De Wijde wereld p1 week 1 opstart en taak 2 opdracht 2

Wat wil je weten van mij?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat wil je weten van mij?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van PRci?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit schooljaar
  • examen: periode 2
  • 2 klokuren op school - 1 klokuur zelfstandig (op school)
  • 3 werkprocessen
  • simulatie: SPL
  • herkansing periode 3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode
1 klokuur: De Wijde Wereld
1 klokuur: Social media 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Wijde Wereld
Je gaat (fictief) een event organiseren en daar zijn allerlei zaken voor nodig. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Corporate Informatie
Wat weten we nog/al?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week
De Wijde Wereld 
  • Aantekeningen maken 
  • Van spreektaal naar schrijftaal

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom behandelen we dit onderwerp?
  1. Voicemailbericht beluisteren en aantekeningen maken
  2. Veelgemaakte fout in het examen: gebruik spreektaal i.p.v. schrijftaal

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak jij het aan als je aantekeningen moet maken bij een les, op stage of op je werk?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aantekeningen maken 
  • Onderscheid hoofdzaken van bijzaken. 
  • Schrijf in telegramstijl (zo kort mogelijk).
  • Noteer de gegevens: naam , datum, onderwerp 
  • Noteer moeilijke woorden - later kun je om de betekenis vragen, of deze opzoeken in een woordenboek/online. 
  • Gebruik pijlen, strepen en kleurtjes om verbanden te leggen. 
  • Kom goed voorbereid naar de les/je werk/je vergadering.  Zo snap je veel meer van wat er verteld wordt. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als je iets in de les/tijdens een vergadering niet begrijpt?

Slide 11 - Open vraag

Ik neem aan dat iedereen hier zegt 'je vraagt het aan je docent'. Je kunt extra benadrukken dat je vooral niet bang moet zijn om vragen te stellen - docenten verwachten juist dat studenten vragen stellen en zullen alleen maar blij zijn dat je niet bang bent om een vraag te stellen. Vaak zullen andere studenten dat onderdeel ook niet helemaal begrepen hebben, dus is het alleen maar fijn. 
Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Cornell-methode
Deel je pagina op deze manier in. 
Na een vergadering bespreek je de aantekeningen met je leidinggevende. Daarna werk je je aantekeningen uit tot een overzichtelijk verhaal. 

Dit kun je ook gebruiken om lesstof te leren. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreektaal vs 
schrijftaal

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je spreektaal, en wanneer gebruik je schrijftaal?

Slide 15 - Open vraag

Spreektaal als je spreekt, en schrijftaal als je schrijft? Ga hier iets dieper op in door te zeggen dat je spreektaal ook gebruikt als je mailtjes typt naar medestudenten of vrienden, bijvoorbeeld; maar wanneer je een docent mailt, kun je beter schrijftaal gebruiken. En natuurlijk al helemaal in verslagen voor de studie. 
Maak schrijftaal van deze zin:
"Ik wou graag iets met mensen doen. Voor mensen zorgen ofzo"

Slide 16 - Open vraag

Bespreek hier zowel het woord 'wou' als 'iets met mensen': hoe specifieker, hoe beter! Dus bijvoorbeeld: 'ik help graag mensen die dat nodig hebben, en daarom is de studie verpleegkunde erg geschikt voor mij.' Geef ze de ruimte om vragen te stellen
Maak schrijftaal van deze zin:
"Nou, ik vond het maar niks, hoor."

Slide 17 - Open vraag

Schenk aandacht aan de dt-fout (uiteraard) en 'echt superleuk'. Hoe kun je dat goed oplossen?
Schrijftaal
Belangrijk is: 
  • Schrijf duidelijk en direct; 
  • Schrijf zakelijk;
  • Onderbouw wat je zegt; 
  • Schrijf gestructureerd;  
  • Gebruik correcte grammatica. 

Slide 18 - Tekstslide

Hier kun je nog focussen op: schrijf dus niet té lange zinnen (langer is niet beter!); ga er niet van uit dat dingen algemene kennis zijn, dus zorg dat een complete leek het nog snapt (duidelijk - geen afkortingen of dingen die de student wellicht als vanzelfsprekend ziet); maak een structuur in de tekst (gisteren geoefend met het schrijfproces); zakelijk = zonder te veel emotie of pure 'mening' (sluit aan bij onderbouwing). 
Deze week/vandaag: 
Website Stichting Praktijkleren
De Wijde Wereld
Taak 2: opdrachten 2 en 3

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht gemaakt. Zet in Teams. 
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies