hoofdstuk 6 | deel 1
1 / 44
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bezoek ook eens onze website
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek het doel van deze les.
Bron afbeelding.
Slide 3 - Video
De cursisten kijken naar een video over 'Waar wonen de gelukkigste mensen?'.
Laat de cursisten reageren op de video.
Slide 4 - Tekstslide
De cursisten testen op pagina 175 hoe gelukkig zij zijn.
bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021), p.175.
Volgens Ruut Veenhoven, de Nederlandse geluksexpert, geven Nederlanders hun leven een rapportcijfer van gemiddeld bijna een 8. Waarom denk je dat Nederlanders zo gelukkig zijn? Probeer een verklaring te geven voor het feit dat de Nederlanders zich zo gelukkig prijzen met hun leven.
Slide 5 - Open vraag
Antwoord naar eigen inzicht.
Je neus is je reukzintuig: je kunt ermee ruiken en zo geuren waarnemen. Welke zintuigen heb je nog meer en wat doe je ermee?
Slide 6 - Open vraag
Antwoord:
zicht - kijken
tast - voelen
smaak - proeven
gehoor - horen
Werken al jouw zintuigen even goed?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quizvraag
Beide antwoorden zijn juist. Vraag om toelichting van een cursist die hier 'ja' heeft geantwoord.
Wat wordt bedoeld met je zesde zintuig? Zou 'gelukkig zijn' bij dat zintuig horen?
Slide 8 - Open vraag
Antwoord:
Dit zintuig zit ongeveer 'tussen je ogen' en is als het ware een buitenzintuiglijk zintuig.
Slide 9 - Tekstslide
De cursisten lezen de tekst op blz. 176 t/m 179 in het boek.
Daarna beantwoorden ze de vragen op de volgende dia's.
bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021).
Welke bewering is niet juist?
A
De associaties die synestheten hebben, zijn voor hen heel gewoon.
B
De associaties treden op zonder dat synestheten daar bewust invloed op hebben.
C
De associaties verhinderen dat synestheten normaal kunnen leven.
D
De associaties verschillen van synestheet tot synestheet.
Slide 10 - Quizvraag
Antwoord C: de associaties verhinderen dat synestheten normaal kunnen leven.
De schrijfster van dit artikel, Merel van Goch, is zelf ook synestheet.
Wat weet je over de soort synesthesie die zij heeft?
Slide 11 - Open vraag
Antwoord: Merel van Goch heeft een vaak voorkomende soort: grafeem-kleursynesthesie, waarbij verschillende letters of cijfers kleuren hebben.
Zijn wetenschappers het eens over het ontstaan van synesthesie?
Slide 12 - Open vraag
Antwoord: nee, de wetenschap heeft geen een- duidig antwoord op hoe synesthesie
ontstaat.
Hoe luidt de theorie over het ontstaan die in de tekst wordt besproken?
Slide 13 - Open vraag
Antwoord: tijdens de ontwikkeling van de hersenen worden heel veel verbindingen aangelegd tussen verschillende hersen- gebieden. Gedurende de daaropvolgende jaren worden sommige van deze verbindingen gesnoeid, omdat nu eenmaal niet alle verbindingen nodig zijn.
Bij synestheten zijn meer verbindingen
blijven bestaan dan strikt noodzakelijk.
Welke drie redenen worden in de tekst genoemd voor het grote verschil in de schattingen van het aantal synestheten?
Slide 14 - Open vraag
Antwoord:
1 De definitie van synesthesie is niet
exact.
2 Veel synestheten weten niet dat wat zij
ervaren een naam heeft.
3 Niet alle mensen durven toe te geven
dat ze synesthesie hebben, uit angst daarop beoordeeld te worden.
Slide 15 - Tekstslide
De cursisten maken opdracht 3 op blz. 182. Ze maken een foto van de antwoorden en uploaden die op de volgende dia.
bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)
Maak een foto van je antwoorden en lever die hier in.
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Er werd aangekondigd dat alleen de beste studenten kans maakten op een stageplaats. Dit gaf Andrew een nieuwe prikkel om nog harder te studeren.
A
stimulans
B
irritatie
C
impuls
Slide 17 - Quizvraag
Antwoord B: irritatie.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Steeds meer jongeren verlaten het dorp om in de stad werk te zoeken.
Dit is geen nieuw fenomeen; het is een ontwikkeling die al tientallen jaren gaande is.
A
beginsel
B
gebeuren
C
verschijnsel
Slide 18 - Quizvraag
Antwoord A: beginsel.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Na het innemen van de medicatie kunnen er verschillende klachten optreden. Zo kan men last krijgen van duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn.
A
voorkomen
B
plaats hebben
C
overeenkomen
Slide 19 - Quizvraag
Antwoord C: overeenkomen.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Het is wellicht beter om hem te laten slapen. Hij viel vannacht naar schatting pas om vier uur in slaap.
A
weliswaar
B
misschien
C
mogelijk
Slide 20 - Quizvraag
Antwoord A: weliswaar.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Het is niet zo gangbaar om te boeren na het eten. Dat wordt zelfs als onbeschaafd gezien.
A
gewoon
B
gebruikelijk
C
gemakkelijk
Slide 21 - Quizvraag
Antwoord C: gemakkelijk.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
De vrouw zei dat ze de buikpijn van haar zoon direct associeerde met een verhaal over voedselvergiftiging dat ze eerder die dag had gehoord.
A
in verband bracht
B
in verbinding bracht
C
in relatie bracht
Slide 22 - Quizvraag
Antwoord B: in verbinding.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Weet jij eigenlijk wat het begrip 'voedselvergiftiging' inhoudt?
A
betekent
B
beperkt
C
omvat
Slide 23 - Quizvraag
Antwoord B: beperkt.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Het meisje vindt het niet leuk dat de jongen op wie ze verliefd is naar een ander meisje lacht, omdat dat gevoelens van jaloezie bij haar oproept.
A
wakker maakt
B
opwekt
C
opdringt
Slide 24 - Quizvraag
Antwoord C: opdringt.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Het is een foutieve aanname dat alle synesthe- ten dezelfde associaties hebben.
A
slechte
B
incorrecte
C
onjuiste
Slide 25 - Quizvraag
Antwoord A: slechte.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Wilt u het overblijfsel van de taart niet mee naar huis nemen voor uw kinderen?
A
restje
B
restant
C
overige
Slide 26 - Quizvraag
Antwoord C: overige.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
Deze reeks gebeurtenissen wordt in de film van achter naar voren getoond.
A
serie
B
som
C
rij
Slide 27 - Quizvraag
Antwoord B: som.
Welk woord is geen synoniem van het gekleurde woord in de zin?
De man kwam erachter dat zijn vrouw veel meer geld had uitgegeven dan strikt noodzakelijk was.
A
ontdekte
B
vond uit
C
achterhaalde
Slide 28 - Quizvraag
Antwoord C: achterhaalde.
Slide 29 - Tekstslide
De cursisten maken opdracht 5 op blz. 184. Ze bereiden een presentatie voor. De presenattie bestaat uit twee delen. Ze moeten de opgegeven woorden gebruiken. De presentatie wordt in de les met de docent gegeven.
bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)
Slide 30 - Tekstslide
Op de volgende dia kijken de cursisten naar de video en doen ze een test om te zien of ze nooit discrimineren.
Slide 31 - Video
De cursisten kijken naar het eerste deel van de video. Ze doen een test om te zien of ze nooit discrimineren.
Wat heb je ervaren met deze test?
Welke verklaring zou je voor dit fenomeen kunnen bedenken?
Slide 32 - Open vraag
Antwoord:
1 De definitie van synesthesie is niet
exact.
2 Veel synestheten weten niet dat wat zij
ervaren een naam heeft.
3 Niet alle mensen durven toe te geven
dat ze synesthesie hebben, uit angst daarop beoordeeld te worden.
Slide 33 - Tekstslide
Op de volgende dia kijken de cursisten naar de rest van de video. Daarna beantwoorden ze de vragen op de navolgende dia's.
Slide 34 - Video
Nu bekijken ze de rest van de video en beantwoorden de vragen op de volgende dia's.
Wat weet je over dit experiment?
A
De test is in het verleden ook al een keer gedaan, maar gaf toen een ander resultaat.
B
Deze proef is vaker gedaan en daarbij werden de volgordes van de combinaties gewisseld.
C
Het experiment is verschillende keren op exact dezelfde manier gedaan.
D
Het is voor het eerst dat dit experiment in Nederland is uitgevoerd.
Slide 35 - Quizvraag
Antwoord B: deze proef is vaker gedaan en daarbij werden de volgordes van de combinaties gewisseld..
Sommige proefpersonen kregen eerst de combinaties die niet in lijn waren met de culturele vooroordelen. Wat zeggen zij?
A
De snelheid neemt toe naarmate je meer oefent.
B
Door het omdraaien gaat het mis in je hoofd.
C
Hoe vaker je dit doet, des te meer je in de war raakt.
D
De combinatie werd eerst anders geleerd en dat maakte het moeilijk.
Slide 36 - Quizvraag
Antwoord A: de snelheid neemt toe naarmate je meer oefent.
Wat zegt Daniël Wigboldus over het feit dat proefpersonen consistente combinaties makkelijker vinden?
A
Dit betreft slechts een paar individuele gevallen.
B
Dit heeft te maken met het impliciete bewustzijnsniveau.
C
Dit laat zien wat de echte, diepe mening van mensen is.
D
Dit toont aan dat mensen expliciet en bewust discrimineren.
Slide 37 - Quizvraag
Antwoord B: dit heeft te maken met het impliciete bewustzijnsniveau.
Dergelijk onderzoek is in Amerika ook gedaan met namen van 'witte' en 'zwarte' Amerikanen. Wat wordt er gezegd over de respondenten die tot het gekleurde deel van de Amerikaanse bevolking behoren? Zij maakten in vergelijking met de 'witte' groep ...
A
exact evenveel fouten.
B
een klein beetje meer fouten.
C
een klein beetje minder fouten.
D
veel minder fouten.
Slide 38 - Quizvraag
Antwoord C: een klein beetje minder fouten.
Slide 39 - Tekstslide
De cursisten oefenen de woorden van tekst 1 [pagina 176-179] in een spel op Wordwall.
Bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)
Hoeveel woorden heb je goed gevonden?
Slide 40 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Slide 41 - Tekstslide
De cursisten bedenken tussenkopjes bij de alinea's van de tekst op bladzijde 176-179.
Daarna maken ze een samenvatting van de tekst. Ze maken een foto van de samenvatting en uploaden die op de volgende dia.
bron: ‘Nederlands naar perfectie’ van Emily Palmer & Miranda van 't Wout (Coutinho, 2021)
Maak een foto van je samenvatting en lever die hier in.
Slide 42 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 43 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 44 - Tekstslide
Bezoek onze website:
