4.2 Keizers, koningen en heren

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Samenwerking tussen Clovis en de christelijke kerk
Steunt de kerk bij het uitbreiden van de macht
Helpen bij het bestuur, want ze zijn opgeleid en machtig

Slide 7 - Tekstslide

Dood van Clovis
  • Na de dood van Clovis kregen zijn vier zoons delen van het rijk. 

  • De Karolingen grijpen de macht, ook een Frankisch volk. (afgeleid van de naam Karel).

  •  De bekendste Karoling is Karel de Grote.

Slide 8 - Tekstslide

Soldaten leveren
Stuk grond te leen
Leenmannenn
Karel de Grote
(Leenheer)
Trouw zweren

Slide 9 - Tekstslide

Leenstelsel
Leenstelsel

Slide 10 - Tekstslide

§4.2 Keizers, 
koningen en heren


Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
Je kunt uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.

Slide 11 - Tekstslide

Het leenstelsel

Slide 12 - Tekstslide

* Karel overleed in 814
* Leenstelsel valt uit elkaar
* Drie redenen

Slide 13 - Tekstslide

1. Frankische Rijk viel in stukjes uit elkaar

* Frankisch recht = bezit verdeeld onder zonen na dood van een koning
* Splitsing van het Rijk

Slide 14 - Tekstslide

2. Bestuur raakte verzwakt
* Leenstelsel
* Land werd beschouwd als eigendom ipv leen
* Land werd erfelijk
* Zonen niet trouw en gehoorzaam aan de koning
* Koning verloor macht

Slide 15 - Tekstslide

3. Aanvallen van buitenaf
* Noorden -> Vikingen
* Oosten -> Hongaren
* Verzwakte het rijk

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk....
  • Maak eens een mindmap 
  • Lees par 4,2
  • Maak par 4,2
  • Bekijk de ontdekkingsplaat
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe het hofstelsel werkte en welke plaats horigen in dat stelsel hadden.
0100

Slide 19 - Poll

Boer die geen eigen grond had, maar moest werken op het land van de heer.
De heer beschermde de boeren in ruil voor een deel van de oogst,
Gebied waar een heer de baas was.
Werkzaamheden die boeren gratis voor de heer moesten doen.
Hofstelsel
Domein
Horige
Herendiensten

Slide 20 - Sleepvraag

Deze persoon bepaalde of de horige mocht trouwen of het domein mocht verlaten
Economisch systeem in de vroege middeleeuwen
Gaf oogst aan de domeinheer in ruil voor bscherming
Deze persoon krijgt geen bescherming van de heer
Hofstelsel
Domeinheer
Vrije boer
Horige boer

Slide 21 - Sleepvraag

Grond met bossen en rivieren
De grond van de heer zelf
De grond waar de boer leefde en werkte

Vroonland

Hoeveland
Woeste gronden

Slide 22 - Sleepvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Leenheer
Trouw / macht
Bescherming
Stukken land te leen
Herendiensten
Karel de Grote

Slide 23 - Sleepvraag

Leenstelsel
Domeinstelsel (hofstelsel)
economisch systeem
Politiek systeem

Slide 24 - Sleepvraag

Bij wie hoort het?
Moet soldaten leveren
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 25 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Mag rechtspreken
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 26 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Leent het gebied uit
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 27 - Quizvraag

Bij wie hoort het?
Mag de inkomsten van het gebied houden
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 28 - Quizvraag

Lees de bron.

Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?

Kies het juiste antwoord.

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 29 - Tekstslide

Welke conclusie kun je trekken over de verhouding tussen leenheer en leenman?
A
De leenman was altijd afhankelijk van zijn leenheer.
B
De verhouding tussen leenheer en leenman was gebaseerd op wederzijdse verplichtingen.
C
Leenheer en leenman waren onafhankelijk van elkaar en gebonden door een eed van trouw.
D
De leenman kreeg alleen een leen van de leenheer als hij een eed van trouw aflegde aan de leenheer.

Slide 30 - Quizvraag

Lees de bron nog een keer. Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen? 

Bron

Een leenman moet zijn leenheer altijd bijstaan met raad en daad, als hij zijn leen waardig wil zijn en trouw aan zijn eed. De leenheer moet hetzelfde doen tegenover zijn leenman. Als hij dat niet doet, is hij ontrouw; net zo goed als de leenman een verrader is, wanneer hij samenzweert tegen zijn leenheer.

Naar: Een brief van bisschop Fulbert van Chartres aan hertog Willem V van Aquitanië (1020).
st

Slide 31 - Tekstslide

Laatste vraag.......Hoe betrouwbaar is de bron als je kijkt naar hoe de maker aan zijn informatie is gekomen?
A
betrouwbaar
B
onbetrouwbaar
C
Dit kun je niet goed beoordelen
D
betrouwbaar en onbetrouwbaar

Slide 32 - Quizvraag

§4.2 Keizers, 
koningen en heren


Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond.
Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte.
Je kunt uitleggen welk gevolg het leenstelsel had voor het bestuur in Europa.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Karel de Grote en het leenstelsel
- Het eerste filmpje is een histoclip over Karel de Grote
- In de overige filmpjes wordt het leenstelsel verder uitgelegd. Iedere keer op een andere manier. Kijk zelf welk filmpje het beste bij jou past.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video