Herhaling/oefenen Adjectives & Adverbs

Herhaling/oefenen Adjectives & Adverbs
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling/oefenen Adjectives & Adverbs

Slide 1 - Tekstslide

The plan
Herhalen; Uitleg/regels Adjectives & Adverbs
- oefenen adjectives & adverbs.
- Test yourself?
- Gimkit?

Slide 2 - Tekstslide

Goals
- Ik weet wanneer ik een adjective of een adverb moet gebruiken
- ik kan uitleggen waarom je bij een zin een adjective of een adverb moet gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

Quiz time!
Quiz time!

Slide 4 - Tekstslide

1. 1. She speaks very __________ (quiet/quietly) during the lesson.

Slide 5 - Open vraag

2. My brother is a __________ (careful/carefully) driver.

Slide 6 - Open vraag

3. The test was really __________ (easy/easily).

Slide 7 - Open vraag

4. He looked __________ (angry/angrily) at his broken phone.

Slide 8 - Open vraag

5. Our teacher explains things __________ (clear/clearly).

Slide 9 - Open vraag

6. You should walk __________ (slow/slowly) on the icy road.

Slide 10 - Open vraag

7. She sings very __________ (beautiful/beautifully).

Slide 11 - Open vraag

8. The flowers look __________ (beautiful/beautifully) in the garden.

Slide 12 - Open vraag

9. He ran __________ (fast/fastly) to catch the bus.

Slide 13 - Open vraag

10. That was a __________ (terrible/terribly) movie.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Ik weet wanneer ik een adjective of een adverb moet gebruiken.
Ja!
Meestal
Nee, helemaal niet..

Slide 16 - Poll

Test Yourself
Ga nu beginnen met Test Yourself!
(Stepping Stones online) 

Volgende les: 
- Test Yourself af + 
- korte herhaling/oefenen Present Perfect Vs Past Simple.

Slide 17 - Tekstslide