Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica

Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toetsweektraining leesvaardigheid en argumenteren + retorica

Slide 1 - Tekstslide

Doel
  • Je weet wat je kunt verwachten op de toets.
  • Je kent de argumentatiebegrippen: argument (feitelijk, waarderend), standpunt, tegenargument, argumentatiestructuren en argumentatieschema's en de retorische middelen (ethos, pathos, logos, kairos).
  • Je kunt de herkennen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

lees de tekst
  1. Wat is het standpunt van dit fragment?
  2. Wat zijn de argumenten?
  3. Zijn de argumenten feitelijk of waarderend?
  4. Welke argumentatieschema's komen voor en leg deze uit?
  5. Teken de argumentatiestructuur.

Slide 3 - Tekstslide

Standpunt
Schermen hebben een enorme impact op de fysieke en de mentale gezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

hoofdargumenten
  • De kans op ernstige bijziendheid is groter.
  • De conditie van kinderen gaat achteruit.
  • De motorische vaardigheden gaan achteruit.
  • Kinderen slapen slechter.
  • Het is ook slecht voor de houding.
  • Het staat contact leggen met leeftijdsgenoten in de weg.

Let op: er zijn ook subargumenten


Slide 5 - Tekstslide

Argumenten en subargumenten bij het standpunt: Schermen hebben een enorme impact op de fysieke gezondheid.
  1. De kans op ernstige bijziendheid is groter. Bijziendheid is ernstig en kan leiden tot oogschade en zelfs tot blindheid.
  2. De conditie van kinderen gaat achteruit, omdat ze minder bewegen.
  3. De motorische vaardigheden gaan achteruit. Hun grove motoriek is minder. Hun fijne motoriek is ook minder, want ze kunnen minder goed schrijven.
  4. Kinderen slapen slechter, omdat ze de hele tijd worden afgeleid door hun telefoon.
  5. Het is ook slecht voor de houding. Ze krijgen een gameboy-rug. Ze hebben last van hun rug of nek.
  6. Het staat contact leggen met leeftijdsgenoten in de weg. Ze weten nauwelijks hoe je een gesprek moet voeren. Ze hebben hun sociale vaardigheden niet kunnen oefenen.

Eigenlijk allemaal feitelijk, maar 6 neigt naar waarderend.

Ook een tegenargument:
Sociale media zullen best goed zijn voor kinderen die moeite hebben met contact leggen <--> het is een kleine groep

Slide 6 - Tekstslide

argumentatieschema's
1. Argumentatie op basis van oorzaak/gevolg (causaliteit)
bijziendheid, slechte houding, slechter slapen, minder motorische vaardigheden, sociale achterstand.
2. Voorbeelden: gameboy-rug, mobieltjesverbod op scholen, minder goed schrijven
3. Autoriteit: jeugdartsen, wetenschap.

Slide 7 - Tekstslide

structuur

Slide 8 - Tekstslide

retorica: welke vragen kun je jezelf stellen bij de video's/foto's/ teksten
📌 Ethos
Hoe toont de spreker zijn/haar deskundigheid en betrouwbaarheid?
Welke elementen in de video/foto/tekst versterken de geloofwaardigheid van de spreker?
📌 Pathos
Welke emoties worden opgeroepen bij het publiek?
Welke beelden, muziek of taal worden gebruikt om deze emoties te versterken?
📌 Logos
Welke autoriteit, feiten, cijfers of logische argumenten worden gepresenteerd?
Hoe worden deze gebruikt om het publiek te overtuigen?
📌 Kairos
Waarom is dit het juiste moment voor deze boodschap?
Hoe speelt de spreker in op de actuele situatie?

Slide 9 - Tekstslide

lees het eerste gedeelte uit de toespraak van Mark Rutte

Slide 10 - Tekstslide

n.a.v. de foto van Rutte
Er wordt hier vooral gebruik gemaakt van ethos:
kleding (pak), achtergrond (officiële persconferentiezaal), voorbereiding (pak papier), gezichtsuitdrukking (ernstig), kijkt het publiek aan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide