3GT_Poëzie_voorbereiding PTA

Poëzie
bovenbouw GT
tegenovergestelde
Proza is namelijk alles dat met verhalen te maken heeft.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
bovenbouw GT
tegenovergestelde
Proza is namelijk alles dat met verhalen te maken heeft.

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
definitie
kenmerken
soorten
rijmschema

Slide 2 - Tekstslide

letterkunde 
Bij letterkunde hebben we altijd te maken met teksten.
Deze teksten kunnen we indelen in drie groepen:

1. proza (tekst geschreven in de vorm van gewone spraak)
alles wat met verhalen te maken heeft
2. poëzie (gedichten)
3. toneelteksten

Slide 3 - Tekstslide

Noem een ander woord voor poëzie

Slide 4 - Open vraag

Gedichten
De regel wordt niet vol  gemaakt. 
Een regel bestaat vaak maar uit een aantal woorden of zelfs maar één woord.
Er zijn veel soorten gedichten wat betreft de inhoud.
 Gedichten lijken wel wat op proza, omdat ze op een verhaaltje lijken.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken
* Lijken op proza, omdat ze op een verhaaltje lijken.  
* Het kan zijn dat ze rijmen, maar dat hoeft niet . 
* De dichter is vrij is in het gebruik van hoofdletters en leestekens. De schrijver kan ze ook helemaal weg laten.
Vaak staan er  geen punten in 

Slide 6 - Tekstslide

kenmerken
bladspiegel
De regels worden niet vol gemaakt.
tekst
Er wordt gebruik gemaakt van rijm.
hoodfletters en leestekens
De schrijver is vrij in gebruik hiervan.

Slide 7 - Tekstslide

soorten
'nonsense'-gedicht
visueel gedicht
sonnet
puntdicht
limerick

Slide 8 - Tekstslide

'nonsense'-gedicht
gaat nergens over

Slide 9 - Tekstslide

'nonsense'-gedichten
Sommige gedichten lijken nergens over te gaan. 

Slide 10 - Tekstslide

visueel gedicht
De schrijver wil niet alleen dat je het gedicht leest, maar ook dat je de vorm bekijkt en daarover nadenkt.

Slide 11 - Tekstslide

visuele gedichten
Er zijn ook gedichten die ervoor gemaakt zijn om te worden bekeken.

 
De schrijver wil niet alleen dat je ze leest, maar ze ook bekijkt en erover nadenkt. 

Slide 12 - Tekstslide

sonnet
vorm
twee strofen van vier regels
twee strofen van drie regels
rijmschema
ABBA ABBA CDC DCD

Slide 13 - Tekstslide

Sonnetten 
Valt op qua vorm. 
Een sonnet bestaat uit
- twee strofen van vier regels (kwatrijn)
- twee strofen drie regels (terzine)
- twee kwatrijnen (2 keer 4 regels) vormen samen het octaaf (8 regels)
- de twee terzinen (2 keer 3 regels) heten samen het sextet (6 regels)
- tussen het octaaf en het sextet is er dikwijls een wending (volta, chute) in het gedicht.

Slide 14 - Tekstslide

twee andere soorten

Slide 15 - Tekstslide

Synoniem
‘Klinkdicht’ is een Nederlands synoniem voor ‘sonnet’ 
(sonare (Lat.) = klinken). 

Bij een sonnet zijn muzikaliteit, toon en ritme belangrijk. 
Sonnetten willen gehoord worden.

Slide 16 - Tekstslide

RIJMSCHEMA
Een veel voorkomend rijmschema is 
:
ABBA ABBA CDC DCD (of CDE CDE). 

Op het rijmschema en alle andere kenmerken van een sonnet zijn vele variaties mogelijk.

Slide 17 - Tekstslide

puntdicht
kort gedicht
kenmerken
zet aan tot denken
kritisch of ironisch

Slide 18 - Tekstslide

Puntdicht
 Kort gedicht 

dat je meestal aan het denken wil zetten 

en nogal kritisch of ironisch is. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Grafschrift
Onder de puntdichten worden ook de zogenaamde grafschriften gerekend. 

Ze zijn meestal nogal geestig/grappig

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld grafschrift
Hier ligt Poot

Hij is dood

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld grafschrift
Ik was al niet zo'n soepel wijf,

maar nu ben ik helemaal stijf

Slide 24 - Tekstslide

limerick
kenmerken
bestaat uit vijf regels
eerste regels eindigt op een plaatsnaam
beschrijft een grappige situatie
eindigt met een verrassende opmerking

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerken 
- De eerste regels eindigen meestal met een plaatsnaam;

- het gedicht beschrijft een grappige situatie;

- het eindigt met een verrassende slotopmerking, de pointe


Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken 
- het rijmschema is AABBA 
(De regels 1, 2 en 5 rijmen op elkaar en er is een ander rijm tussen de kortere regels 3 en 4). 

Vooral gebruikt voor pikante satirische anekdotes.

Slide 27 - Tekstslide

rijm
omgaan met rijm door

- weglaten van rijm
- onregelmatig gebruik van rijm
- gebruik vast rijmschema

Slide 28 - Tekstslide

rijmschema
AA BB CC DD --> gepaard rijm
AAAA --> slagrijm
ABBA --> omarmend rijm
ABAB --> gekruist rijm
rijmschema's herkennen in een gedicht op PTA

Slide 29 - Tekstslide

beginrijm of eindrijm
rijmschema
de voorgaande rijmschema's waren allen voorbeelden van eindrijm. De woorden klinken hetzelfde aan het eind.
beginrijm
Dit noemen we ook wel alliteratie.
Opeenvolgende woorden beginnen met dezelfde klank.
De Postkoetskoetsier Poetst de Postkoets met Postkoetsen Poets

Slide 30 - Tekstslide