Debatteren 3 - voorbereiding: betoog

Voorbereiding op het debat: het schrijven van een betoog
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding op het debat: het schrijven van een betoog

Slide 1 - Tekstslide

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 2 - Quizvraag

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 3 - Quizvraag

Een betoog:
  • heeft als tekstdoel overtuigen
  • is een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft
  • is een tekst waarin de schrijver argumenten (redenen) geeft voor die mening
  • wordt geschreven naar aanleiding van een stelling

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een stelling? Aan welke regels moet een stelling voldoen? Wanneer is een stelling leuk?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een stelling?
Een zin waarover je van mening kunt verschillen?
Is nooit erg lang
Heeft nooit een ontkenning
Is niet negatief geformuleerd
Is interessant

Slide 6 - Tekstslide

Bedenk twee stellingen die met onze school te maken hebben

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Even samenvatten
  • een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
  • een betoog schrijf je naar aanleiding van een stelling
  • een stelling is een zin waarover je van mening kunt verschillen    
  • je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Stellng: Digitale games zijn verslavend.
  • Ben je voor de stelling: Computerspelletjes zijn verslavend?
  • Verzin dan twee argumenten (redenen) waarom jij vindt dat de spelletjes verslavend voor je zijn.
  • Ben je tegen de stelling: Computerspelletjes zijn verslavend?
  • Verzin dan twee argumenten (redenen) waarom jij vindt dat de spelletjes niet verslavend voor je zijn.
Oefening:
Stelling: Computergames zijn verslavend
  • Ben je voor de stelling: Computerspelletjes zijn verslavend?
  • Verzin dan twee argumenten (redenen) waarom jij vindt dat de spelletjes verslavend voor je zijn.
  • Ben je  tegen de stelling: Computerspelletjes zijn verslavend?
  • Verzin dan twee argumenten (redenen) waarom jij vindt dat de spelletjes niet verslavend voor je zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Een betoog is een overtuigende tekst. In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft
Dit doet hij doormiddel van argumenten
In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling geformuleerd. 
In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. 
Ook kan de schrijver gebruik maken van het verwerpen van tegenargumenten.

Slide 11 - Tekstslide

Titel
Alinea 1: Inleiding
Alinea 2: Stelling
Alinea 3: Jouw argumenten voor + uitleg
Alinea 4: Argumenten tegen 
Alinea 5: Argumenten tegen verwerpen
Alinea 6: Conclusie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht voor de volgende keer (dinsdag 30 november)
maar je stuurt dit uiterlijk maandag 29 januari op.

Slide 14 - Tekstslide


  • Schrijf een inleiding waarin de volgende stelling is verwerkt en stuur deze op:
  • De pauzes op onze school (CBS+) moeten langer worden
  • Bedenk eerst of je voor of tegen de stelling bent.
  • Je inleiding heeft:
  • -leuke beginzin
  • -de stelling is erin verwerkt (Kijk naar de voorbeeldinleiding over computerspelletjes)
  • -er staat een korte mening in

Slide 15 - Tekstslide