Test jezelf: Ordening BS1 t/m BS6


Wanneer behoort een organisme tot dezelfde soort?
A
als het een populatie is
B
als het zich kan voortplanten
C
als het samen leeft
D
als het zich kan voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgt
1 / 31
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Wanneer behoort een organisme tot dezelfde soort?
A
als het een populatie is
B
als het zich kan voortplanten
C
als het samen leeft
D
als het zich kan voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgt

Slide 1 - Quizvraag

Welk(e) rijk(en) hebben een celkern?
A
planten, dieren, schimmels en bacteriën.
B
dieren, schimmels en bacteriën.
C
planten en dieren
D
planten, dieren en schimmels

Slide 2 - Quizvraag

Welk(e) rijk(en) hebben geen celwand?
A
Schimmels
B
Dieren en schimmels
C
Dieren
D
Bacteriën

Slide 3 - Quizvraag


Wat heeft een bacterie niet en een dier wel?
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma

Slide 4 - Quizvraag


Waar leven bacteriën en schimmels van?
A
van dode planten
B
van dode dieren
C
van resten van dieren
D
van resten van dode organismen

Slide 5 - Quizvraag


Wat is een voorbeeld van een eencellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a, b als c

Slide 6 - Quizvraag


Hoe planten veelcellige schimmels zich voort?
A
sporen
B
deling
C
bestuiving
D
zaden

Slide 7 - Quizvraag


Waarvoor worden schimmels gebruikt?
A
brood, bier
B
brood, bier, wijn
C
brood, bier, wijn, schimmelkaas
D
brood, bier, wijn, schimmelkaas, penicilline

Slide 8 - Quizvraag


Hoe worden bacteriën en schimmels ook wel genoemd?
A
reducenten
B
producenten
C
consumenten
D
families

Slide 9 - Quizvraag

De cellen van een appelboom hebben een kern
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Hoe planten mossen zich voort?
A
Zaden
B
Sporen
C
Bloemen
D
Vruchten

Slide 11 - Quizvraag

Hebben alle planten ook bloemen?
A
Alleen de zaadplanten
B
De zaadplanten en de sporenplanten
C
De zaadplanten, sporenplanten en wieren
D
Alleen de naaktzadigen

Slide 12 - Quizvraag

Welke celkenmerken heeft het rijk van de dieren?
A
Celwand, celkern
B
Bladgroenkorrels, celkern
C
Celkern
D
Celwand, celkern, bladgroenkorrels

Slide 13 - Quizvraag

De cellen van mijn spieren hebben een kern
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Indeling dierenrijk
SYMMETRIE 
(niet symmetrisch/tweezijdig symmetisch/veelzijdig symmetrisch)

SKELET 
(geen skelet/uitwendig skelet/inwendig skelet)

Slide 15 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch

Slide 16 - Tekstslide


VEELZIJDIG SYMMETRISCH --> een kwal

Slide 17 - Tekstslide

Het rijk van de dieren
Ordening

Slide 18 - Tekstslide

Sponsdieren
  • Niet-symmetrisch
  • Uitwendig Skelet --> skelet van hoornvezels tussen de cellen
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 19 - Tekstslide

Neteldieren
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels

Slide 20 - Tekstslide

Weekdieren
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> meestal een schelp of huisje

Slide 21 - Tekstslide

Stekelhuidigen
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet van kalk
  • Huid is bedekt met stekels/knobbels
  • Leven op de bodem van de zee

Slide 22 - Tekstslide

Geleedpotigen
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Uitwendig skelet --> een pantser

Slide 23 - Tekstslide

Gewervelden
  • Tweezijdig symmetrisch
  • Inwendig skelet --> een wervelkolom

Slide 24 - Tekstslide

Ordening dieren - Quiz

Slide 25 - Tekstslide

Het dier hiernaast hoort in de stam van de ...
1
A
amfibieën
B
weekdieren
C
reptielen
D
gewervelden

Slide 26 - Quizvraag

Op de foto hiernaast zie je een wandelend blad.
Een wandelend blad heeft een exoskelet met chitine. Het lijf bestaat uit drie delen. Op zijn kop zitten antennes en ogen.

Slide 27 - Tekstslide

Het wandelend blad behoort tot de stam van de ...
4
A
gewervelden
B
geleedpotigen
C
insecten
D
stekelhuidigen

Slide 28 - Quizvraag

Deze glas-octopus behoort tot de groep/klasse van de:
5
A
schelpdieren
B
slakken
C
inktvissen
D
kreeftachtigen

Slide 29 - Quizvraag

Welk van deze dieren heeft een uitwendig skelet?
7
A
zeester
B
slak
C
vleermuis
D
Alle drie

Slide 30 - Quizvraag

Heel veel succes met het vak BIOLOGIE
Tot ziens

Slide 31 - Tekstslide