Onderzoek m&m's

Onderzoeken
  • Onderzoeksvraag opstellen
  • Onderzoeksprocoes doorlopen
  • Onderzoeken = leuk! 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onderzoeken
  • Onderzoeksvraag opstellen
  • Onderzoeksprocoes doorlopen
  • Onderzoeken = leuk! 

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoeken of opzoeken?
  • Onderzoeksvraag: 
vraag/nieuwsgierigheid --> antwoord/kennis

  • Opzoekvraag: 
waar je het antwoord op google of in je lesboek kunt vinden (feiten)

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel partjes heeft een sinaasappel?
A
Onderzoeksvraag
B
Ontwerpvraag
C
Opzoekvraag

Slide 3 - Quizvraag

Waar komt de sinaasappel vandaan?
A
Onderzoeksvraag
B
Ontwerpvraag
C
Opzoekvraag

Slide 4 - Quizvraag

Waarom is een sinaasappel oranje?
A
Onderzoeksvraag
B
Ontwerpvraag
C
Opzoekvraag

Slide 5 - Quizvraag

Hoe snel bederft een sinaasappel?
A
Onderzoeksvraag
B
Ontwerpvraag
C
Opzoekvraag

Slide 6 - Quizvraag

En dan nu vragen over een zakje m&m's! 
1. Wat kunnen we variëren? 
2. Wat verwacht je dat in een bepaalde situatie gebeurt?
3. Zet je verwachting om in een onderzoeksvraag. 

Slide 7 - Tekstslide

M&M's

Slide 8 - Woordweb

En dan nu vragen over een zakje m&m's! 
1. Wat kunnen we variëren? 
2. Wat verwacht je dat in een bepaalde situatie gebeurt?
3. Zet je verwachting om in een onderzoeksvraag. 

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een hypothese (verwachting)

Slide 10 - Open vraag

En dan nu vragen over een zakje m&m's! 
1. Wat kunnen we variëren? 
2. Wat verwacht je dat in een bepaalde situatie gebeurt?
3. Zet je verwachting om in een onderzoeksvraag. 
Handige beginzinnetjes:  
  • Wat zijn de verschillen tussen...en ...?  
  • Is het zo dat ...?  
  • Wat is de invloed van ... op ...?

Slide 11 - Tekstslide

Jullie onderzoeksvragen:

Slide 12 - Open vraag

Checklist
  • Passend
  • Nuttig
  • Geen feit
  • Specifiek
  • Uitvoerbaar
  • Enkelvoudig (alleen bij toetsend)

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
  • Alleen of in tweetallen
  • Iedereen één doosje smarties, misschien heb je van elkaar gegevens/informatie nodig... 
  • Deze les af --> anders huiswerk voor volgende week 

Slide 14 - Tekstslide