Herhalingsles

Welkom Klas 2 
Hoofdstuk 2 Geld en verzekeren
Herhalingsles deel 1
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom Klas 2 
Hoofdstuk 2 Geld en verzekeren
Herhalingsles deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke redenen kun je hebben om geld te lenen?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een persoonlijke lening of een doorlopend krediet?

Slide 7 - Open vraag

Wat voor soorten leningen zijn er?

Slide 8 - Open vraag

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 9 - Sleepvraag

Reserveren
bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = reservering per maand

Voorbeeld:
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.
Hoeveel moet ze per maand reserveren?
€ 1.800 : 24 = € 75 per maand reververen.

Slide 10 - Tekstslide

Kijkvraag: wat betekent inflatie?
A
Geld wordt minder waard
B
Alle producten worden duurder
C
Producten worden (gewogen) gemiddeld duurder
D
Producten worden (gewogen) gemiddeld goedkoper

Slide 11 - Quizvraag

Voor wie is inflatie nadelig? (Een of meer antwoorden juist.)
A
Spaarders (beleggers)
B
Leners (geldvragers)
C
Werknemers met een vast nominaal loon
D
Gepensioneerden met een geïndexeerd pensioen

Slide 12 - Quizvraag


Inflatie
Je geld wordt minder waard
Wat is het gevolg van inflatie?

Prijzen 
stijgen

Je kan minder kopen voor hetzelfde geld

Je koopkracht daalt

Slide 13 - Sleepvraag

Welke verzekeringen ken je?

Slide 14 - Woordweb

Polis
Een bewijs van verzekering.


Polisvoorwaarden
Hierin staan de rechten en de plichten van de verzekerde en de verzekeraar.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is nu precies een verzekering?
Wat is nu precies een verzekering?

Als je een verzekering afsluit neemt een verzekeringsmaatschappij het risico van schade over van jou. In ruil daarvoor betaal je premie.

- jij bent de verzekerde/verzekeringsnemer
- de verzekeringsmaatschappij de verzekeraar


Slide 16 - Tekstslide