Veilig op Stage hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10
Elektriciteit

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10
Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Waar gebruik je thuis veel elektriciteit?
Noem 2 dingen

Slide 2 - Woordweb

Stroomkring
- 2 stroompunten
- De een van stopcontact naar apparaat
- De ander van apparaat naar stopcontact

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stroomsterkte
- Hoeveelheid stroom die per seconde door een draad gaat.
- De stroomsterkte meet je in: Ampère (A)
=> dit meet je met een Ampère meter. 
(Denk aan rivier/ hoeveel water per seconde er door de rivier stroomt)

Slide 5 - Tekstslide

Spanning
- Kracht waarmee de stroom door de stroomkring gaat.
- Denk aan rivier/ hoe snel/ hard stroomt het water per seconde
- Volt

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vermogen
Hoeveel energie gebruikt apparaat per seconde: Watt
                                 



- Watt

Slide 8 - Tekstslide

Weerstand en geleiding
- Elk materiaal heeft eigen weerstand
- Grotere weerstand, hoe moeilijker het materiaal geleidt

Slide 9 - Tekstslide

Gevaren elektriciteit

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Elektrocutie:
Als er veel stroom door je lichaam loopt, kan je geëlektrocuteerd worden. Hier kan je dood aan gaan. 
Vonk en vlamboog:
Twee stroomdraden met verschillende spanning komen tegen elkaar: kortsluiting
Brand en explosie:
Als er door kortsluiting vonken overslaan kan er brand ontstaan. Bv bij tanken en gebruik mobiel. 
Letsel door schrik:
Als je een schrok krijgt, loopt er stroom door je heen. Is dit niet zoveel, kan je ervan schrikken, waardoor je jezelf bezeert (bv. stoten/vallen)

Slide 12 - Sleepvraag

10.3 Veilige spanning
Gelijkspanning (veilig tot 120V)
De stroom loopt dezelfde kant op, bijvoorbeeld bij een batterij. Gelijk spanning wordt aangegeven met = ,
Wisselspanning (veilig tot 50V)
Bij wisselspanning loopt de stroom steeds een andere kant op. Dit gebeurd met alle apparaten met een stopcontact. 
Wisselspanning wordt aangegeven met AC of 

Slide 13 - Tekstslide

Kabelhaspels en verlengsnoeren
Op een haspel zit een sticker. 
Hierop staat hoe je deze 
mag gebruiken. 
Opgerolde haspel ontstaat veel warmte.
Afgerolde haspel kan meer stroom doorlaten. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Apparaten vergelijken met label. 
Sluibverbruikers, zet uit om stroomverbruik te voorkomen. 
Verwarmen kost veel stroom. 
Koelen kost veel stroom. 
Energielabel geeft stroomverbruik aan. 

Slide 16 - Sleepvraag