig
B
harde klap
C
parachutist
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
aftands
A
ver weg
B
afgetakeld
C
afgehandeld
Slide 13 - Quizvraag
besognes
A
gelegenheid
B
tevredenheid
C
bezigheid
Slide 14 - Quizvraag
charitatief
A
een charme-offensief uitvoeren
B
de liefdadigheid beoefenend
C
een chartervlucht uitvoeren
Slide 15 - Quizvraag
dedain
A
minachting
B
voorlichting
C
afwachting
Slide 16 - Quizvraag
electoraat
A
alle uitgebrachte stemmen
B
het totaal aan partijen
C
de gezamenlijke kiezers
Slide 17 - Quizvraag
fiducie
A
verwondering
B
vertrouwen
C
verontwaardiging
Slide 18 - Quizvraag
gezwind
A
vlug, snel
B
kort, bondig
C
angst, beven
Slide 19 - Quizvraag
hermetisch
A
compleet verkeerd
B
complete chaos
C
compleet dicht
Slide 20 - Quizvraag
illuster
A
beroemd
B
wanhopig
C
getekend
Slide 21 - Quizvraag
klandizie
A
bescherming tegen muggen
B
klanten
C
vertegenwoordigers
