Lezen- H.3-Argumentatie deel 1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je:









1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les kun je:









Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dit standpunt heeft.



Er zijn twee soorten argumenten: feitelijke en waarderende argumenten.

Slide 4 - Tekstslide

Een feitelijk argument kun je controleren (het is waar of het is niet waar); een waarderend argument kun je niet controleren:
– Ik bestel liever een pizza bij de pizzakoerier in plaats van er zelf een te bakken, want bestellen is veel minder werk. (feitelijk argument)
– Ik bak liever zelf een pizza in plaats van er een bij de pizzakoerier te bestellen, want zelfgemaakte pizza’s vind ik lekkerder. (waarderend argument)

Slide 5 - Tekstslide

Als een schrijver zijn standpunt met één argument onderbouwt, noemen we dat enkelvoudige argumentatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Meestal gebruikt een schrijver meer argumenten om zijn mening kracht bij te zetten. Dat heet nevenschikkende argumentatie.

Slide 7 - Tekstslide

Een schrijver kan een argument onderbouwen met een ondersteunend argument.
Dit heet onderschikkende argumentatie.
Voorbeeld:

Slide 8 - Tekstslide

Een standpunt wordt vaak aangekondigd met signaalwoorden als Ik vind …, Volgens ons …, Zij denkt dat …, De schrijver is van mening dat ..., Onze conclusie is …, Dus …, Daarom …, Kortom


Argumenten herken je vaak aan signaalwoorden als dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat, de reden hiervoor is en want.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Vertel!


Wat hebben jullie onthouden van deze uitleg en het filmpje?

Slide 12 - Tekstslide

H3E-2021

Slide 13 - Tekstslide

Lees nu zelf nog eens goed de theorie door op blz. 78 voordat je aan de opdrachten begint.
Maken:
startopdr. 
Opdr. 1-2
blz. 78-79

Snel klaar? 
Dan kun je beginnen met opdr. 3 Schrijven blz. 53 
(= huiswerk)

Slide 14 - Tekstslide

Tegenargument ontkracht je een standpunt
Met een weerlegging ontkracht je een argument

Slide 15 - Tekstslide