Inleiding - Wat is filosofie

Inleiding 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieSecundair onderwijs

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 49 min

Onderdelen in deze les

Inleiding 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je van dit seminarie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?

Er zijn alleen voorlopige antwoorden op levensvragen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?

Is het verantwoord om vlees te eten?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?

Wat verstaan we onder 'cultuur'?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?
Mag je liegen om een vriend te helpen?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort vraag is dit?
Hoeveel gebedshuizen zijn er in Lommel?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing
Levensbeschouwing = visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden.

Onderscheid tussen: 
* religieuze levensbeschouwingen: centraal = bestaan van één of meer goden en de antwoorden op de vragen die daaruit voortvloeien
(vb. christendom, islam, jodendom...)
* seculiere levensbeschouwingen: centraal = de mens of de maatschappij - het bestaan van goden wordt doorgaans buiten beschouwing gelaten - de verantwoordelijkheid van de mens om zijn eigen leven zin en vorm te geven
(vb. liberalisme, socialisme, humanisme...)
 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensbeschouwing vs filosofie
Verschil = RATIO!
Een filosoof zal op de bestaat-Godvraag en andere levensvragen alleen antwoorden op rationele gronden accepteren. Bij levensbeschouwing worden echter ook minder rationele redeneringen geaccepteerd, je argumenten kunnen ook gebaseerd zijn op een gevoel of een (niet bewezen) overtuiging.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie is onderzoek...
- ... naar de wereld
- ... naar jouw wereld

Wat geeft het betekenis?
Wat maakt  het mooi?
Waar komen de moeilijke delen van?
Wat is de aard van jouw realiteit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie is onderzoek...
- Waarom doe je wat je doet?
- Waarom denk je wat je denkt?
- Waarom voel je wat je voelt?

Wat is het verschil tussen filosofie
en wetenschap (zoals psychologie,
sociologie, biologie...)?

Slide 14 - Tekstslide

Bij wetenschappen wil men dingen onderzoeken om ze te gaan verklaren. Hier gaan we aspecten van menselijke omstandigheden onderzoeken die niet uitgelegd kunnen worden aan de hand van hormonen, neurologie, genetica...

Wetenschap kan worden gedefinieerd als de studie van kennis van de fysieke en de natuurlijke wereld op basis van observatie en experimenten, terwijl filosofie kan worden gedefinieerd als de studie van de fundamentele aard van kennis, realiteit en bestaan.
Wetenschap, als een studie van natuurverschijnselen, is er niet meer dan drie eeuwen, terwijl het aan de filosofie werd overgelaten om alles te verklaren sinds oude beschavingen.
Alles wordt in de filosofie uitgelegd in alledaagse woorden en logica die iedereen met een gemiddelde intelligentie kan begrijpen. Aan de andere kant vereist wetenschappelijke verklaring hulp van concepten en vergelijkingen die een goede uitleg en studie vereisen, en die niet kunnen worden begrepen door iemand die niet tot de wetenschappelijke stroom behoort.
De eerste filosofische vragen die hieruit voortvloeien...
- Als elke keuze die ik maak verklaard kan worden door opvoeding, genetica... zijn die keuzes dan wel echt vrij?

- Als ik niet echt vrij ben om mijn eigen beslissingen te nemen of mijn eigen acties te kiezen, hoe kan ik er dan wel verantwoordelijk voor gesteld worden?

Slide 15 - Tekstslide

Bij wetenschappen wil men dingen onderzoeken om ze te gaan verklaren. Hier gaan we aspecten van menselijke omstandigheden onderzoeken die niet uitgelegd kunnen worden aan de hand van hormonen, neurologie, genetica...

Wetenschap kan worden gedefinieerd als de studie van kennis van de fysieke en de natuurlijke wereld op basis van observatie en experimenten, terwijl filosofie kan worden gedefinieerd als de studie van de fundamentele aard van kennis, realiteit en bestaan.
Wetenschap, als een studie van natuurverschijnselen, is er niet meer dan drie eeuwen, terwijl het aan de filosofie werd overgelaten om alles te verklaren sinds oude beschavingen.
Alles wordt in de filosofie uitgelegd in alledaagse woorden en logica die iedereen met een gemiddelde intelligentie kan begrijpen. Aan de andere kant vereist wetenschappelijke verklaring hulp van concepten en vergelijkingen die een goede uitleg en studie vereisen, en die niet kunnen worden begrepen door iemand die niet tot de wetenschappelijke stroom behoort.
Maar wat is nu eigenlijk filosofie?
- ontstaan bij Oude Grieken -> grote intellectuele beweging rond grote vragen over het leven -> ontwikkelen van filosofieën 

stilaan onderscheid tussen:
'filos'                                                en                    'mythos'

1ste wetenschappers                               barden (vertelden verhalen)

Slide 16 - Tekstslide

Tegelijkertijd ontwikkelde zich in Asië het Buddhisme en het sanskriet. Er was wereldwijd een grote intellectuele beweging op dat moment.
En so it began...
Kijk naar het volgende videofragment en vul het opdrachtenblad in.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The big 3  van de Griekse filosofie

  • Socrates
  • Plato
  • Aristoteles

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Socrates
                                        (469-399 v. Chr.)

  • Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
  • Goed en kwaad (Ethiek) - rechtvaardigheid?
  • Socratische manier van vragen stellen
  • Hij moest zelfmoord plegen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraken

  • Ik weet slechts één ding: dat ik niets weet. 
  • Onwetendheid is de bron van alle kwaad. 
  • Wijsheid begint met verwondering. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Plato
                             (427-347 v. Chr.)

  • Leerling van Socrates
      Oprichter van de Akademeia 
      (Atheense academie - hoger onderwijs)
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
  • De Grot van Plato
Ideeënleer
In deze periode richtte hij zich steeds meer op de ‘Ideeënleer’, het gedachtegoed dat er van alle dingen in het universum perfecte ‘Vormen’ of ‘Ideeën’ bestaan. Alles wat wij om ons heen zien in de wereld zijn echter slechts ‘afspiegelingen’ van deze ideaalbeelden, waardoor de meeste mensen denken de ‘echte’ Ideeën te kennen, maar dat in werkelijkheid niet doen. Deze perfecte vormen liggen namelijk diep opgeslagen in onze ziel, waardoor ze alleen door filosofen te bestuderen zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grot van Plato

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Aristoteles

384-322 v. Chr.

  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige
  • Mens is sociaal wezen kan alleen in een polis-gemeenschap volmaaktheid vinden
  • Leraar Alexander de Grote

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homo universalis
Hij was bekwaam in filosofie,
psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en
natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater...

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Privéleraar
  • werd hij in ca. 342 v.Chr.  van de toen veertienjarige Alexander, later beter bekend als 'Alexander de Grote' (tot ca. 340 v.Chr.).

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
Grootste streven = Gelukkig zijn!

Opgroeien tot een volwassen persoon die streeft naar geluk, goed of deugdelijk handelen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

God is de onbewogen beweger.
De uiteindelijke oorzaak van alle zijn en van alle worden.

De ziel is geestelijk en blijft na de dood voortbestaan.



Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een filosoof houdt zich bezig met:
A
De wereld om zich heen onderzoeken
B
Vragen stellen
C
Zoeken naar wijsheid
D
Alle terreinen van de wetenschap

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
De filosofen zochten antwoord door zelf na te denken en niet de antwoorden bij de goden en mythologie te zoeken.

A
goed
B
fout

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Filosofen gaven vooral les in de Griekse mythologie.
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van filosofen?
A
Plato-Aristoteles-Socrates
B
Aristoteles-Plato-Socrates
C
Socrates-Plato-Aristoteles
D
Socrates-Aristoteles-Plato

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Socrates ook wel 'de horzel' genoemd?
A
Hij bleef vasthoudend bij het bestoken met vragen
B
Hij was een gerespecteerd bioloog
C
Door zijn fascinatie voor bijen en insecten
D
Hij maakte vaak een zoemend geluid

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je Aristoteles de eerste echte 'homo universalis' (universeel mens) kunnen noemen?
A
Hij dacht na over het universum
B
Hij kon met iedereen goed opschieten
C
Hij leverde een bijdrage aan zeer veel disciplines
D
Door het nadenken over Ethiek

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Socrates stelde vooral vragen die gingen over....?
A
Goed en kwaad
B
Aristocratie
C
Gifbekers
D
Liefde

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De geschiedenis van de filosofie...

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De natuurfilosofen of presocraten
De eerste filosofen wilden namelijk vooral weten wat de zogenaamde ‘oerstof’ (arché) was waaruit alles voortkwam en daarvoor keken ze naar de natuur:
  • Thales van Milete (585 v. Chr.): water = oerstof
  • Anaximes: lucht = oerstof
  • Anaximander: ‘het onbepaalde’ (apeiron) doe alles  onststaan en vergaan in de oneindige tijd
  • Heracleitus, alles is een oneindige cyclus van herhaling
  • Empedocles: vier oerelementen
  • Pythagoras: alles is opgebouwd uit getallen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie kent vele takken...

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie kent vele takken...
  • filosofische antropologie: één van de oudste manieren om het wezen van de mens te beschrijven, is de mens van het dier te onderscheiden
  • theologie
  • metafysica: de tak van de filosofie die verantwoordelijk is voor de bestudering van het bestaan
  • epistemologie: de studie van de methode van kennisverwerving.
  • ethiek: de studietak die zich bezighoudt met wat de juiste handelwijze voor de mens is
  • esthetiek: de studie van de schoonheid en kunst
  • filosofie van de logica: de studie van de principes van de logica
  • wetenschapsfilosofie: de studie van de wetenschap en de wetenschappelijke methode
  • politieke filosofie: de studie van de politiek en de politieke systemen
  • taalfilosofie: de studie van de aard van taal en de relatie tussen taal en de werkelijkheid
  • ...

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie anno 2023...
  • Milieufilosofie: filosofen blijven nadenken over ethische kwesties met betrekking tot het milieu, duurzaamheid en onze morele verplichtingen ten opzichte van de natuurlijke wereld.
  • Ethiek van kunstmatige intelligentie: met de opkomst van AI en machine learning worden er veel ethische vragen gesteld over kwesties zoals autonomie van AI, verantwoordelijkheid voor AI-beslissingen en de impact van AI op de samenleving.
  • Bio-ethiek: ethische kwesties in de geneeskunde en de biowetenschappen, zoals genetische modificatie, stamcelonderzoek en gezondheidszorgverdeling zijn voortdurend onderwerp van discussie.
  • Filosofie van de geest: onderwerpen zoals bewustzijn, kunstmatige intelligentie, mentale stoornissen en de aard van subjectieve ervaring blijven intrigeren in de filosofie van de geest.
  • Feministische filosofie: gendergelijkheid, seksualiteit en intersectionaliteit, en hoe deze concepten van invloed zijn op filosofische en maatschappelijke kwesties.
  • Postkoloniale filosofie: deze tak van de filosofie richt zich op de erfenis van kolonialisme, macht, en culturele representatie, en hoe deze kwesties de filosofie en de bredere samenleving beïnvloeden.






Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de besproken takken zou je graag tijdens het seminarie bespreken?

Slide 47 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies