Caesar 3Latijn

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In deze les...
1. Hoe zit het met Caesar?
2. Mandatum over ppp
3. Werktijd
4. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Julius Caesar
  • In 100 v. Chr. werd Caesar geboren
  • Rome was toen verdeeld in twee politieke partijen: de optimates en de populares
  • Optimates: wilden meer macht voor de Senaat
  • Populares: wilden meer macht voor het volk
  • De familie van Caesar behoorde tot de optimates

Slide 3 - Tekstslide

Julius Caesar
  • Op zijn achttiende ging Caesar het leger in, waar hij bij de populares erg populair werd
  • Door zijn populariteit bij zowel de rijken als het volk, kon hij belangrijke functies bekleden en begon zijn cursus honorum:

Slide 4 - Tekstslide

cursus honorum
Quaestor (belangrijk persoon in een provincie)
Curator (toezichthouder van de wegen en tol)
Aedilis Curilis (organisateur van spelen en markten)
Iudex Quaestorius (rechter)
Pontifex Maximus (hogepriester)
Praetor (baas van een provincie)
Propraetor (naam van iemand die voor de tweede keer Praetor is)

Slide 5 - Tekstslide

Triumviraat
  • In die tijd (60 v. Chr.) waren Pompeius en Crassus (optimates) de machtigste mannen in Rome
  • Caesar kreeg de mannen zover om samen met hem een triumviraat te beginnen
  • Vervolgens werd Caesar een jaar consul, en daarna bestuurde hij een jaar de provincie Gallië

Slide 6 - Tekstslide

Wat was de naam van Caesars functie in Gallië?
A
Curator
B
Pontifex Maximus
C
Praetor
D
Quastor

Slide 7 - Quizvraag

Burgeroorlog!
  • In 53 v. Chr. liep het triumviraat ten einde: Crassus was dood en Pompeius vreesde Caesars macht
  • Caesar werd gevraagd om zijn legers terug te sturen, maar vertrouwde het niet
  • Hij leidde zijn leger over de Rubicon en verklaarde de oorlog aan Rome
  • Pompeius werd uitgeroepen tot dictator van Rome om Rome te beschermen

Slide 8 - Tekstslide

Welke legendarische woorden sprak Caesar toen hij de Rubicon overstak en de burgeroorlog inluidde?

Slide 9 - Open vraag

Pompeius vlucht
  • In Italië liepen veel legioenen over naar Caesars kant
  • Pompeius werd bang en vluchtte
  • Uiteindelijk werd hij, na een aantal veldslagen, in Egypte gedood door Ptolemaeus XIII
  • Ptolemaeus XIII had een zus, Cleopatra
  • Caesar werd bevriend met Cleopatra, en Ptolemaeus XIII kreeg met beide ruzie
  • Ptolemaeus XIII werd verslagen door Caesar

Slide 10 - Tekstslide

Caesar versloeg vervolgens een vijand van Cleopatra in Turkije op een nogal gemakkelijke manier. Welke woorden sprak hij?

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag!
Maak Mandatum XXII 1-4​
Klaar? Werk verder aan de opdrachten op je werkwijzer!

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden mandatum XXII
  • 1a capti – uitleg: het ppp van capere is captus; het ppp congrueert met milites en moet dus in de nominativus mv mannelijk staan.​
  • b Waarheen worden de soldaten, die door de vijanden gevangen zijn genomen, gebracht?​
  • 2a portantes – uitleg: het ppa van portare is portans; het ppa congrueert met equi en moet dus in de nominativus mv mannelijk staan.​
  • b De paarden hebben met langzame pas de berg beklommen, terwijl ze een zwaar gewicht droegen.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden mandatum XXII
  • 3a viventis – uitleg: het ppa van vivere is vivens; het ppa congrueert met gentis en moet dus in de​ genitivus ev vrouwelijk staan.​
  • b Wij hebben de taal van het volk, dat bij de uiterste grens van de wereld leefde, een beetje begrepen.
  • 4a instructae – uitleg: het ppp van instruere is instructus; het ppp congrueert met aciei en moet dus in de dativus ev vrouwelijk staan.
  • b De aanvoerder heeft de hulptroepen van de bondgenoten toegevoegd aan de slaglinie, die  reeds tegenover de vijanden was opgesteld.

Slide 14 - Tekstslide

Tot slot...
1. Wat is een triumviraat?
2. Met wie sloot Caesar een triumviraat?
3. Waarom deed hij dit?
4. Hoe liep het af met dit triumviraat?

Slide 15 - Tekstslide