Ontwikkelingsstimuleren periode 4 les 1

Ontwikkeling bij kinderen
Vak: Ontwikkeling stimuleren
Opdracht: B1-K1-W3 bereidt de uitvoeren van activiteiten voor.



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontwikkeling bij kinderen
Vak: Ontwikkeling stimuleren
Opdracht: B1-K1-W3 bereidt de uitvoeren van activiteiten voor.



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Ontwikkelings- en risicofactoren
  • Ontwikkelfasen
  • Ontwikkelingsgebieden
  • Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij
het woord 'ontwikkeling'?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. De student kan aan het einde van de les drie verschillende manieren van ontwikkelen uitleggen;
  2.  De student kan aan het einde van de les de ontwikkelfase van een baby, peuter, kleuter, jonger en ouder schoolkind benoemen;
  3. De student heeft aan het van de les, doormiddel van een presentatie, uit kunnen leggen wat de ontwikkelgebieden inhouden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling
Er is sprake van een langzame en duurzame verandering;

Mensen ontwikkelen zich op drie manieren:
  1. Door te groeien: lichamelijke/fysieke groei;
  2. Door te leren: verwerken van theoretische, praktische en sociale kennis;
  3. Door rijping: volgorde waarin de ontwikkeling zich voordoet. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zowel de aanleg als de omgeving hebben invloed op de ontwikkeling. Wat houdt het begrip nature in?

Slide 6 - Open vraag

Nature (interen factoren)
Aangeboren, biologische factoren die bij de geboorte al aanwezig zijn. Dit is niet of moeilijk te veranderen.
Zowel de aanleg als de omgeving hebben invloed op de ontwikkeling.
Wat houdt het begrip nurture in?

Slide 7 - Open vraag

Nurture (externe factoren)
Dit zijn de omgevings- en ervaringsfactoren van buitenaf.
bijv: opvoeding, fysieke omgeving, ingrijpende gebeurtenissen of ervaringen
Ontwikkelingsfactoren
  • Fysieke omgeving;
  • Leefomstandigheden;
  • Opvoeding;
  • Verzorging. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicofactoren bij de ontwikkeling
  • Kindfactoren;
  • Ouder- of gezinsfactoren;
  • Omgevingsfactoren. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkelfase van een baby is:
A
0 tot 3 jaar
B
0 tot 1,5 jaar
C
0 tot 2 jaar
D
0 tot 1 jaar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkelfase van een peuter is:
A
2 tot 4 jaar
B
1,5 tot 4 jaar
C
1 tot 4 jaar
D
3 tot 4 jaar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkelfase van een kleuter is:
A
4 tot 7 jaar
B
4 tot 6 jaar
C
4 tot 5 jaar
D
4 tot 8 jaar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkelfase van een jonger schoolkind is:
A
8 tot 10 jaar
B
6 tot 10 jaar
C
5 tot 12 jaar
D
6 tot 12 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ontwikkelfase van een ouder schoolkind is:
A
12 tot 14 jaar
B
10 tot 14 jaar
C
12 tot 16 jaar
D
10 tot 12 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsgebieden
  1. Cognitieve ontwikkeling;
  2. Sensomotorische ontwikkeling;
  3. Sociaal-emotionele ontwikkeling;
  4. Creatief-expressieve ontwikkeling;
  5. Taalontwikkeling. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Wat?: Ga in groepjes onderzoeken wat bij de ontwikkeling van de ontwikkelfase past. Je krijgt per groep een ontwikkelgebied aangewezen. Je gaat onderzoeken wat het kind in dit ontwikkelgebied meemaakt. Je gaat de volgende levensfase onderzoeken: baby, peuter, kleuter en schoolkind. Dit ga je daarna kort presenteren. 
Hoe?: Je gaat de vijf bovenstaande ontwikkelgebieden onderzoeken. Dit doe je alleen over de ontwikkelfase dat je van mij krijgt. Onderzoek per ontwikkelgebied wat het kind doet.
Hulp?: Boek: pedagogisch werk: basisboek en internet.
Tijd?: 10 minuten
Uitkomst?: Korte presentatie over één ontwikkelgebied en vier levensfasen. 
Klaar?: Bedenk 2 activiteiten dat je zou kunnen doen met deze leeftijd. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik lesdoelen
  1. De student kan aan het einde van de les drie verschillende manieren van ontwikkelen uitleggen;
  2.  De student kan aan het einde van de les de ontwikkelfase van een baby, peuter, kleuter, jonger en ouder schoolkind benoemen;
  3. De student heeft aan het einde van de les, doormiddel van een presentatie, uit kunnen leggen wat de ontwikkelgebieden inhouden.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies