Week 4 - Hoofdstuk 5

Bestuurs- en Staatsrecht 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 2,4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bestuurs- en Staatsrecht 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 4 - Hoofdstuk 5
OP DE PLANNING VANDAAG: 
Hoofdstuk 5: 
  • procedure totstandkoming beschikking 
  • algemene beginselen van behoorlijk bestuur
  • opdrachten/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5 - besluitvorming
Afgelopen weken stilgestaan bij de verschillende soorten besluiten (beschikkingen en besluiten van algemene strekking). 

Vandaag staan we wat langer stil bij de totstandkoming van een besluit/beschikking. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totstandkoming beschikking 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Aanvraag van een beschikking
Vaak is het aanvragen van de beschikking het startpunt tot het nemen van een besluit. Art. 1:3 lid 3 Awb zegt hierover het volgende: 

''Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen.''

Bij het aanvragen van een beschikking, dient met een aantal zaken rekening te worden gehouden.. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Aanvraag van een beschikking
  • Hoofdregel: aanvraag wordt ingediend bij het bestuursorgaan, dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen (art. 4:1 Awb)
  • Eventueel gebruik maken van formulier (art. 4:4 Awb)
  • De aanvraag wordt ondertekend en bevat de volgende info (art. 4:2 Awb): 
         - naam + adres aanvrager
         - datum aanvraag
         - een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd
        - de aanvrager verschaft de nodige info/stukken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onvolledige aanvraag
Wanneer een burger bij het aanvragen van de beschikking niet aan alle voorwaarden heeft voldaan, dan mag het B.O. de aanvraag niet zomaar naast zich neer leggen. Zie art. 4:5 lid 1 Awb. 

Het B.O. kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, maar alleen wanneer de aanvrager eerst de kans heeft gehad om de aanvraag aan te vullen binnen een door het B.O. gestelde termijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ismail vraagt een vergunning aan voor het houden van een rommelmarkt op Kingsday in Gulpen. Hij dient de aanvraag in namens driesportverenigingen. Ismail vermeldt zijn eigen naam en adres in de aanvraag. Hij ondertekent de aanvraag, vermeldt de datum van de aanvraag en geeft aan dat het evenement in de Voorstraat wordt gehouden. Waarom voldoet de aanvraag niet aan de eisen die de Awb aan een aanvraag stelt? (zie art. 4:2 Awb)

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet Bibob

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet Bibob
Kan worden ingezet wanneer overheid vermoedt dat een beschikking wordt gebruikt om strafbare feiten te plegen (a-grond) of daar voordeel uit te halen (b-grond). Dit kan reden zijn om een beschikking te weigeren of in te trekken.

Naast eigen onderzoek kan een B.O. het Landelijk Bureau Bibob vragen om advies. Op basis daarvan wordt een definitief besluit genomen.  Er zijn drie mogelijke adviezen: 

  • Er is sprake van een ernstige mate van gevaar         
  • Er is sprake van een mindere mate van gevaar
  • Er is geen sprake van gevaar

Slide 10 - Tekstslide

De wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de wet Bibob ?
A
Bestuursorganen een instrument geven om het faciliteren van criminele activiteiten te voorkomen.
B
Bestuursorganen de bevoegdheid geven om criminele activiteiten te bestraffen.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies





Horen van de aanvrager (4:7 Awb): 
  • bij (gedeeltelijke) afwijzing; en 
  • de beslissing wordt gebaseerd op gegevens die afwijken van de gegevens die door de aanvrager zijn verstrekt.

  • voorbeeld: aanvrager toevoeging die zelf (inkomens)gegevens heeft verstrekt hoeft niet te te worden gehoord als op basis van die gegevens toevoeging wordt afgewezen. 





Horen van belanghebbenden (4:8 Awb): 
  • indien deze naar verwachting bedenkingen zal hebben bij de desbetreffende beschikking 

  • voorbeeld: omwonenden bij het afgeven van een evenementenvergunning i.v.m. geluidsoverlast)
                           2. Hoorplicht

Bij het opstellen van een beschikking moet rekening worden gehouden met de hoorplicht.

Slide 13 - Tekstslide

ABRvS, 27-12-2018, nr. 201806459/1/A2
toevoegingszaak 
Uitzonderingen hoorplicht (art. 4:11 Awb)
In sommige gevallen kan de hoorplicht achterwege blijven, namelijk wanneer: 
  • sprake is van spoed

  • de aanvrager/belanghebbende eerder de gelegenheid heeft gehad om zijn mening kenbaar te maken en er sindsdien geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn. 

  • het doel van de beschikking alleen kan worden bereikt, wanneer de belanghebbende niet van te voren op de hoogte wordt gesteld van het besluit. 

  • Ook bij financiële beschikkingen (bijv. belastingaanslag) is er geen hoorplicht (art. 4:12 Awb). 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Beslistermijn 
Basisregel (art. 4:13 Awb) is max. 8 weken. Máár... bijzondere wet gaat voor algemene wet. Het B.O. kan de termijn eventueel verlengen op grond van art. 4:14 Awb). Wanneer het B.O. zich niet houdt aan de beslistermijn, dan dient de aanvragen een ingebrekestelling te sturen. 

Doet het B.O. dat niet, dan recht op: 
  • Dwangsom  (als B.O. écht helemaal niets van zich heeft laten horen); en/of
  • Beroep (je stapt naar de rechter) (zie art. 7:1 lid 1 sub f Awb én art. 8:55d lid 1 Awb). 

Soms volgt bij het niet tijdig beslissen automatisch een positieve beschikking. In dat geval krijg je waar je om had gevraagd. Kan alleen wanneer dit in bijzondere wet is bepaald. art. 4:20a Awb.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Vreemdelingenwet 2000 noemt geen beslistermijn voor de afhandeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning. Welke termijn geldt op grond van de Awb in dat geval?
A
Zie artikel 4:13 lid 1 en 2 Awb. Binnen een redelijke termijn, dus max zes weken na ontvangst van de aanvraag.
B
Zie artikel 4:13 lid 1 en 2 Awb. Binnen een redelijke termijn, dus max acht weken na ontvangst van de aanvraag.
C
Zie artikel 4:11 lid 1 en 2 Awb. Binnen een redelijke termijn, dus max zes weken na ontvangst van de aanvraag.
D
Zie artikel 4:11 lid 1 en 2 Awb. Binnen een redelijke termijn, dus max acht weken na ontvangst van de aanvraag.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Bekendmaking 
Als het besluit eenmaal is genomen, wordt de aanvrager/belanghebbende geïnformeerd. Pas daarna treedt het besluit in werking (art. 3:40 Awb). 

Bekendmaking gebeurt door (art. 3:41 Awb): 
  • toezending/overhandiging (lid 1)
  • Indien dit niet mogelijk is, dan op een andere geschikte wijze. Bijvoorbeeld publicatie in de krant (lid 2). 



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uniforme openbare voorbereidingsprocedure
Wanneer er sprake is van een grote groep belanghebbenden, dan moeten zij in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen. Bijv. bestemmingsplan. 

In dat geval gebruik maken van uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Voordat een besluit wordt genomen, wordt het ontwerp besluit ter inzage gelegd zodat belanghebbenden daarop kunnen reageren. Pas daarna wordt het definitieve besluit genomen(art. 3:10 - 3:18 Awb).

  • Beslistermijn is 6 maanden (art. 3:18 Awb). 
  • Tegelijk of zo spoedig mogelijk na bekendmaking, wordt ook mededeling van het besluit gedaan aan degenen die bij de voorbereiding hun zienswijzen naar voren hebben gebracht (art. 3:43 Awb)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Intrekken/wijzigen beschikking 
Voor een groot aantal beschikkingen kent de Awb géén regels voor het intrekken/wijzigen daarvan. Eigenlijk alleen voor subsidieregelingen (art. 4:48 - 4:50 Awb). Regels voor intrekken/wijzigen komen met name voort uit algemene beginselen van behoorlijk bestuur (komen later deze les aan bod). 

Rekening dient te worden gehouden met het onderscheid tussen het intrekken van: 
  • een belastende beschikking            kan worden ingetrokken, wanneer belangen van derden zich daar niet tegen verzetten);  en 
  • een begunstigende beschikking           kan o.a. worden ingetrokken wanneer beslissing is genomen op basis van onjuist/onvolledige gegevens of als sanctie. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Intrekken/wijzigen beschikking 
Bij het intrekken van een begunstigende beschikking kan men kiezen voor twee opties: 
  1. Terugnemen: er is sprake van terugwerkende kracht. Kan zéér ingrijpend zijn. Wordt voor gekozen als iemand bijv. opzettelijk verkeerde informatie heeft verstrekt bij aanvraag uitkering. 
  2. Opzeggen: Heeft alleen gevolgen voor de toekomst. Bijv. intrekken terrasvergunning houdt in dat vanaf dat moment geen terras meer mag worden geplaatst. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursorganen moeten zich bij het uitvoeren van hun bestuurstaak houden aan de algemene regels van de Awb en aan de bijzondere regels uit de bijzondere wetten. 

Belangrijk onderdeel van deze algemene regels zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb). Soort spelregels voor de overheid. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Komen voort uit de jurisprudentie 
  • Tegenwoordig opgenomen in de wet (Awb)
  • Bestuursorgaan bestuurstaak goed uitgevoerd?
  • Voldoende rekening gehouden met de belangen van de burger?
  • Besluit in strijd met beginsel(en)? Vernietigbaar 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. formele zorgvuldigheidsbeginsel
  • Onderzoek alvorens besluit
  • Bestuursorgaan moet op de hoogte zijn van alle feiten 
  • Welke belangen (en van wie) spelen een rol? (actief op onderzoek uitgaan)

Artikel 3:2 Awb: Bij een voorbereiding van een besluit vergaart het bestuursorgaan de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strijd met zorgvuldigheidsbeginsel
De gemeente Eindhoven weigert een aangevraagde parkeervergunning, omdat de straat te druk is. In werkelijkheid komen er slechts 4 auto's per uur door. 

Waarom is dit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel?



Slide 26 - Tekstslide

O.g.v. artikel 3:2 Awb moet de overheid een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming. In dit geval heeft de gemeente aldus geen zorgvuldig onderzoek gedaan naar de feiten en belangen. 
2. Fair play - beginsel
Bestaat uit meerdere onderdelen:
  • Het bestuursorgaan moet de burger met een open vizier tegemoet treden;
  • Burger moet open en eerlijk worden behandeld;
  • Ambtenaar die eigenbelang heeft bij een besluit, mag niet bij besluitvorming worden betrokken
  • art. 2:4 lid 2 Awb

Slide 27 - Tekstslide

Open en eerlijk behandelen = geen mogelijkheid ontnemen om voor eigen rechten op te komen. bijv. geen info achterhouden als burger om info vraagt over een bepaalde zaak. 
Bedenk een hypothetisch voorbeeld van schending van het fair play beginsel.

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Motiveringsbeginsel
Wanneer een bestuursorgaan een beslissing neemt, moet het bestuursorgaan uitleggen waarom het een bepaald besluit heeft genomen. art. 3:46 Awb

- feiten moeten kloppen
- motivering te allen tijde logisch en begrijpelijk dient te zijn. Een motivering moet daarom feitelijk juist zijn.

Artikel 3:46 Awb: Een besluit dient te berusten op een deugdelijke motivering. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld waarbij de overheid in strijd handelt met het motiveringsbeginsel.

Slide 30 - Open vraag

De overheid waardeert de bouwgrond, maar houdt de taxaties achterwege waardoor 
4. Formeel rechtszekerheidsbeginsel 
Heeft als doel dat burgers weten waar ze aan toe zijn. Een besluit moet daarom: 

  • duidelijk en ondubbelzinnig zijn. 
  • op de voorgeschreven manier bekend worden gemaakt.  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Gelijkheidsbeginsel
Een bestuursorgaan moet burgers in gelijke gevallen gelijk/hetzelfde behandelen. 

Artikel 1 Grondwet

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld waarbij de overheid in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel.

Slide 33 - Open vraag

De ene buur krijgt wél een bouwvergunning en de buurman met een vrijwel identieke woning niet. 
Materiële beginselen 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Verbod van détournement de pouvoir
Zoals we hebben geleerd, voert ieder bestuursorgaan een bestuurstaak uit. Om dat te doen, krijgt een bestuursorgaan bepaalde bevoegdheden. 

Bestuursorgaan mag deze bevoegdheden alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze bevoegdheid is gegeven. Zie artikel 3:3 Awb. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: misbruik van bevoegdheid
De gemeente weigert een nieuw café een drank- en horecavergunning te verlenen met als reden dat andere cafés in het dorp dan minder omzet maken. 

= misbruik van bevoegdheid, want de gemeente heeft de bevoegdheid om een dergelijke vergunning af te geven zodat zij het drankgebruik onder controle houden, maar NIET om andere ondernemers te beschermen tegen concurrentie.               dus in strijd met verbod van détournement de pouvoir.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Vertrouwensbeginsel
Ook wel het 'beginsel van de opgewekte verwachting'. Het gaat erom welke verwachtingen een bestuursorgaan schept en dat je op die verwachtingen mag vertrouwen als burger. 

Let op: het vertrouwensbeginsel heeft geen wettelijke grondslag! Ondanks dat moet een bestuursorgaan zich toch aan dat beginsel houden. 


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld vertrouwensbeginsel
Stel je hebt een vergunningsaanvraag ingediend en je wil weten wat de status is. Je belt vervolgens naar de wethouder en hij/zij zegt dat je gegarandeerd de vergunning krijgt, maar dat ze een achterstand hebben en je nog even moet wachten. 

Als dan vervolgens blijkt dat je de vergunning niet krijgt, heeft het gemeentebestuur in strijd gehandeld met het vertrouwensbeginsel. 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8. Rechtszekerheidsbeginsel
Een bestuursorgaan mag niet zo maar op zijn eerder genomen besluit terugkomen en deze bijvoorbeeld ongedaan maken. Burger moet kunnen bouwen op overheid.

- lijkt op het vertrouwensbeginsel
- verschil: vertrouwensbeginsel voor besluit, rechtszekerheidsbeginsel na besluit

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg rechtszekerheidsbeginsel
Geen wettelijke grondslag
Overheid wel verplicht zich aan dit beginsel te houden

Voorbeeld: de gemeente verleent een subsidie voor de organisatie van Koningsdag. Een maand voor Koningsdag laat de gemeente weten toch niets te betalen. Dit is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. Materiële zorgvuldigheidsbeginsel
Inhoudelijk moet een zorgvuldig besluit worden genomen (omvat drie a.b.b.b.):
1) belangenafweging (art. 3:4 lid 1 Awb) alle belangen tegen elkaar worden afgewogen
2) evenredigheid (art. 3:4 lid 2 Awb) nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zwaar wegen in verhouding tot het doel waarvoor het is genomen
3) verbod van willekeur (art.3:4 lid 2 Awb) als een bestuursorgaan in redelijkheid niet tot een bepaald besluit had kunnen komen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg verbod van willekeur
In sommige gevallen heeft bestuursorgaan vrijheid bij uitoefenen bestuurstaken > eigen beleid maken.

Dit beleid wordt niet getoetst door de rechter. 
Betekent dit dan ook geen controle?

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg verbod van willekeur
  • De rechter toetst eigen beleid niet, controleert wel. 
  • Controle of eigen beleid wordt toegepast. 
  • Zo niet > strijd met verbod van willekeur! 


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld verbod van willekeur:
De gemeente wijst een subsidieaanvraag van een sportvereniging af, terwijl deze aanvraag wel verleend had moeten worden op grond van het eigen gemaakt beleid.

Dat mag dus niet. 
Vrijheid voor eigen beleid, maar dan ook volgen eigen beleid. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen???
Opdrachten/Huiswerk: 

H5 opdracht 7 en 8 


Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies