WISK X HOOFDSTUK 3 Getallen 2 - Les 3.3 De rekenmachine

WISK - X
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Secundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WISK - X

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
HOOFDSTUK 3 
GETALLEN 1 
LES 3.3
De rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je van een rekenmachine

Slide 4 - Woordweb

In deze les ga je reken met de rekenmachine. Op de meeste scholen wordt de casio rekenmachine gebruikt.
Stap 1 De rekenmachine aanzetten
  • Aanzetten druk op ON, je ziet nu:

  • Druk  3x op mode, je ziet nu:

  • Druk op de 3, je ziet nu:

  • Druk op de 2, je ziet nu:

De rekenmachine staat nu op de stand; norm 2.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2 De rekenmachine aanzetten
• Druk 4x op mode, je ziet nu:

• Druk op de 1, je ziet nu:

• Druk op het pijltje naar rechts op de replayknop > je ziet nu:

• Druk op de 2, je ziet nu:

De rekenmachine is nu goed ingesteld.




Slide 6 - Tekstslide

Reken uit met de rekenmachine.

123 x 456 x 789

Slide 7 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

783x6359x45

Slide 8 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

5437x873

Slide 9 - Open vraag

Fouten herstellen op de rekenmachine
Soms maak je een fout bij het typen van de som. Je kan dan met de replayknop
terug naar de fout. Je kan dan de fout verbeteren.

Voorbeeld 39+78+45+78 

Slide 10 - Tekstslide

Reken uit met de rekenmachine.
21+34+78+12
Ga met de replayknop terug naar 78 en maak hiervan 68.
21+34+68+12

Slide 11 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.
56-34+33+1
Ga met de replayknop terug naar de min en maak hier een plus van
21+34+68+12

Slide 12 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.
90x12-33+35
Ga met de replayknop terug naar de + en maak hier een - van.
90x12-33-35

Slide 13 - Open vraag

Haakje op de rekenmachine
Als er haakje in de som staan moet je de haakjes ook op de rekenmachine intypen.

Slide 14 - Tekstslide

Controleer met de rekenmachine.

(2x3)+24=30

Slide 15 - Open vraag

Controleer met de rekenmachine.

2x(3+24)=54

Slide 16 - Open vraag

Punt en komma op de rekenmachine
Als er in de som een komma staat, gebruik je de punt op de rekenmachine. 
Let: de punt in grote getallen typ je niet op de rekenmachine.


Voorbeeld: 4.300.234
Je typt: 4300234

Voorbeeld: 34.674,91
Je typt:  34674,91

Slide 17 - Tekstslide

Controleer met de rekenmachine.

2,4+5,6 = 8

Slide 18 - Open vraag

Controleer met de rekenmachine.

8,567.900 - 345,2 = 8.567.554,8

Slide 19 - Open vraag

Schat de uitkomst van deze som: 10,2x407 =??
Type de som in op de rekenmachine.
Schrijf de uitkomst in cijfers. Vergeet de punt en komma niet!
Schrijf dit antwoord in letters.

Slide 20 - Open vraag

Schat de uitkomst van deze som: 9,8x387 =??
Type de som in op de rekenmachine.
Schrijf de uitkomst in cijfers. Vergeet de punt en komma niet!
Schrijf dit antwoord in letters.

Slide 21 - Open vraag

Schat de uitkomst van deze som: 9,89x399 =??
Type de som in op de rekenmachine.
Schrijf de uitkomst in cijfers. Vergeet de punt en komma niet!
Schrijf dit antwoord in letters.

Slide 22 - Open vraag

Trucje!!
  • Kies een cijfer tussen en 10. Ik kies:...........
  • Vermenigvuldig dit cijfer met 2.
  • Tel er 10 bij op.
  • Deel nu door 2.
  • Trek het cijfer dat je had gekozen eraf.

Wat is de uitkomst? ................
Wat is de uitkomst van de rest van de klas?...............

Slide 23 - Tekstslide

Controleer met de rekenmachine.

1,4 + 3,5 = 4,9

Slide 24 - Open vraag

Controleer met de rekenmachine.

1,4 + 3,5 = 4,9

Slide 25 - Open vraag

Controleer met de rekenmachine.

(3,505 + 21,2) X 2 = 49,41

Slide 26 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

56,9x13,2x2

Slide 27 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

908x1,11+6

Slide 28 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

90x(56-2,1)

Slide 29 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

90x56-2,1

Slide 30 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

23,5+45,6+78,3-12,3

Slide 31 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

78:(45-6)

Slide 32 - Open vraag

Reken uit met de rekenmachine.

1.007.768+13

Slide 33 - Open vraag

Extr

Slide 34 - Tekstslide

Taak 3.3 De rekenmachine
  • Maak de taken van Blz. 95 tot en met blz. 97
  • Doe dit in stilte (stoplicht)

  • Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  • Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Slide 35 - Tekstslide

Uitleg tekens in je boek
  • Nieuwe woorden.  
  • Oefening met de klas.
  •  Nazeggen.
  •  Leren. 
  • Invuloefening/trek een lijn
  • Kleuren. 
  • Oefening met een vraag. 
  • Oefening met zoeken. 
  • Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
  •  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
  • Spel. 

Slide 36 - Tekstslide