Klas 2 - bron EFG ch1 + PC

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour & bienvenue!

C'est vendredi!

Programme

• Apprenez voca E & F
• Test de voca E & F
•  Écrire en français
• Herhaling Passé-composé
• Herhaling bezittelijk vnw
• Devoirs

• Afsluiting 

_{Les buts}

_{Aan het einde van deze les...}

- ken ik de woorden E en F.

-  heb ik geoefend met de zinnen van G over vakantieactiviteiten.

- begrijp ik de Passé-composé en het bezittelijk vnw in het Frans.

Apprenez le vocabulaire E & F pendant 8 minutes ...

La gare

La dispute

Je veux

arrêter

d'abord

fatigué

en automne

le village

pourquoi

faire de la plongée

La gare

La dispute

Je veux

arrêter

d'abord

fatigué

en automne

le village

pourquoi

faire de la plongée

het station

de ruzie

Ik wil

stoppen

ten eerste

moe

in de herfst

het dorp

waarom

duiken

Comment ça va? 

Schrijf 4 zinnen op aan de hand van het plaatje. Gebruik de passé composé.

De opdracht staat op pagina 45 (opdracht 28)

Comment ça va? 

Ga met elkaar praten in het Frans over je vakantie. Doe dit aan de hand van het verhaaltje dat je net hebt geschreven of met behulp van opdracht 28 

(page 45). Gebruik de zinnen van bron G. (stel ook de vragen aan de ander!)

Bezittelijk voornaamwoord

Doel: je gebruikt het bezittelijk voornaamwoord

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

1. duidt een persoon, dier of ding aan
2. geeft aan van wie iets is.

Het bezittelijk voornaamwoord

Vul het juiste bez. vnw. in:
Je suis dans ... (mijn) chambre.

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (zijn) parents.

1. tes
2. mes
3. ses
4. les

Vul het juiste bez. vnw. in:
Paul est ... (haar) cousin.

1. son
2. sa
3. ses
4. mon

Let op!

Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!

Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.

C'est son école.         = Dat is zijn/haar school.

Vul het juiste bez. vnw. in:
1, Rue Verdun est ... (zijn) adresse (v).

1. ta
2. ton
3. mes
4. son

(Jouw) ami est très sympa

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

(Haar) frère est très intelligent.

1. Son
2. Sa
3. Ton
4. Ta

(Zijn) parents sont très sévères

1. son
2. tes
3. ses

Vul in: _____ parents (jouw)

Vul in: _____ cousine (mijn)

Vul in: ____ amie (zijn)

Vul in: _____ enfants (uw)

Mon

Ma

Mes

tante

grand-père

copains

soeur

cousins

oncle

Grand-mère

soeur

famille

frère

ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

0100

Bezittelijk voornaamwoord

Passé composé

Ma sœur a travaillé dans un camping.

Mes parents ont visité ma sœur au camping.

Nous avons eu un mobil-home pendant deux semaines.

Vous avez été à l'hôtel?

Moi, j'ai fait du kitesurf!

être = été

avoir = eu

faire = fait

- Altijd hulpww. avoir!

- Som bij regarder: 

hele ww - R + streepje op e = regardé

J'ai été en vacances en Espagne.

J'ai été avec mes parents et mon ami.

Il a fait 18 degrés.

Comment ça va? 

Ga met elkaar praten in het Frans over je vakantie. Doe dit aan de hand van het verhaaltje dat je net hebt geschreven of met behulp van opdracht 28 

(page 45). Gebruik de zinnen van bron G. (stel ook de vragen aan de ander!)

L'exercice 33 

Fakebook / Padlet / Canva

Stap 1: kies een profielfoto en schrijf in je biografie wie je bent, waar je woont, hoe oud je bent en wat je doet.

Stap 2: Ga posten (100 woorden) over een Franstalig land waar je bent geweest:

- Waar ben je geweest?

- Wat voor talen spreken ze er?

- Waar verbleef je en hoelang?

- Met wie?

- Wat heb je gedaan? (meerdere activiteiten!)

- Hoe was het en wat voor weer was het?

Stap 3: Schrijf in verschillende posts, doe er afbeeldingen bij, kleed Fakebook mooi aan! 

Translate wordt niet gewaardeerd, gebruik zinnen uit je boek!

mai 2013- J'm tire...

Les devoirs

Apprenez 

- voca E & F page 51

- les phrases-clés G page 52

- le passé composé D page 53

- bonuspunt: bezittelijk vnw H page 53

Au revoir