H3 Kostprijs berekenen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de kostprijs en de verkoopprijs?

Slide 2 - Woordweb

kostprijs bestaat uit kosten!
Constante kosten of vaste kosten om jouw producten te kunnen verkopen

Slide 3 - Tekstslide

Eerst de constante kosten........

Constante kosten moet je ook betalen als je niks hebt verdient

Slide 4 - Tekstslide

Noem 1 constante kostensoort

Slide 5 - Woordweb

Constante kosten
bijvoorbeeld:
huurkosten    personeelskosten
rentekosten   afschrijvingskosten
gas/water/licht     abonnementen 

Slide 6 - Tekstslide

De huurkosten van mijn winkelpand zijn € 1.000 per maand
De huurkosten per jaar zijn 12 x € 1.000 = € 12.000

De huurkosten wil ik terugverdienen uit de  verkoopopbrengsten van de elektrische steps

Ik verwacht dit jaar 9.000 steps te verkopen. Normaal verkoop ik 9.000 steps per jaar.

Per step bereken ik € 12.000 = € 1,33 door aan constante kosten 
                                          9.000
Ik deel de constante kosten door het aantal stuks dat ik normaal verkoop!



Slide 7 - Tekstslide

Formule constante kosten per product:

C       constante kosten    
N = normale afzet of omzet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

De eerste opgaven samen maken:
Zelf verder met opgave 2!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

We gaan nu berekenen of ik mijn huurkosten á € 12.000 heb terugverdient uit de verkoop van mijn steps. 

Ik ging ervan uit dat ik 9.000 steps zou gaan verkopen en dus € 1,33 huurkosten per step moest doorberekenen in mijn kostprijs.

Helaas heb ik in werkelijkheid maar 8.000 steps verkocht!

Hoeveel van de constante huurkosten heb ik nu niet terugverdient????

Slide 12 - Tekstslide

Berekenen of je al de huurkosten hebt terugverdient:

In werkelijkheid heb ik 8.000 steps verkocht
Ik had verwacht dat ik  9.000 steps zou gaan verkopen
Ik heb dit jaar helaas     1.000 steps minder verkocht

Ik heb 1.000 x € 1,33 = € 1.330 van de huurkosten niet terugverdient.

Ik maar dus € 1.330 verlies........        

Slide 13 - Tekstslide

Gelukkig heb ik uiteindelijk toch nog 2.000 steps extra kunnen verkopen!! Ik heb dus 8.000 + 2.000 = 10.000 steps verkocht

In werkelijkheid heb ik nu 10.000 steps verkocht
Ik had verwacht dat ik          9.000 steps zou gaan verkopen
Ik heb dit jaar gelukkig         1.000 steps meer verkocht

Ik heb 1.000 x € 1,33 = € 1.330 meer terugverdient dan ik moet betalen aan huurkosten

Terug te verdienen huurkosten : 9.000 steps x € 1,33 = € 12.000
Ik heb terugverdient dit jaar :     10.000 steps x € 1,33 = € 13.300
Meer terugverdient dan nodig:    1.000 steps x € 1,33 = €   1.330
        

Slide 14 - Tekstslide

Conclusie:

Als ik meer verkoop dan normaal verwacht maak ik winst, dit noem je bezettingswinst

en 

Als ik minder verkoop dan normaal verwacht dan maak ik verlies, dit noem je bezettingsverlies

Slide 15 - Tekstslide

Bezettingsresultaat
(W - N) x C
                   N
Om te berekenen of we de constante kosten hebben terugverdient maken we gebruik van de formule:

Slide 16 - Tekstslide

Bezettingsresultaat huurkosten:

(werkelijke afzet of omzet - normale afzet of omzet) x      contante kosten       
                                                                                                      normale afzet of omzet

Verkoop 8000 steps:

(8.000 - 9.000) x € 12.000 / 9.000 = - 1000 x € 1,33 = € - 1.330 bezettingsverlies

Verkoop 10.000 steps:

(10.000 - 9.000) x € 12.000 / 9.000 =  1000 x € 1,33 = €   1.330 bezettingswinst

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Helaas moeten we niet alleen de constante kosten betalen maar ook variabele kosten

Slide 22 - Tekstslide

Wat valt onder de variabele kosten?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide

Standaard kostprijs per product
Al de kosten die wij maken en dus moeten terugverdienen uit de verkopen aan onze klanten

constante kosten + variabele kosten

Slide 25 - Tekstslide

Voor de berekening van de totale kosten van de steps hebben we naast de huurkosten ook nog de inkoopkosten van de steps die wij moeten gaan terugverdienen.

Berekening van de variabele kosten:
totale inkoopkosten steps € 5.000.000 en ik heb er afgelopen jaar 10.000 verkocht. 

Variabele kosten per step: 
variabele kosten = € 5.000.000 = € 500
werkelijke afzet            10.000

Slide 26 - Tekstslide

Berekening standaard kostprijs van de step:

C  +   V   = Constante kosten + Variabele kosten
N +   W      Normale afzet of       Werkelijke afzet of
                      omzet                           omzet

= € 12.000 + € 5.000.000 = € 1,33 + € 500 = € 501,33
N + W        9.000            10.000

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

(W-N) x C/N = bezettingsresultaat
( X - € 400.000) x € 120.000/€ 400.000 = € 30.000
( X - € 400.000) x € 0,30 = € 30.000
€ 100.000 x € 0.30 = € 30.000

dus W = € 100.000 + € 400.000 = € 500.000

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

€ 2.408 / € 0,56 = € 4.300
€ 650.000 + € 4.300 = € 654.300
€ 0,24 x € 1.245.000 = € 298.800
(€ 1.218.000 - € 1.245.000) x € 0,24 = €-6.240
€294.500 /  0,31 = 
€ 950.000

(€951.890-€950.000) x € 0,31 = €585,90

Slide 33 - Tekstslide

Volgende week Toets H3!!!!

Slide 34 - Tekstslide