De constitutionele monarchie

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Grenzen en staatsinrichting
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Grenzen en staatsinrichting
De constitutionele monarchie
Verkiezingen
Oprichting politieke partij
Presentatie verkiezings- programma 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Statement of inquiry
Binnen politieke systemen beïnvloeden verschillende perspectieven de keuzes van burgers en beleidsmakers.

Within political systems, different perspectives influence the choices of citizens and policymakers.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
Aan het eind van deze les
  • kunnen we uitleggen wat een constitutionele monarchie is en wat er in de grondwet is geregeld
  • we can explain what a constitutional monarchy is and what is regulated in the constitution

Slide 7 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Begrippen
In deze les leer je de volgende begrippen:
  • constitutionele monarchie
  • directe democratie
  • parlementaire democratie
  • vrijheid van meningsuiting
  • het Rijk, de provincies en de gemeenten

Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Concepts
In this lesson you will learn the following concepts:
  • constitutional monarchy
  • direct democracy
  • parliamentary democracy
  • freedom of expression
  • the State, the provinces and the municipalities

Slide 9 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat weten we al?

What do we already know?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een staat is een ander woord voor ...

A state is another word for...
A
een land, natie of rijk country, nation or kingdom
B
een provincie a province
C
een stad a city
D
een dorp a village

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staatsinrichting gaat over hoe ...

Government is about how...

A
een land is ingericht a country is organized
B
een stad is ingericht a city is organized
C
een land wordt bestuurd a country is governed
D
een stad wordt bestuurd a city is governed

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een democratie heeft ... de macht.

In a democracy ... has the power.
A
1 persoon 1 person
B
een groepje mensen a group of people
C
het leger the army, the mililary
D
het volk (de mensen) the people

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem (ander woord) voor monarchie.
What is a synonym (another word) for monarchy.
A
een republiek a republic
B
een dictatuur a dictatorship
C
een koninkrijk a kingdom
D
een democratie a democracy

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Introductie

We lezen samen blz 75.

Nederlands in het boek
of
Engels in de LessonUp

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introduction

Earlier we learned that the Netherlands became a monarchy in 1815. From then on, Willem I was the king of the United Kingdom of the Netherlands. Since 1848, the Netherlands has also been a democracy. We know that this means that the people are 'in charge': every 4 years, the people of the Netherlands decide in elections who will govern the country.
This lesson is about the forms of government that the Netherlands currently has, the role of the Royal House in this and what has been laid down about this.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie concepten
We lezen samen blz 76.

Nederlands in het boek
of
Engels in de LessonUp

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instruction concepts
The Netherlands has a form of government in which the parliament (the First Chamber and the Second Chamber) is elected by the people. The Netherlands is therefore a democracy. The Netherlands is also a constitutional monarchy. This is a monarchy in which the role of the king or queen is laid down in a constitution. A constitution is a law with rules on how the state is organised. In addition, the fundamental rights of citizens are described in the constitution.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie concepten

Schrijf de definities van constitutionele monarchie en grondwet op je aantekenblad.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een koninkrijk waarin een grondwet beschrijft wat de vorst mag en moet doen, wordt een ... genoemd.
A kingdom in which a constitution describes what the monarch may and must do is called a ....

A
monarchie monarchy
B
constitutionele monarchie constitutional monarchy
C
republiek republic
D
constitutionele republiek constitutional republic

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem (ander woord) voor grondwet.

What is a synonym (another word) for constitution.
A
een grondregel a ground rule
B
een landwet a land law
C
een constitutie the rules of the society
D
een democratie a democracy

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestuderen bronmateriaal
We gaan nu een informatieve tekst lezen over Nederland als constitutionele monarchie en democratie. De tekst gaat ook over de Grondwet van 1848.

We are now going to read an informative text about the Netherlands as a constitutional monarchy and democracy. The text also deals with the Constitution of 1848.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
We lezen samen 1. Constitutionele monarchie (blz 77)
Leesvraag: Waarom was de nieuwe Grondwet van 1848 belangrijk?

We read together 1. Constitutional monarchy (p. 77)
Reading question: Why was the new Constitution of 1848 important?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A constitutional monarchy and a democracy
Since 1815, the Netherlands has been a constitutional monarchy. King Willem the First became the first king of the United Kingdom of the Netherlands in that year and he also gave the order to write a new constitution for the Netherlands. In that constitution, however, the king still had a lot of power. That changed in 1848.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A constitutional monarchy and a democracy
In 1848, King Willem the First was succeeded by his son: King Willem the Second. Like his father, he wanted to keep power for himself. But more and more Dutch people rebelled and wanted to have more say in the government of the country. Riots broke out and King Willem II feared that he would be deposed. That is why he had the politician Thorbecke write a new constitution in 1848, in which the king had much less power. He no longer had any government power. From that moment on, only the government was responsible for the laws that were made, no longer the king.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
Bespreek met elkaar:
Waarom was de nieuwe Grondwet van 1848 belangrijk?
Why was the new Constitution of 1848 important?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de nieuwe Grondwet van 1848 belangrijk?
Why was the new Constitution of 1848 important?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
We bekijken samen een video over de nieuwe Grondwet van 1848. 

Kijkvraag: Door de nieuwe grondwet is Nederland sinds 1848 niet alleen een constitutionele monarchie. Wat is Nederland ook sinds 1848?

Viewing question: Due to the new constitution, the Netherlands has not only been a constitutional monarchy since 1848. What has the Netherlands also been since 1848?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
Bespreek samen: 

Door de nieuwe grondwet is Nederland sinds 1848 niet alleen een constitutionele monarchie. Wat is Nederland ook sinds 1848?

Due to the new constitution, the Netherlands has not only been a constitutional monarchy since 1848. What has the Netherlands also been since 1848?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Nederland ook sinds 1848?

What has the Netherlands also been since 1848?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
We lezen samen 2. Democratie (blz 78)
Leesvraag: Voor welke belangrijke verandering heeft de wijziging van de grondwet van 1919 gezorgd?

We read together 2. Democracy (p. 78)
Reading question: What important change did the amendment of the constitution of 1919 bring about?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A constitutional monarchy and a democracy
After 1848, much changed in the Netherlands. Elections were held, so that the people could choose their own representatives in parliament. Ministers were also appointed who together formed the government. The Constitution was amended a number of times after 1848. For example, in 1919, article 4 included the right for women to vote. 
But to a large extent, the Constitution is still as Thorbecke wrote it in 1848.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
Bespreek samen:
Voor welke belangrijke verandering 
heeft de wijziging van de grondwet 
van 1919 gezorgd?

What important change did the 
amendment of the constitution 
of 1919 bring about?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke belangrijke verandering heeft de wijziging van de grondwet van 1919 gezorgd?
What important change did the amendment of the constitution of 1919 bring about?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
We bekijken samen een video over de democratie. 

Kijkvraag: Welke kenmerken van een democratie worden in de video genoemd?

Viewing question: What characteristics of a democracy are mentioned in the video?


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
Bespreek samen:

Welke kenmerken van een democratie worden in de video genoemd?

What characteristics of a democracy are mentioned in the video?


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken van een democratie worden in de video genoemd?
What characteristics of a democracy are mentioned in the video?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een constitutionele monarchie en een democratie
We lezen samen 3. Soorten democratieën (blz 79)
Leesvraag: Wat is het verschil tussen een directe democratie en een parlementaire democratie?

We read together 3. Types of democracies (p. 79)
Reading question: What is the difference between a direct democracy and a parliamentary democracy?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
Aan het eind van deze les
  • kunnen we uitleggen wat een constitutionele monarchie is en wat er in de grondwet is geregeld
  • we can explain what a constitutional monarchy is and what is regulated in the constitution

Slide 41 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Begrippen
In deze les leer je de volgende begrippen:
  • constitutionele monarchie
  • directe democratie
  • parlementaire democratie
  • vrijheid van meningsuiting
  • het Rijk, de provincies en de gemeenten

Slide 42 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
           Concepts
In this lesson you will learn the following concepts:
  • constitutional monarchy
  • direct democracy
  • parliamentary democracy
  • freedom of expression
  • the State, the provinces and the municipalities

Slide 43 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Verschillende soorten grenzen en staatsvormen

Schrijf de definities van democratie en dictatuur op je aantekenblad!

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een rivier is een voorbeeld van een kunstmatige grens.

A river is an example of an artificial boundary.
ja
nee

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Het hek tussen Noord-Macedonië en Griekenland is een kunstmatige grens.
The fence between North Macedonia and Greece is an artificial border.

ja
nee

Slide 46 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Grenzen tussen landen zijn in de geschiedenis altijd hetzelfde gebleven.

Borders between countries have always remained the same throughout history.

ja
nee

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

In een democratie mag het volk eens in de paar jaar stemmen wie de volksvertegenwoordigers worden om het land te gaan besturen. In a democracy, the people are allowed to vote every so often to determine who will be the representatives to govern the country.
ja
nee

Slide 48 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Staatsinrichting gaat over hoe steden in een land zijn ingericht.

Government is about how cities in a country are organized.

ja
nee

Slide 49 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

           Afsluiting
Heb je de definities van de volgende begrippen op je aantekenblad staan:
landsgrens
staat
democratie
dictatuur
timer
5:00

Slide 50 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Ik kan uitleggen wat grenzen zijn.
I can explain what boundaries are.
nee
ja
een beetje

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan uitleggen wat staten zijn.
I can explain what states are.
nee
ja
een beetje

Slide 52 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindslide.

De volgende les gaat dieper in op de inrichting van Nederland en jouw eigen staat.

The next lesson will delve deeper into the organization of the Netherlands and your own state.

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies