week 2, les 1,2,3 - bron A,B,C,D.

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

3 Mavo - Première leçon de la semaine - 

Lundi, le 5 septembre.

1. Je 'gevoel' voor de Franse taal is opgefrist door over jezelf te schrijven.

2. Je begrijpt wat er van je wordt verwacht qua HD in periode 1

2. Je kunt een Franse tekst, waarin een jongere zich voorstelt of over zichzelf vertelt, volgen en er vragen bij beantwoorden.

1. Werkblad 'Je me présente' invullen en inleveren. Faire ex. 2, blz. 6.

2. explication "Handelingsdeel" (HD).

3.  bron A:

- maak opdr. 4a, individueel. Klassikaal bespreken. 

- Le prof vous lit le texte entier, à haute voix. Écoutez bien!

- Faites exercice 4d, blz. 7.

    bron B: - Faire exercice 8a+b individuellement- Lire à haute voix bron B ensemble- Faire exercice 8c, 9 (+ 10, 11).- Ensemble: exercice 12 (chanson). 

Les devoirs

(het huiswerk)

Faire: 

bron A, ex. 6, 7a (page 8 WB)

bron B, ex. 8c, 9, 10, 11 (pages 9-11 WB)

Apprendre:

Vocabulaire A + B, page 39 WB.

Lire: 

bron C, page 12 TB.

3 Mavo - deuxième leçon de la semaine - 

mardi, le 6 septembre.

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen en toepassen door de grammaticaregels correct toe te passen.

1. Bespreken 'devoirs'. 

2. Explication 'bezittelijk voornaamwoord'.

3. Faire: exercice 13, 14, 15.

Les devoirs

(het huiswerk)

Faire: 

- schrijf voor jezelf de bezittelijke voornaamwoorden in een schema

- maak opdracht 13, 14, 15 van bron C. 

GEBRUIK JE BRONNEN HIERBIJ GOED!!

Troisième leçon de la semaine - 

jeudi, le 8 septembre.

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen en toepassen door de grammaticaregels correct toe te passen (herhaling).

Je kunt de woorden van H. 1 voc. A, B en de zinnen van bron D herkennen (FA-NE) en zelf toepassen (NE-FA).

Faire:

1. bespreken devoirs + hh uitleg bezittelijk voornaamwoord.

2. Écouter + faire bron D:

- ensemble: 16a, b, c.

- en duo's: 16d, e.

- uitleg opdracht 18 = inleveropdracht!

Het is le livre.
Hoe zeg je "mijn boek" in het Frans?

1. mon livre
2. ma livre
3. mes livre

Het is le stylo (de pen)
Hoe zeg je "haar pen" in het Frans?

1. ses stylo
2. sa stylo
3. son stylo

Het is la maison.
Hoe zeg je "zijn huis" in het Frans?

1. son maison
2. sa maison
3. ses maison

Het is la fleur.
Hoe zeg je "onze bloem" in het Frans?

1. votre fleur
2. leur fleur
3. notre fleur

Hoe zeg je "hun bloem" in het Frans?

1. leur fleur
2. leurs fleur
3. votre fleur
4. vos fleur

Hoe zeg je "jullie bloemen" in het Frans?

1. leur fleurs
2. leurs fleurs
3. votre fleurs
4. vos fleurs

Les devoirs

(het huiswerk)

Faire: 

- exercice 18, bron D - oefenexemplaar, inleveren.

Apprendre: 

- Vocabulaire A, B + Grammaire C + phrases D.