Spijsvertering

Gezond eten / Spijsvertering
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Gezond eten / Spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

de reis van voedsel door het lichaam

Slide 2 - Tekstslide

van mond                                 
                                               tot kont

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij van de spijsvertering?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat betekent spijsvertering?
A
Voedsel kauwen
B
De dunne darm
C
Voedsel klein maken
D
De maag

Slide 6 - Quizvraag

waar begint de spijsvertering
A
winkel
B
mond
C
maag
D
slokdarm

Slide 7 - Quizvraag

hoe lang duurt de gemiddelde spijsvertering
A
10 minuten
B
een half uur
C
10 uur
D
24 uur

Slide 8 - Quizvraag

wat gebeurt er in de slokdarm?
A
worden uitwerpselen gemaakt
B
voedsel wordt naar de maag geduwd
C
voedsel wordt gekauwd
D
voedsel wordt opgenomen door het bloed

Slide 9 - Quizvraag

Waar zorgen de voedingsstoffen voor in je lijf?
Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermstoffen
Energie
Groeien
Beschermen tegen ziektes

Slide 10 - Sleepvraag

IN MOND, MAAG EN DARMEN WORDT HET VOEDSEL KLEIN GEMAAKT DOOR ENZYMEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 11 - Quizvraag

GOED KAUWEN IS NIET ZO BELANGRIJK
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 12 - Quizvraag

IN DE DIKKE DARM WORDT HET VOEDSEL EEN TIJDJE OPGESLAGEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quizvraag

MAAGSAP KAN BACTERIËN DODEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quizvraag

IN DE DUNNE DARM WORDEN DE VOEDINGSSTOFFEN OPGENOMEN IN HET BLOED
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

de dunne darm is
A
50 cm
B
1 meter
C
2 meter
D
5 meter

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

ELKE DAG GENOEG ETEN UIT ELK VAK VAN DE SCHIJF VAN VIJF IS GOED VOOR JE
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 20 - Quizvraag

JE MOET ELKE DAG HETZELFDE ETEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quizvraag

JE MAG ELKE DAG IETS ONGEZONDS ETEN ZOALS CHIPS EN GROTE KOEKEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 22 - Quizvraag

JE MAG WEL SNOEPEN MAAR NEEM IETS KLEINS, EEN KLEIN KOEKJE OF SNOEPJE
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 23 - Quizvraag

HET MAKEN VAN VLEESPRODUCTEN KOST VEEL ENERGIE EN IS SLECHT VOOR HET MILIEU
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 24 - Quizvraag

Wat kun je in plaats van vlees eten?

Slide 25 - Open vraag

opdracht
zet de volgende onderdelen in de juiste volgorde

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

endeldarm
mond
dikke darm
alvleesklier
maag
Ster/ anus
slokdarm
dunne darm



Slide 29 - Tekstslide

Noem 1 ding wat je hebt geleerd van deze les.

Slide 30 - Open vraag