CROSS 1.4.3

Crossmediale communicatie
P4, 1.4.3
les 2, MEP1
Marty Bosman
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EvenementenmanagementMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Crossmediale communicatie
P4, 1.4.3
les 2, MEP1
Marty Bosman

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn géén bouwstenen voor jouw crossmediale mediacampagne
A
Doelgroep​ + ijkpersoon en de Communicatieboodschap​
B
De SMART SWOT-analyse
C
De communicatiedoelstelling
D
De kernwaarden, missie en visie van de opdrachtgever

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is juist:
A
Een doelgroep is een groep mensen of klanten die een bedrijf of organisatie wil benaderen om een product, dienst of informatie onder de aandacht te brengen.
B
Een doelgroep is een groep mensen of klanten die een bedrijf of organisatie wil benaderen om door hen een product, dienst of informatie te laten promoten.
C
De communicatiedoelstelling heeft niets met de doelgroep te maken maar gaat uit van de organisatie en de overkoepelende doelstellingen.
D
De kernwaarden, missie en visie van de een organisatie zijn gebaseerd op wat de doelgroep wil.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ijkpersoon:
A
houdt van bomen
B
heeft niets met de doelgroep te maken maar wordt bedacht door marketeers
C
is een typische persoon uit jouw doelgroep die alle kenmerken vertoont en is aangevuld met persoonlijke details
D
mag nooit een foto hebben in verband de Wet Bescherming Persoonsgegevens

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een doelstelling moet SMART geformuleerd zijn omdat
A
SMART ervoor zorgt dat de doelstelling haalbaar, meetbaar, duidelijk is en een tijdlijn heeft (want anders doe je maar wat)
B
SMART het engelse woord voor 'slim' is dus dat is beter dan dom
C
een doelstelling SMART formuleren staat in het Handboek voor Marketing
D
SMART zorgt ervoor dat de doelstelling significant is en voorspelbaar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande doelstellingen over het krijgen en vragen van feedback is SMART geformuleerd:
A
In lesweek 4 van P4 wil ik beter worden in het geven en ontvangen van feedback, daarom volg ik daar een speciale training voor.
B
Ik wil beter worden in het geven en ontvangen van feedback, daarom volg ik daar een speciale training voor. In die periode wil ik minimaal 3 oefengesprekken voeren met medestudenten.
C
In lesweek 4 van P4 wil ik beter worden in het geven en ontvangen van feedback, en dat kan bijvoorbeeld met een speciale training van 1 uur per dag.
D
In lesweek 4 van P4 wil ik beter worden in het geven en ontvangen van feedback, daarom volg ik daar een speciale training voor. In die periode wil ik minimaal 3 oefengesprekken voeren met medestudenten.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een communicatiedoelstelling is gericht op:
A
Kennis (bijvoorbeeld naamsbekendheid), ​houding (bijvoorbeeld het imago)​ en gedrag (bijvoorbeeld een account volgen)
B
Kennis (bijvoorbeeld naamsbekendheid), ​houding (bijvoorbeeld het imago)​ en onderzoek (bijvoorbeeld een enquete maken)
C
Arbeid (bijvoorbeeld mensen ontslaan), ​houding (bijvoorbeeld het imago)​ en gedrag (bijvoorbeeld een account volgen)
D
Kennis (bijvoorbeeld naamsbekendheid), ​bewegen (bijvoorbeeld met OV)​ en gedrag (bijvoorbeeld een account volgen)

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag

  • Vandaag bepaal je jullie doelgroep door het doen van deskresearch en het maken van een ijkpersoon;

  • Vandaag heb je je productieplan verder bijgewerkt.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De communicatiedoelstelling

  • Kennis, houding en gedrag zitten in het brein van de doelgroep
  • Daarom is een communicatiedoelstelling gericht op een specifieke doelgroep
  • Heb je te maken met een communicatiedoelstelling voor een campagne, dan moet de communicatiedoelstelling bereikt zijn aan het eind van de campagne.

DAAROM DOE JE EERST ONDERZOEK VOORDAT JE EEN CAMPAGNE MAAKT!

Vorige week hebben we hiermee geoefend, vandaag ga je hiermee aan de slag.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doe desk research naar jullie doelgroep
Deskresearch
Dit onderzoek doe je online, om te bepalen wat de volgende kenmerken van de doelgroep van je bedrijf zijn;
  • leeftijd
  • geslacht
  • interesses
  • hobby’s
  • opleidingsachtergrond
  • woonplaats
  • inkomen
  • mediagedrag, etc. 

Verzamel deze informatie en vermeld je bron! (Chatgpt is geen bron maar weet misschien wel wat een goede en betrouwbare bron is)

Slide 10 - Tekstslide

Zoek de Studiewijzer op 
studenten krijgen een kopie

Doe field research naar jullie doelgroep
Field research
Dit onderzoek doe je zelf. Stel een enquête op die je deelt (bijvoorbeeld in je klas) waarbij je vragen stelt over jullie bedrijf, waardoor je de doelgroep beter leert kennen.

Verzamel deze informatie en verwerk dit in een overzicht.


Tip: gebruik forms, die maakt meteen grafieken.

Slide 11 - Tekstslide

Zoek de Studiewijzer op 
studenten krijgen een kopie

Vul jullie research aan met een ijkpersoon of persona
Met een ijkpersoon of persona:
  • Leer je de doelgroep nog beter kennen
  • Het is een type mens dat een (deel) van je doelgroep vertegenwoordigt
  • Met een persona kom je er achter wat de eigenschappen van deze mensen in je doelgroep zijn
  • Daardoor weet je hoe ze denken, zich gedragen en wat ze vinden
  • En hoe je jouw communicatiedoelstelling hierop af kunt stemmen

Slide 12 - Tekstslide

Zoek de Studiewijzer op 
studenten krijgen een kopie

Welke informatie zet je in je   ijkpersoon of persona?
  • Een naam en foto (je maakt een echt persoon!)​
  • De kenmerken van deze persoon (leeftijd, werk, woonplaats, opleiding, geslacht, etc.)​
  • De interesses van die persoon​ 
  • Politieke voorkeur, burgerlijke staat, hobby’s​
  • Voorkeur voor merken van deze persoon
  • Welke social media gebruikt deze persoon


LET OP: het is geen CV!

Slide 13 - Tekstslide

11.39 - 11.44
BO: ‘wat is de gemiddelde omzet?’, ‘wie zijn de belangrijkste spelers in de branche?’, Hoeveel omzet maken deze spelers? En wat zijn de nieuwste innovaties in de sector?’, ‘wat zijn de trends en ontwikkelingen in de branche?’.

Opdracht: maak een persona voor MA
Maak met je team één persona die past bij de doelgroep van Mediacollege Amsterdam.

Denk goed na over welke doelgroepen er zijn op MA. Maak een keuze uit de verschillende doelgroepen en maak voor 1 doelgroep een persona. 

 Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor.


Slide 14 - Tekstslide

11.45-11.50

CO: Op welke doelgroep richten zij zich? Welke producten of diensten bieden ze aan? Wat is hun prijs? Hoe bepalend zijn ze binnen de sector?    
De communicatieboodschap
Wat is dat?????
  • Een boodschap is een mededeling die van zender naar ontvanger gaat. 
  • Dat kan bestaan uit alleen woorden, heel zinnen, foto's, video's, symbolen of andere vormen van expressie.
  • Bepaal eerst:
  1. Wat wil je zeggen?
  2. Hoe ga je het zeggen?
  3. Hoe ziet het eruit?

Slide 15 - Tekstslide

11.45-11.50

CO: Op welke doelgroep richten zij zich? Welke producten of diensten bieden ze aan? Wat is hun prijs? Hoe bepalend zijn ze binnen de sector?    
Denk aan je communicatiedoelstelling voor jullie boodschap
De structuur van de communicatieboodschap:
1. onderwerp 
2. argumenten
3. conclusie

Wat is de kern van je boodschap? Waar gaat het om? Wat is het belangrijkste? 

Remember: kennis, houding en gedrag zitten in het brein van de doelgroep!

Slide 16 - Tekstslide

11.45-11.50

CO: Op welke doelgroep richten zij zich? Welke producten of diensten bieden ze aan? Wat is hun prijs? Hoe bepalend zijn ze binnen de sector?    
Aan de slag!
  • Beschrijf de doelgroep door middel van desk en field research
  • Maak een ijkpersoon
  • Bepaal jullie communicatieboodschap (wat willen jullie zeggen?)
  • Werk je productieplan bij!
  • Klaar? Vraag feedback!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAMINDELING
Team 1 Sem, Yara, Chevano
Team 2 Liam, May, Juwen 
Team 3 Rosa, Tika, Celestę
Team 4 Maud, Sarah Jane, Frits
Team 5 Noa, Lynn, Jamie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAMINDELING
Team 1 Luca, Joshua 
Team 2 Zoe, Darius 
Team 3 Jan, Lotfi, Ray
Team 4 Lars, Chris, Manon
Team 5  Jamie, Huub, Danique
Team 6 Megan, Lorna 
Team 7  Mia, Laura, Jahnicha 

 

 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies