Paragraaf 1 Werk over te te kort

Programma
Maken praktijkopdracht 1 uit hoofdstuk 3.
"werkgelegenheid in de supermarkt" (10 minuten)
Uitleg paragraaf 3.1
Maken paragraaf 3.1 en de rekentrainer 3.1
timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Maken praktijkopdracht 1 uit hoofdstuk 3.
"werkgelegenheid in de supermarkt" (10 minuten)
Uitleg paragraaf 3.1
Maken paragraaf 3.1 en de rekentrainer 3.1
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1
Ik kan uitleggen hoe de werking is van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt

Slide 2 - Tekstslide

Werklozen
Beroepsbevolking

Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn


Werkzame    beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 3 - Tekstslide

Aanbod van arbeid = Beroepsbevolking

beroepsbevolking = aanbod van arbeid


Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Werkloosheid & Arbeid




Arbeidsmarkt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsmarkt
  • het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid

Slide 9 - Tekstslide

Vraag naar arbeid = Werkgelegenheid 

Werkgelegenheid = Vraag naar arbeid 
Overheid en bedrijven:

-Banen die vervuld worden
-Vacatures 

Slide 10 - Tekstslide

Werkgelegenheid

  • Het wordt gemeten in arbeidsjaren (arbeidsvolume) of in aantallen personen

--> arbeidsjaar: fulltime baan op jaarbasis 



Slide 11 - Tekstslide

Vraag naar werk (werkgevers) berekenen in arbeidsjaren

Slide 12 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag dan aanbod

  • hebben werkgevers tekort aan personeel
  • hebben werkzoekenden een grote kans op een baan
  • is de kans groot dat de arbeidsomstandigheden verbeteren

Slide 13 - Tekstslide

Ruime arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag
  • werkeloosheid hoog
  • werkzoekenden weinig kans op een baan
  • kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren.
  • veel mensen zonder baan zich niet nuttig
  • worden kansen op een carrière minder

Slide 14 - Tekstslide


Samenvattend



Krappe arbeidsmarkt
(veel werk - weinig aanbod)




Ruime arbeidsmarkt
Weinig werk - veel aanbod)

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1
Ik kan uitleggen hoe de werking is van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 3.1 en de rekentrainer 3.1

Slide 17 - Tekstslide