DJNJ 5.2 deel 3

5.2 deel 3
Nihon Banzai
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 deel 3
Nihon Banzai

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Japans leren
  • Praktische zaken
  • 5.2

Slide 2 - Tekstslide

Sengoku
Japan in isolatie

H1
H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Tulpen in Nagasaki

  • De Republiek als enige handelspartner
  • Veel ideeën en uitvindingen vanuit de Republiek overgenomen
H1
H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

IKUZO (aan de slag)
Maak de opdracht in tweetallen. We gaan straks alle vertalingen bespreken.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Goaly
Code voor nieuwe periode:

rrqby

Slide 6 - Tekstslide

Volgende les:
Slavernij

Slide 7 - Tekstslide

5.2 
S6 en S7: 
Slavernij, de Driehoekshandel en de "Gouden" eeuw.
H1
H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

Goaly
Code voor nieuwe periode:

rrqby

Slide 9 - Tekstslide

De WIC en de Driehoekshandel
S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC

Slide 10 - Tekstslide

Subdoelen tot nu toe
  • S1: Ik kan de grote welvaart van de Republiek verklaren.
  • S2: Ik kan omschrijven wat de VOC is en hoe deze is ontstaan.
  • S3: Ik kan de invloed van de VOC op de inwoners van Nederland en de inwoners van de koloniën beschrijven.
  • S4: Ik kan via onderzoek aantonen hoe de route van een VOC-schip verliep.
  • S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC.
H1
H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel slaven heeft Nederland verhandeld?
A
1 miljoen
B
10 miljoen
C
25 miljoen
D
0,5 miljoen

Slide 12 - Quizvraag

Wie heeft de meeste slaven verhandeld?
A
De Republiek (Nederland)
B
Het Ottomaanse Rijk (Turkije, Syrië, etc.)
C
Het Verenigd Koninkrijk
D
De Arabieren (Saudi Arabië, Egypte)

Slide 13 - Quizvraag

Context
  1. Arabieren: 10 miljoen
  2. Ottomanen (Turken): 5-10 miljoen
  3. Portugal: 5,8 miljoen
  4. Verenigd Koninkrijk: 3,25 miljoen
  5.  Barbarije(Marokko, Algerije): 1,5 miljoen
  6. Frankrijk: 1,3 miljoen
  7. Nederland: 0,5 miljoen 

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel slaven zijn er nu, in 2024, op de wereld volgens de VN?
Er zijn geen slaven meer
1 miljoen
10 miljoen
50 miljoen
100 miljoen

Slide 15 - Poll

Totale aantallen.
  • Trans-Atlantische slavenhandel (250 jaar): 11 miljoen
  • Arabische en Turkse slavenhandel (300 jaar): 21,5 miljoen
  • Het totaal aantal slaven in 2024: 50 miljoen
S6
S6: Ik kan uitleggen welke producten er in de driehoekshandel werden verhandeld.

Slide 16 - Tekstslide

Het ongemakkelijke kleine broertje
  • Gericht op West Indië (Amerika)
  • Veel kleiner dan de VOC
  • Kaapvaart, slaven en suiker
S5
S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is het ontstaan?
  • Spanjaarden pesten
  • Winstgevende goederen uit Amerika halen
  • Handel zonder tussenpersonen
S5
S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC

Slide 18 - Tekstslide

De WIC maakt er een bende van

Piraterij
Slavenhandel
Nieuwe koloniën in Amerika: Suriname, Aruba, Brazilië
S5
S5: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen noemen van het ontstaan van de WIC

Slide 19 - Tekstslide

S6: Ik kan uitleggen welke producten er in de driehoekshandel werden verhandeld.
H1
H1: Ik kan uitleggen waarom de 17e eeuw in Nederland de Gouden Eeuw wordt genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

De driehoekshandel
Europa: Wapens, Textiel, nijverheidsproducten naar Afrika 
Afrika: Slaven naar Amerika
Amerika: Koffie, Suiker, Tabak, Katoen naar Europa
S6
S6: Ik kan uitleggen welke producten er in de driehoekshandel werden verhandeld.

Slide 21 - Tekstslide

S7: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” misschien niet klopt.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom klopt de term "Gouden Eeuw" misschien niet?

Slide 23 - Open vraag

Selectieve Gouden Eeuw
Grote armoede
Slechts een klein deel van de bevolking was rijk
S7
S7: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” misschien niet klopt.

Slide 24 - Tekstslide

Selectieve Gouden Eeuw

Vrede in Holland en Zeeland,
maar veel oorlog in de rest van de Republiek
S7
S7: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” misschien niet klopt.

Slide 25 - Tekstslide

Selectieve Gouden Eeuw

Slavernij en uitbuiting van koloniën
S7
S7: Ik kan 2 argumenten bedenken waarom de term ‘Gouden Eeuw” misschien niet klopt.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken
5.2 afmaken

Slide 27 - Tekstslide

De hamvraag
Het slavernijverleden speelt nog steeds
Draagt de hedendaagse samenleving schuld voor dat verleden?

Slide 28 - Tekstslide