gr 6 Taal actief 5 toets 1 (herhaling gr 5)
1 / 17
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke werkwoorden zie je in de zin?
Zullen we morgen naar het strand in Zandvoort gaan?
Zullen we morgen naar het strand in Zandvoort gaan?
Slide 3 - Open vraag
Welke werkwoorden zie je in de zin?
Heb jij de voetbalwedstrijd van zaterdag gezien?
Heb jij de voetbalwedstrijd van zaterdag gezien?
Slide 4 - Open vraag
Welke werkwoorden zie je in de zin?
Lily's hond heeft haar huiswerk opgegeten.
Lily's hond heeft haar huiswerk opgegeten.
Slide 5 - Open vraag
Welke werkwoorden zie je in de zin?
Romee eet elke dag twee stuks fruit.
Romee eet elke dag twee stuks fruit.
A
Romee
B
eet
C
eet stuks
D
fruit
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het scheidbare werkwoord in de zin? Schrijf de woorden op.
Rayen en Stayal lieten de ballon ineens los.
Rayen en Stayal lieten de ballon ineens los.
Slide 7 - Open vraag
Wat is het scheidbare werkwoord in de zin? Schrijf de woorden op.
Morgen gaat Amaury's wekker om half 10 af.
Morgen gaat Amaury's wekker om half 10 af.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het scheidbare werkwoord in de zin? Schrijf de woorden op.
Eva maakt haar tekening thuis af.
Eva maakt haar tekening thuis af.
Slide 9 - Open vraag
Raadsel tussendoor!!
Welk soort ijs kan vliegen?
Welk soort ijs kan vliegen?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het verwijswoord in deze zin?
De trein is later, hij komt over een kwartier aan.
De trein is later, hij komt over een kwartier aan.
A
De trein
B
hij
C
komt
D
kwartier
Slide 11 - Quizvraag
Waar verwijst het verwijswoord naar?
De trein is later, hij komt over een kwartier aan.
De trein is later, hij komt over een kwartier aan.
A
De trein
B
hij
C
komt
D
kwartier
Slide 12 - Quizvraag
Waar verwijst het verwijswoord naar?
De kinderen lachen heel hard. Die zijn vrolijk!
De kinderen lachen heel hard. Die zijn vrolijk!
Slide 13 - Open vraag
Welke woorden horen tussen haakjes?
Twee mannen 37 en 39 zijn opgepakt.
Twee mannen 37 en 39 zijn opgepakt.
A
twee
B
mannen
C
37 en 39
D
opgepakt
Slide 14 - Quizvraag
Welke woorden horen tussen haakjes?
Je mag kiezen welke kleur rood blauw groen schrift je wilt.
Je mag kiezen welke kleur rood blauw groen schrift je wilt.
A
kiezen
B
kleur
C
rood blauw groen
D
schrift je wilt
Slide 15 - Quizvraag
Wat mist er in de zin?
Kom je een keer naar mijn nieuwe puppy kijken
Kom je een keer naar mijn nieuwe puppy kijken
A
een hoofdletter
B
een punt
C
haakjes
D
een vraagteken
Slide 16 - Quizvraag
Wat mist er in de zin?
Juf romy heeft alle koekjes opgegeten.
Juf romy heeft alle koekjes opgegeten.
A
Een hoofdletter
B
een punt
C
een komma
D
een vraagteken
