H3 - P2 - week 3 - les 2 - H 18

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom 
- Stillezen
- Toets bespreken
- H18 - argumentatievormen 1 - bespreken
- Toets bekijken


Doel:
- Je scheidt een mening van een argument
- Je geeft aan welke argumentatievorm er gebruikt is bij een standpunt
- Je schrijft de structuur van de argumentatie op. 

Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Drie dingen om aan te werken:

1. Formatieve toets H15 + werkwoordspelling (week 49 = 5e lesweek)
2. Boekopdracht = recensie schrijven (inleveren woensdag 20 december)
3. Toets in toetsweek = H17, 18, 19, 32 en 33 = argumentatie 

Zie volledige planning in teams
Planning periode 2:

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
timer
15:00
Leg je boeken op tafel

Slide 4 - Tekstslide

Let op:

- Hoofdletters en punten zijn ook spelfouten die meetellen. 
- Heb je een volledig antwoord gegeven?
- Heb je alle onderdelen van een vraag gemaakt?

Toets bekijken:

Slide 5 - Tekstslide

standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.

Argument: 
1.  Het waaide zo hard dat er allerlei ongelukken gebeurden.

H18 - Soorten argumentatie

Slide 6 - Tekstslide

standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.

Argument: 
1.  Het waaide zo hard dat er allerlei ongelukken gebeurden.




H18 - Soorten argumentatie
Standpunt + 1 argument
Enkelvoudige argumentatie

Slide 7 - Tekstslide

standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.

Argument: 
1.  Het waaide zo hard dat er allerlei ongelukken gebeurden.




H18 - Soorten argumentatie
Standpunt + 1 argument
Enkelvoudige argumentatie
Structuur: standpunt ← argument

Slide 8 - Tekstslide

standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.

Argumenten: 
1.  Het waaide zo hard dat er allerlei ongelukken gebeurden.
2. Ik ben bang om een boom op mijn hoofd te krijgen. 




H18 - Soorten argumentatie:
Standpunt + 1 argument
Enkelvoudige argumentatie
Standpunt + meerdere argumenten
Meervoudige argumentatie
Structuur: standpunt ← argument
Structuur: standpunt ← argument + argument + argument (enzovoort)
=
=

Slide 9 - Tekstslide

standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.

Argumenten: 
1.  Het waaide zo hard dat er allerlei ongelukken gebeurden.
2. Ik ben bang om een boom op mijn hoofd te krijgen. 




H18 - Soorten argumentatie:
Standpunt + meerdere argumenten
Meervoudige argumentatie
Structuur: standpunt ← argument + argument (+ argument ....)

Slide 10 - Tekstslide

Hoe uitgebreider de argumentatie, hoe moeilijker het standpunt te weerleggen. 

Meervoudige argumentatie is dus meestal sterker dan enkelvoudige.  


H18 - Soorten argumentatie:
Weerleggen

Aantonen dat een argument niet klopt. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe uitgebreider de argumentatie, hoe moeilijker het standpunt te weerleggen. 

Meervoudige argumentatie is dus meestal sterker dan enkelvoudige.  

Voorbeeld:
Het is een goed idee om je tv-abonnement te vervangen voor losse streamingsdiensten (standpunt). Je kunt dan zelf bepalen wanneer je wat kijkt,(argument) je hebt geen last van last van reclame (argument) en je betaalt niet voor zenders die je niet bekijkt(argument). Ook ben je dan vaak goedkoper uit(argument). 

Structuur: standpunt ← argument + argument + argument + argument


H18 - Soorten argumentatie:

Slide 12 - Tekstslide

Meervoudige argumentatie herkennen:

Let op signaalwoorden als:
- ten eerste (ten tweede, ten derde etc.)
- en
- ook
- daarnaast

(signaalwoorden van een opsomming). 


H18 - Soorten argumentatie:

Slide 13 - Tekstslide

H18 - opbouw argumentatie 1:

Wat ga je doen:
- Opdracht 2, 3, 5 en 6 samen nakijken

Hoe ga je dit maken:
- Je mag overleggen in tweetallen. Hoe kun je de sterkste 
argumentatie maken en weerleggen? 

Wanneer maak je dit:
- Deze les


Bespreken:

Slide 14 - Tekstslide

H18 - opbouw argumentatie 1:

Wat ga je doen:
- Opdracht 7 

Hoe ga je dit maken:
- Je mag overleggen in tweetallen. Hoe kun je de sterkste 
argumentatie maken en weerleggen? 

Wanneer maak je dit:
- Deze les


Zelf zoeken

Slide 15 - Tekstslide

- Leesboek meenemen 
- Laptop mee - spelling oefenen
- Huiswerk H18 af. 


Tot dan!
Volgende les: 

Slide 16 - Tekstslide