zintuigen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De huid

Slide 2 - Tekstslide

Waardoor kun je verschillende geuren onderscheiden?
reukzintuig kan wel duizend verschillende typen zintuigcellen bevatten.

ieder reukzintuigcel heeft een andere vorm aan de onderkant (receptor) waar de geur aan vast hecht.

elk soort geurdeeltje past op een bepaalde receptor

Slide 3 - Tekstslide

  1. geurdeeltjes binden aan receptoren
  2. geprikkelde reukzintuigcellen geven impulsen door
  3. impulsen van de verschillende typen reukzintuigcellen worden gebundeld
  4. impulsen worden doorgegeven aan de hersenen
  5. de hersenen bepalen op basis van de combinatie van impulsen welke geur het is

geuren worden opgeslagen in de hersenen

Slide 4 - Tekstslide

Smaakzintuig
- verschil van bv zoete smaak komt
   doordat je het ook ruikt 
- je ruikt eten doordat er 
  geurstoffen in je neusholte komen
- bij het proeven van eten werken 
  reuk(neus) en smaak(tong) samen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Toonhoogte
Geluidssterkte

Slide 7 - Tekstslide

hoe harder de decibels, hoe sneller schade
welk geluid levert hoeveel decibel?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Traanbuis
  • boven je oog zit de traanklier
  • in de traanklier wordt traanvocht gemaakt
  • bij het knipperen wordt er traanvocht over je ogen verspreid, je ogen drogen niet uit en spoelen kleine vuiltjes weg
  • werkt ontsmettend
  • zoute traanvocht ontsmet, minder kans op ooginfecties door bacteriën

Slide 11 - Tekstslide

• vocht en vuiltjes worden door de traanbuis afgevoerd naar je neus
• je kunt de twee openingen van de traanbuis zien
• bij huilen maakt de traanklier heel veel traanvocht, traanbuisjes stromen dan over

Slide 12 - Tekstslide

Hoe werken je ogen
  • 3 lagen

  • buitenste laag: harde
oogvlies
  • middelste laag: vaatvlies
  • binnenste laag: netvlies
  • oog is opgevuld met het
glasachtig lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Harde oogvlies
  • buitenste vlies van je oogbol
  • wit(oogwit), stevig,
beschermt alles wat in je
oog ligt
  • gedeelte voor de iris is
doorzichtig: hoornvlies
  • licht komt door het
hoornvlies naar binnen

Slide 14 - Tekstslide

Vaatvlies
  • middelste laag
  • hierin zitten bloedvaatjes
  • via bloed- alle stoffen die het
oog nodig heeft
  • voorkant van je oog is het
gekleurd = iris

  • iris-opening in vaatvlies= pupil, hier komt licht doorheen

Slide 15 - Tekstslide

rode ogen
op foto's zie je soms rode ogen, dit is het vaatvlies.

Slide 16 - Tekstslide

Gele vlek
  • plaats recht achter de pupil
  • hiermee zie je het best, hier
zitten namenlijk de meest
lichtgevoelige zintuigen

Blinde vlek: hier ziet de oogzenuw vast aan de oogbol, hier zit geen netvlies met zintuigcellen

Slide 17 - Tekstslide

oogspieren
• oogbollen zitten met spieren
vast aan de oogkassen.
• door de spieren kan je oog
alle kanten opdraaien
• oogkassen zijn opgevuld met
vetweefsel, dit vet vormt een
stootbuffer voor de oogbollen

Slide 18 - Tekstslide

Hoe zie je kleuren?
  • overdag kleur en bij donker alleen grijstinten.
  • netvlies heeft twee soorten zintuigcellen: staafjes en kegeltjes
  • met de kegeltjes zie je scherper dan met de staafjes.
  • meeste kegeltjes in de gele vlek

Slide 19 - Tekstslide

staafjes en kegeltjes
staafjes
werken bij weinig licht en geeft zwart, wit en grijstinten weer
kegeltjes
werken overdag bij veel licht
geeft kleuren weer.

Slide 20 - Tekstslide

Waardoor zie je scherp
  • lens maakt het beeld scherp
op je netvlies
  • beeld is veel kleiner , op z'n
kop en in spiegelbeeld
  • hersenen vertalen het beeld
  • je ziet nu ware grootte en
rechtop

Slide 21 - Tekstslide

  • je ziet niet alleen van dichtbij scherp, ook van veraf.
  • dit kan doordat je je ooglens boller en platter kunt maken. 
  • de lens kan van vorm veranderen doordat hij elastisch is.

Slide 22 - Tekstslide

scherp zien
    bolle lens
    voorwerp van dichtbij scherp
    platte lens: 
    voorwerp van veraf scherp

    accommoderen:
    het platter en boller maken van de ooglens


    Slide 23 - Tekstslide

    wanneer een bril?
    • niet scherp ziet
    • twee oorzaken:
    - ooglens kan zich niet goed
    plat of bol maken
    - vorm van je oogbol is niet
    goed
    • jonge mensen vaak
    verkeerde vorm

    Slide 24 - Tekstslide