herhaling H3 warmte

herhaling H3 warmte
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

herhaling H3 warmte

Slide 1 - Tekstslide

Als je hout verbrandt, verandert de chemische energie. Waarin verandert de chemische energie?
A
Bewegingsenergie
B
Elektrische energie
C
Brandstof
D
Warmte

Slide 2 - Quizvraag

Het rendement is ...
A
De energie die je erin stopt min de gevraagde energie die je terugkrijgt
B
De som van de energie die je erin stopt en die je eruit krijgt
C
De verhouding tussen de nuttige energie die je eruit krijgt en de totale energie die je erin stopt
D
de hoeveelheid warmte die wordt geproduceerd

Slide 3 - Quizvraag

Is dit een chemische
reactie?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

47 In sommige gebieden worden vaak waterkrachtcentrales gebouwd. In welke gebieden gebeurt dat meestal?
A
aan de kust
B
in bergachtige gebieden
C
in moerassige gebieden
D
op zee

Slide 5 - Quizvraag

Je verbrand 500 mL aardgas. de verbrandingswarmte van aardgas is 32 J/cm3. Bereken hoeveel Joule aan verbrandingswarmte vrijkomt

Slide 6 - Open vraag

Noem een voordeel (+) en nadeel (-) van windenergie

Slide 7 - Open vraag

Welk onderdeel van een windmolen geeft de bewegingsenergie van de wind door?
A
Generator
B
Rotorbladen
C
Transformator
D
Neuskegel

Slide 8 - Quizvraag

Welk onderdeel van een windmolen zet de bewegingsenergie om in elektrische energie?
A
Generator
B
Rotorbladen
C
Transformator
D
Neuskegel

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van het versterkt broeikaseffect?

Slide 10 - Open vraag

49 Het water in een stuwmeer kan de energie leveren voor een waterkrachtcentrale. Welk soort energie heeft het stilstaande water in zo’n stuwmeer?
A
bewegingsenergie
B
elektrische energie
C
warmte-energie
D
zwaarte-energie

Slide 11 - Quizvraag

chemische energie -> elektriciteit
beweging -> elektriciteit
chemische energie -> warmte
elektriciteit -> licht

Slide 12 - Sleepvraag

Bereken het rendement

Slide 13 - Open vraag

Warmteverlies door geleiding ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Met isolatoren
C
Door de warmte terug te kaatsen.

Slide 14 - Quizvraag

Warmteverlies door stroming ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Met isolatoren
C
Door de warmte terug te kaatsen

Slide 15 - Quizvraag

Warmteverlies door straling ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Door de spouwmuur te isoleren.
C
Door de warmte terug te kaatsen.

Slide 16 - Quizvraag

7 Een elektriciteitscentrale bestaat uit verschillende onderdelen. In welk onderdeel van een elektriciteitscentrale:
a wordt aardgas verbrand om zo water te verhitten?
...........
b brengt de stoom grote schoepenwielen in beweging?
..............

Slide 17 - Open vraag

Waarom bespaart radiatorfolie bij een steens muur meer gas dan bij een spouwmuur?

Slide 18 - Open vraag

Welke nadelen zijn er aan het gebruiken van fossiele brandstoffen?
Standbeelden gaan stuk
Vissen gaan dood
Luchtkwaliteit gaat achteruit
Zure regen
Thermische verontreiniging
Roet en fijnstof

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is chemische energie?

Slide 20 - Open vraag

Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 21 - Quizvraag

1. Met isolatiemateriaal kun je een woning verwarmen.
2. In een dikke winterjas blijft een sneeuwpop langer staan.
3. In dubbel glas stroomt lucht tussen de twee glaslagen.
Welke opmerking is waar?
A
Opmerking 1
B
Opmerking 2
C
Opmerking 3
D
Ze zijn allemaal niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welk soort warmtetransport wordt
met deze manier van isoleren
tegengegaan?

Slide 23 - Open vraag

De warmte van een elektriciteitscentrale wordt opgenomen door koelwater. Koelwater kan op een rivier of op een meer worden geloosd.
Wat ontstaat door het lozen van warm koelwater?

Slide 24 - Open vraag

Wat is een warmtebron?
A
Een voorwerp dat warmte afgeeft
B
Eeen voorwerp dat warmte opneemt
C
Een voorwerp dat warmte afgeeft bij 100 graden Celsius
D
Een voorwerp dat warmte geleid

Slide 25 - Quizvraag

Waardoor lijkt de wet van behoud van energie niet altijd te kloppen?
A
Hij klopt wel altijd
B
Er wordt altijd wat warmte opgenomen
C
Er gaat door straling energie verloren
D
Energie gaat verloren door warmteverlies

Slide 26 - Quizvraag

Warmtebron
Warmte
Elektrische energie
Energieomzetting
Soort energie waarop elektrische apparaten werken
Soort energie die door een warmtebron wordt geleverd
Verandering van de ene soort energie in een andere soort energie
Voorwerp of apparaat dat wamte levert

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is het voordeel van biobrandstoffen?
A
Het is goedkoper te produceren.
B
Er komen extra broeikasgassen vrij.
C
Je gebruikt biomassa.
D
Er komen minder broeikasgassen vrij.

Slide 28 - Quizvraag

Welke energieomzettingen vinden er in een energiecentrale plaats?
A
Chemische energie -> bewegingsenergie -> warmte energie -> elektrische energie
B
Chemische energie -> warmte energie -> bewegingsenerige-> elektrische energie

Slide 29 - Quizvraag

Hoe ontstaat smog?
A
Bij veel wind, smerige lucht en zonnig weer.
B
Bij weinig wind, smerige lucht en regenachtig weer.
C
Bij veel wind, schone lucht en regenachtig weer.
D
Bij weinig wind, smerige lucht en zonnig weer.

Slide 30 - Quizvraag

Wat is de verbrandingswarmte van steenkool?
A
29.000 J/g
B
16.000 J/g
C
2.900 J/g
D
1.600 J/g

Slide 31 - Quizvraag

Een gasgestookte energiecentrale produceert 500 MJ elektriciteit en 10 MJ afvalwarmte. Bereken het rendement.

Slide 32 - Open vraag

Isolatoren zijn..
A
Stoffen waar geen elektrische stroom doorheen gaat.
B
Stoffen waar weinig elektrische stroom doorheen gaat.
C
Stoffen die elektrische stroom goed doorlaten

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een zonnecollector en een zonnepaneel?

Slide 34 - Open vraag

Hoeveel Joule aan warmte komt vrij als je 3,2kg hout verbrand. Hout heeft een verbrandingswarmte van 16.000J/g.
Noteer als antwoord alleen het getal (Zonder eenheid of punten).

Slide 35 - Open vraag

Veel huizen worden verwarmd met behulp van fossiele brandstoffen. Schrijf twee fossiele brandstoffen op.

Slide 36 - Open vraag

Waarom dragen bio-brandstoffen niet bij aan het versterkt broeikaseffect?

Slide 37 - Open vraag

De houtbrander heeft een aantal effecten op het milieu en de gezondheid.
Wat gebeurt er door het gebruik van de houtbrander?
A
Het broeikaseffect neemt af.
B
De irritatie en beschadiging van de luchtwege neemt af.
C
De thermische verontreiniging neemt af.
D
Er ontstaat minder zure regen.

Slide 38 - Quizvraag

In het glas is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen

Slide 39 - Quizvraag

Welke vorm van warmtetransport wordt door de reflecterende laag tegengegaan?

Slide 40 - Open vraag

v-23)
In een zonnecollector wordt energie omgezet.
Welke energieomzetting vindt er plaats in een zonnecollector?
A
Stralingsenergie wordt omgezet in elektrische energie.
B
Stralingsenergie wordt omgezet in warmte.
C
Warmte wordt omgezet in bewegingsenergie.
D
Warmte wordt omgezet in elektrische energie.

Slide 41 - Quizvraag

In het water is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen

Slide 42 - Quizvraag

In de lucht is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen

Slide 43 - Quizvraag

Welke omschrijving is een goed voorbeeld van de wet van behoud van energie?
A
Een ledlamp wordt bijna niet meer warm als hij aanstaat.
B
De energie die niet wordt omgezet in licht en geluid bij een telefoon, wordt omgezet naar warmte
C
Een elektrische auto zet elektrische energie om naar beweging.
D
De enige vorm van energie die ontstaat bij een windmolen is elektrische energie.

Slide 44 - Quizvraag