Present perfect les 1/ de vorm

Never have I ever .....
1 / 91
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2,3

In deze les zitten 91 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Never have I ever .....

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect 

        
Have/has + voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

  Wanneer have en wanneer has?
I have
you have
he/she/it has
we have 
you have 
they have

Have        I, you, we, they 
                  en meervoud
    Has          he, she, it en                                   enkelvoud

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Sleepvraag

They .............never
jumped out of a plane
A
has
B
have

Slide 6 - Quizvraag

He....... never
ironed his clothes on a cliff
A
has
B
have

Slide 7 - Quizvraag

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 8 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 9 - Tekstslide

I have never .......an icy mountain
(To climb)

Slide 10 - Open vraag

you have never ..........on a tightrope
(to walk)

Slide 11 - Open vraag

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 12 - Tekstslide

Het werkwoord staat altijd in een rijtje van drie
to do ----------    did       -------   done 
to fly ----------     flew     -------   flown
to go ---------      went    -------   gone
hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 13 - Tekstslide

vul een voltooid
deelwoord in

Slide 14 - Woordweb

I .......(never to fall) down
in public

Slide 15 - Open vraag

I...........(never to see)
a ghost

Slide 16 - Open vraag

have never fallen down
have never seen a ghost

Slide 17 - Tekstslide

I ........(never to meet)
my idol

Slide 18 - Open vraag

I .........(never to made)
a prank call

Slide 19 - Open vraag

have never met my idol
have never made a prank call

Slide 20 - Tekstslide

I .........(never to give)
myself a haircut

Slide 21 - Open vraag

I .........(never to eat)
something really sour

Slide 22 - Open vraag

have never given
have never eaten

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

he ......... (never to run)
on bionic boots

Slide 25 - Open vraag

I .........(never to swim)
with a shark

Slide 26 - Open vraag

He ..........(never to cheat)
on a test

Slide 27 - Open vraag

Peter ......(never to catch)
a baseball

Slide 28 - Open vraag

She ........ (never to drive)
an invisible car before

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Never have I ever .....

vragen en ontkenningen present perfect

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 34 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 35 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 36 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 37 - Tekstslide

vul een voltooid
deelwoord in

Slide 38 - Woordweb

zij hebben gekozen
A
they has chosed
B
they has chosen
C
they have chosed
D
they have chosen

Slide 39 - Quizvraag

hij heeft gegraven
A
he has dug
B
he have dug
C
he has dig
D
he have dig

Slide 40 - Quizvraag

zij heeft gedaan
A
she did do
B
she have done
C
she has done
D
she has did

Slide 41 - Quizvraag

wij hebben gedaan
A
we have did
B
we have done
C
we did have
D
we have do

Slide 42 - Quizvraag

zij hebben gedronken
A
they have drank
B
they have drunk
C
they has drunk
D
they has drank

Slide 43 - Quizvraag

Wij hebben gereden
A
we have drive
B
we have driven
C
we have drove
D
we have droven

Slide 44 - Quizvraag

zij heeft gegeten
A
she has eaten
B
she have eaten
C
she has ate
D
she have ate

Slide 45 - Quizvraag

wij hebben gevoeld
A
we have fallen
B
we have felt
C
we have feeled
D
we have fell

Slide 46 - Quizvraag

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 47 - Tekstslide

(you / ever play) zorb-soccer?

Slide 48 - Open vraag

(you/ to hear) about a sport called extreme ironing?

Slide 49 - Open vraag

(you/to see/ever)....a fight between grandmothers?

Slide 50 - Open vraag

(their cats to fight) .......in the kitchen ?

Slide 51 - Open vraag

(They to make)........ a snowangel ?

Slide 52 - Open vraag

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 53 - Tekstslide

(My grandmother not /to have).... a fight with her neighbour

Slide 54 - Open vraag

Their friend (not to try)...... to make a snowangel too.

Slide 55 - Open vraag

(He not to be).... a competitive dog groomer

Slide 56 - Open vraag

I (not to roll).............down a mountain to catch a cheese

Slide 57 - Open vraag

we (not to participate)..... in a wife-carrying race

Slide 58 - Open vraag

Slide 59 - Video

Never have I ever .....

present perfect - past simple

Slide 60 - Tekstslide

Herhaling


                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 61 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 62 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 63 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 64 - Tekstslide

I ............(never to steal) something

Slide 65 - Open vraag

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 66 - Open vraag

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 67 - Tekstslide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Tekstslide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 70 - Tekstslide

Als je iets nog nooit heb gedaan of je hebt iets altijd al willen doen 
ervaringen
is in het verleden begonnen en nog niet afgelopen
dus present perfect

Slide 71 - Tekstslide

before /lately /up till now /for / for how long /just 
already /never /ever /since /so far /yet
signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 72 - Tekstslide

Uitzondering
het is wel afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat ( bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 73 - Tekstslide

Slide 74 - Tekstslide

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 75 - Tekstslide

He .........................(come / just) home


A
simple past
B
present perfect

Slide 76 - Quizvraag

They ...........(buy) their car two years ago
A
simple past
B
present perfect

Slide 77 - Quizvraag

I ..............(see / not) anyone yet.
A
simple past
B
present perfect

Slide 78 - Quizvraag

James ...................(find)
your ring in the garden yesterday.
A
simple past
B
present perfect

Slide 79 - Quizvraag

We ............(prepare / already) dinner.

A
simple past
B
present perfect

Slide 80 - Quizvraag

Mary .................(win) the lottery last year.
A
simple past
B
present perfect

Slide 81 - Quizvraag

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 82 - Tekstslide

He ...........(to dance) as a superhero at halloween last year

Slide 83 - Open vraag

She .........(to buy) a new car

Slide 84 - Open vraag

we ...........(to buy) a new car
yesterday

Slide 85 - Open vraag

He .......(to go) to school

Slide 86 - Open vraag

They ............(to go) to school
this morning

Slide 87 - Open vraag

He ......(to get)a ride to school this morning

Slide 88 - Open vraag

He .... (to get) a ride home

Slide 89 - Open vraag

He ......(to jump) in a puddle this morning

Slide 90 - Open vraag

Our cats ........(to sleep) in a box last night

Slide 91 - Open vraag