VCA 2024 (8)

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
VCAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de normale zuurstofconcentratie
A
15%
B
19%
C
21%
D
100%

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de minimale zuurstofconcentratie?
A
Onder de 11%
B
Onder de 19%
C
Onder de 21%
D
Onder de 25%

Slide 32 - Quizvraag

Wat zijn GEEN mogelijke oorzaken van een tekort aan zuurstof?
A
Brand
B
Oxidatie
C
Assimilatie
D
Geen ventilatie

Slide 33 - Quizvraag

Waardoor kunnen explosieve stoffen NIET ontploffen?
A
Brand
B
Wrijving
C
Schokken
D
Licht

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn oxiderende stoffen?
A
Bij oxiderende stoffen komt zuurstof vrij
B
Oxiderende stoffen zijn magnetisch
C
Oxiderende stoffen vermenigvuldigen zich snel
D
Bij oxiderende stoffen kleven andere stoffen aan vast

Slide 35 - Quizvraag

Wat moet er op een etiket staan van een gevaarlijke stof?
A
Gevarenpictogrammen, H-en P-zinnen
B
Gevarenpictogrammen, R- en S-zinnen
C
Gegevens leverancier en G-zinnen
D
Gevarenpictogrammen,, X- en Q-zinnen

Slide 36 - Quizvraag

Onder welke stof valt een blik verf?
A
Licht ontvlambare stof
B
Schadelijke stof
C
Oxiderende stof
D
Ioniserende stof

Slide 37 - Quizvraag

Welke stoffen mag je rekenen tot de specifiek, gevaarlijke stoffen?
A
Benzine en koolmonoxide
B
Waterstofperoxide en cement
C
IJzererts en aluminium
D
Asbest en koolmonoxide

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent dit bord?
A
Licht ontvlambare stof
B
Explosieve stof
C
Oxiderende stof
D
Milieugevaarlijke stof

Slide 39 - Quizvraag

Wat betekent dit bord?
A
Oxiderende stof
B
Ioniserende stof
C
Licht ontvlambare stof
D
Giftige stof

Slide 40 - Quizvraag

Welk bord geeft gezondheidsbedreigende stoffen aan?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 41 - Quizvraag

Wat zijn de juiste maatregelen bij gevaarlijke stoffen
A
1-collectieve maatregelen 2-eliminatie bron 3-individuele maatregelen 4-PBM's
B
1-collectieve maatregelen 2-individuele maatregelen 3-PBM's 4-eliminatie bron
C
1-eliminatie bron 2-collectieve maatregelen 3-individuele maatregelen 4-PBM's
D
1-PBM's 2-eliminatie bron 3-individuele maatregelen 4-collectieve maatregelen

Slide 42 - Quizvraag

Wat hoort NIET op de verpakking van gevaarlijke stoffen
A
Inhoud
B
H-zinnen
C
Signaalwoorden
D
Materiaal van de verpakking

Slide 43 - Quizvraag

Wat zit in deze gasfles?

A
Helium
B
Menggas
C
Stikstof
D
Koolzuur

Slide 44 - Quizvraag

Voor welke verpakkingsoort gelden deze regels:
*-koelwater aanwezig *-vastzetten *-gescheiden van zuurstof *-voldoende ventilatie
A
Dubbellaags kartonnenverpakkingen
B
Metalen gereedschapskisten
C
Gascilinders
D
Graansilo

Slide 45 - Quizvraag

Waar staat de afkorting PMO voor?
A
Promotie Medische Onderdelen
B
Preventief Medisch Onderzoek
C
Pre Mature Ongevallen
D
Promotie Middelen Overheid

Slide 46 - Quizvraag