3.2 Hofstelsel en horigheid

3.2 Hofstelsel en horigheid
KA: van een agrarische-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

3.2 Hofstelsel en horigheid
KA: van een agrarische-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur


Slide 1 - Tekstslide

De tijd van monniken en ridders
1. Van de Romeinen op weg naar de middeleeuwen
2. Hofstelsel en horigheid
3. Aan het werk!



Slide 2 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




Slide 3 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het vierde deel van de serie heet Destruction, en lijkt op de inval van Rome door de Vandalen (in 455)
Een dreigende lucht met donkere wolken.
Een gebroken schild
Van een standbeeld ontbreekt het hoofd
Een vrouw wordt in het water gegooid
Een noodbrug die op instorten staat
Een vernielde brug.
Een paleis staat in brand: je ziet de vlammen

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Herkennen wat er veranderde op bestuurlijk en economisch gebied 
  2. Bekend zijn met het hofstelsel en horigheid

Slide 5 - Tekstslide

Hofstelsel en horigheid
Kenmerkend aspect 11: 
De ontwikkeling in West-Europa van landbouw stedelijke naar landbouwsamenleving. 

Slide 6 - Tekstslide

Belang van het onderwerp
Door diverse oorzaken verdween het Romeinse gezag. 
Mensen sloegen op de vlucht voor veiligheid. 

gevolgen:
  • Reizen bemoeilijkt en onveilig
  • Lange afstandshandel verdween
  • Steden werden niet bevoorraadt en 'liepen leeg'
  • Geldeconomie verdween
  • Landbouwstedelijke samenleving verdween --> werd landbouwsamenleving 





Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ontstaan van horigheid
(het toebehoren van een boer aan het land van een heer)
  • Boeren, wiens veiligheid in gevaar kwam, zochten hulp bij sterke lokale heren
  • Zij moesten leven op het land van de heer en belasting betalen
  • In ruil kregen zij bescherming 

de overheid bood geen bescherming en rondtrekkende bendes hadden vrij spel. Boeren zagen zich gedwongen bescherming te zoeken bij een heer. In ruil daarvoor gingen ze verplichtingen aan.

Slide 9 - Tekstslide

Het domein
  • Landgoed van de heer 
  • Bestond uit twee delen: Vroonland (heer) en Hoeveland (boeren).
  • De opbrengst van de heer blijft van de heer -> opbrengst boeren      gaat  gedeeltelijk naar de heer.
  • Domein was zelfvoorzienend 

Slide 10 - Tekstslide

vroonland=land van de heer.

Slide 11 - Tekstslide

Hofstelsel
- Een 'domein' was Autarkisch

- Vroonland = Land van de boerzelf dat wordt bewerkt door lijfeigenen
- Hoevenland = Land dat wordt bewerkt door de Horigen. deze boeren 
betaalden de heer in natura en met herendiensten

Herendiensten bestonden uit klusjes voor de heer of het verbouwen
van het vroonland. 

Slide 12 - Tekstslide

1. Vroonland                 2. Hoeveland            3. Kerk.

Slide 13 - Tekstslide

Hofstelsel

Slide 14 - Tekstslide

Theorie
Domein: landgoed van de heer of klooster waaraan horigen zijn gebonden. 
Vroonland: Deel van het domein waar de heer woont.
Hofstelsel: Systeem waarbij ene deel van domein door de heer wordt gebruikt en het andere wordt geleend aan horige boeren.

Slide 15 - Tekstslide

Welke tijdvakken horen bij de middeleeuwen?
A
Monniken en vorsten - Steden en staten
B
Steden en rechten - Monniken en vorsten
C
Monniken en ridders - steden en landen
D
Monniken en ridders - Steden en staten

Slide 16 - Quizvraag

Belangrijk gevolg van de dalende landbouwproductie door de invallen van de Germanen in het romeinse rijk?
A
geen voedsel meer voor de steden
B
werkloosheid
C
stijgende prijzen

Slide 17 - Quizvraag

Romeinse steden in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bleven in de middeleeuwen in oorspronkelijke staat functioneren
B
waren leeggelopen
C
werden vervangen door Middeleeuwse steden

Slide 18 - Quizvraag

Enkele steden bleven in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr) nog wel bestaan. Welke?
A
waar een bisschop van de kerk was
B
die hele hoge muur hadden
C
die een onaantrekkelijk klimaat kenden

Slide 19 - Quizvraag

de wegen in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
functioneerde goed
B
werd uitgebreid
C
werden verwaarloosd en waren onveilig

Slide 20 - Quizvraag

de geldeconomie in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
werd gedomineerd door goud
B
was gebaseerd op waardepapieren
C
bloeide als nooit tevoren
D
was verdwenen

Slide 21 - Quizvraag

de handel in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
bloeit als nooit tevoren
B
wordt gekenmerkt door stagnatie
C
speelde geen rol

Slide 22 - Quizvraag

Waardoor viel de landbouwstedelijke samenleving weg na de val van het Romeinse rijk?
A
Er was geen bescherming meer, handel werd onveilig
B
De steden werden vernield
C
Er was geen geld meer waar mee gehandeld kon worden
D
De wegen werden niet meer onderhouden

Slide 23 - Quizvraag

Belangrijkste middel van bestaan in de tijd van monniken en ridders (500-1000 n.chr)
A
handel
B
landbouw

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

vrije boeren, Horigen en lijfeigenen wonen op of bij het domein van de heer.
- > Hofstelsel
(een economich en sociaal systeem)

Plichten vrije boeren: pacht betalen en vechten voor de heer
Rechten vrije boeren: eigen stuk grond en gaan en staan waar ze willen
Plichten horigen: werken op land van de heer, deel opbrengst land aan heer geven, herendiensten en vechten voor de heer
Rechten horigen: bescherming van  de heer
Lijfeigenen hadden geen rechten, alleen maar plichten. (een soort slaven)

Slide 26 - Tekstslide

Schema over het hofstelsel

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk tijd
OZK 1 t/m 4B+C

HD 1, 2A, 3 t/m 7

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video