* Begrijpend lezen H3, VWO 3

klas H3: Begrijpend lezen NN6 
Hoofdstuk 3

Argumentatie (1)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

klas H3: Begrijpend lezen NN6 
Hoofdstuk 3

Argumentatie (1)

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van leesvaardigheid van wat we gehad hebben?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen:
Je kunt na deze lessen:
  • onderscheid maken tussen standpunt en argument.
  • onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.
  • een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 3 - Tekstslide

Weet jij nu genoeg? geef antwoord bij de volgende dia
 Je klasgenoot is gisteren naar de bioscoop geweest om een film te zien waar jij ook wel naartoe wilt. Vandaag op school vraag je hoe hij de film vond.
‘Mooi’, laat hij weten.
‘Waarom vond je de film zo mooi?’, vraag jij vervolgens.
‘Nou, gewoon’, is de reactie.

Slide 4 - Tekstslide

Geef antwoord op de vraag van de vorige dia..

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Argumentatie (1)
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt (mening). Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten (redenen) uit waarom hij dit standpunt heeft.
  • Een standpunt herken je aan de signaalwoorden: Ik vind..., Volgens ons..., Zij denk dat ..., De schrijver is van mening dat..., Onze conclusie is..., Dus, Daarom..., Kortom...
  • Argumenten herken je vaak aan de signaalwoorden:                                         dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.

Slide 7 - Tekstslide

feitelijke en waarderende argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren (het is waar of niet waar).
Ik bestel liever een pizza bij de pizzakoerier in plaats van er zelf één te bakken, want bestellen is veel minder werk.


Een waarderend argument kun je niet controleren en is dus minder sterk.
Ik bestel liever zelf een pizza in plaats van er één bij de pizzakoerier te bestellen, want zelfgemaakte pizza's vind ik veel lekkerder.

Slide 8 - Tekstslide

enkelvoudige en nevenschikkende argumentatie
Als een schrijver zijn standpunt onderbouwt met één argument, noemen we dat 
enkelvoudige argumentatie.
Meestal gebruikt een schrijver meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten. Dat heet nevenschikkende argumentatie.
Ik vind De ontdekking  van de hemel van Harry Mullisch een geweldig boek.
Het is spannend.
Het zit goed in elkaar.
Het gaat over levensechte personages.

Slide 9 - Tekstslide

onderschikkende argumentatie
Als een schrijver zijn argument ook weer onderbouwt met een ondersteunend argument, noemen we dat onderschikkende argumentatie.

We zouden in Nederland meer insecten moeten eten i.p.v. rundvlees.
Insectenvlees is heerlijk.
Je kunt er lekkernijen van maken als madenkoekjes, sprinkhanensalade en snacks van meelworm.

Slide 10 - Tekstslide


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 11 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 12 - Quizvraag


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
meervoudige onderschikkende argumentatie
D
onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Quizvraag

Maken startopdracht lezen hoofdstuk 3 (blz. 76)

Slide 15 - Tekstslide

                   Antwoorden- startopdracht (76)
  1C    2D   3A   4E   5B
2   dineren in het donker
3   Blind eten is een ijzersterk concept.
4   2, 3 en 4 (d, a en e)
5   Dineren in het donker is een ijzersterk concept voor zowel de gasten die nieuwe ervaringen opdoen als de visueel beperkte medewerkers die in de restaurants aan de slag kunnen.
6   argumentatiestructuur

Slide 16 - Tekstslide