4.4 Schrijven en formuleren les 21BK

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en pen/potlood op tafel
  • Laptop op de hoek van je tafel
4.4 Schrijven en formuleren
timer
10:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Werkboek en pen/potlood op tafel
  • Laptop op de hoek van je tafel
4.4 Schrijven en formuleren
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

  • Je kiest een leesboek
  • Je geeft de titel door aan de docent
  • Dit boek lees je de komende periode 
  • Na het lezen geef je de bladzijde door aan de docent zodat je weet waar je gebleven bent.
Lezen
timer
12:00

Slide 2 - Tekstslide

  • hoe je een informatieve tekst schrijft
  • hoe je een tekst indeelt en een inleiding schrijft
  • hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden.
4.4 Schrijven en formuleren
In deze paragraaf leer je:

Slide 3 - Tekstslide

  • Deze week ga je in de les werken aan het schrijven van een informatieve tekst.
4.4 Schrijven en formuleren

Slide 4 - Tekstslide

Zo schrijf je een informatieve tekst
Een informatieve tekst bestaat uit een:
  • Inleiding   : het onderwerp en trek de aandacht van de lezer.
  • kern          : het middenstuk waar je van alles verteld over
                        het onderwerp (deelonderwerpen).
  • slot           : het einde van de tekst
 
  Gebruik voor ieder deelonderwerp een aparte alinea.

4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst informatieve tekst inleiding blz. 30

Slide 5 - Tekstslide

  • Voorbeeld van een inleiding
4.4 Schrijven en formuleren
Tekst

Bij ons op school staan drie Friese paarden in de wei. Mooie, vriendelijke, rustige paarden, en altijd helemaal zwart. Zijn er geen witte Friese paarden? En waarom willen zo veel paardenliefhebbers eigenlijk graag een Fries paard hebben? 

Slide 6 - Tekstslide

  • hoe zit het met een deelonderwerp?
4.4 Schrijven en formuleren
Tekst
                               Het Friese Paard (onderwerp)
  
                                   deelonderwerpen


de verzorging        hoe ziet het er uit      internationaal beroemd

Slide 7 - Tekstslide

  • Je gaat een informatieve tekst schrijven over een sport.
  • Je krijgt een blaadje met allerlei sporten.
  • Je kiest één van die sporten (dat is jouw onderwerp)
  • Van die sport ga je op zoek naar allerlei informatie (deelonderwerpen)
     - kies drie deelonderwerpen.
       Denk daarbij b.v. aan hoe is de sport onstaan, wat nodig,
       hoe kan je winnen, wat zijn de spelregels, hoe wordt de
       sport gespeeld, enz.
    - schrijf drie alinea's over de drie deelonderwerpen, dit mag in Word.
    - de tekst is bedoeld voor een schoolkrant. Het is dus een informatieve tekst.

  •   
4.4 Schrijven en formuleren
Zelfstandig werken - schrijven van een tekst
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

  • Informatie zoeken
4.4 Schrijven en formuleren
  • Zoek informatie op internet over jouw gekozen onbekende sport.
  • Gebruik niet alle informatie, maar alleen de informatie over jouw deelonderwerp.
  • Je mag de tekst kopiëren naar Word, maar........
  • 'herschrijf' het wel in je eigen worden. 
  • Haal dus lastige woorden eruit, of gebruik woorden die jij ook zou gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Met een informatieve tekst geef je de lezer informatie. 

Zo schrijf je een informatieve tekst
  • Noem vooral feiten.
  • Bouw de tekst op met een inleiding,
     een kern en een slot.
  • Noem in de inleiding het onderwerp
     en trek de aandacht van de lezer. 
  • Zet een witregel tussen iedere alinea.
  • Zet een titel boven de tekst.
4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst informatieve tekst schrijven blz. 30

Slide 10 - Tekstslide

Zorg dat je voor de volgende les voldoende informatie hebt gevonden om je deelonderwerpen te kunnen schrijven.
4.4 Schrijven en formuleren
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Met een informatieve tekst geef je de lezer informatie. 

Zo schrijf je een informatieve tekst
  • Noem vooral feiten.
  • Bouw de tekst op met een inleiding,
     een kern en een slot.
  • Noem in de inleiding het onderwerp
     en trek de aandacht van de lezer. 
  • Zet een witregel tussen iedere alinea.
  • Zet een titel boven de tekst.
4.4 Schrijven en formuleren
Leertekst informatieve tekst schrijven blz. 30

Slide 12 - Tekstslide

4.4 Schrijven en formuleren
Hebben jullie wel eens gehoord van ....??
hamerslingeren
krachtbal
wheelen
kaatsen
tangsudo
fierljeppen

Slide 13 - Tekstslide

  • Je gaat een informatieve tekst schrijven over een sport.
  • Je krijgt een blaadje met allerlei sporten.
  • Je kiest één van die sporten (dat is jouw onderwerp)
  • Van die sport ga je op zoek naar allerlei informatie (deelonderwerpen)
     - kies drie deelonderwerpen.
       Denk daarbij b.v. aan hoe is de sport onstaan, wat nodig,
       hoe kan je winnen, wat zijn de spelregels, hoe wordt de
       sport gespeeld, enz.
    - schrijf drie alinea's over de drie deelonderwerpen, dit mag in Word.
    - de tekst is bedoeld voor een schoolkrant. Het is dus een informatieve tekst.

  •   
4.4 Schrijven en formuleren
Zelfstandig werken - schrijven van een tekst
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Zorg dat je voor de volgende les voldoende informatie hebt gevonden om je deelonderwerpen te kunnen schrijven.
4.4 Schrijven en formuleren
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide