Waarnemen en bewegen

Waarnemen en bewegen
Je legt uit dat signalen vanuit de hersenen via zenuwen naar de spieren worden doorgegeven.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarnemen en bewegen
Je legt uit dat signalen vanuit de hersenen via zenuwen naar de spieren worden doorgegeven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is niet een van de vijf zintuigen?
A
Zien
B
Horen
C
Ademen
D
Voelen

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwcellen/zenuwbanen

    Gevoelszenuwen zijn de zenuwen die een impuls uit de zintuigen aan de hersenen doorgeven.
   
Bewegingszenuwen zijn de zenuwen die een impuls uit de hersenen doorgeven aan de spieren.

(schakelcellen) verbinden, zit in de ruggengraad.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat doet een zenuwcel?
Zenuwen verbinden alles met elkaar: zintuigen, spieren, het ruggenmerg en de hersenen. Ze verplaatsen impulsen. Een impuls is een elektrisch signaal. Eigenlijk zijn zenuwen dus een soort stroomdraadjes.

 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zou een goede weg zijn van een waarneming naar een beweging?
A
waarneming- bewegingszenuwcellen- ruggenmerg- hersenen- ruggenmerg- gevoelszenuwcellen- beweging
B
waarneming- gevoelszenuwcellen-ruggenmerg- hersenen- ruggenmerg- bewegingszenuwcellen- beweging
C
waarneming- bewegingszenuwcellen- ruggenmerg- ruggenmerg- gevoelszenuwcellen- beweging
D
Beweging- bewegingszenuwcellen- ruggenmerg- hersenen- ruggenmerg- gevoelszenuwcellen- waarneming

Slide 7 - Quizvraag

Een reflex
Bij een reflex is er iets anders aan de hand. De impulsen nemen bij een reflex een sluiproute! In plaats van eerst helemaal naar de hersenen voor een waarneming, en weer vanuit de hersenen te komen voor de beweging, gaan ze alleen langs het ruggenmerg en terug. Dat scheelt nogal!

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van een reflex?
A
De dokter slaat met een soort hammertje op je knie, je knie begint spontaan te bewegen
B
Je vangt een bal en gooit hem direct weer terug.
C
Een bij steekt je en je trekt je arm weg.
D
Je wacht op een stoplicht en als hij op groen springt loop je verder.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Maar waarom voel je dan toch wat bij een reflex?
Er wordt ook een impuls naar de hersenen gestuurd. Maar die komt later aan dan de reflex is.

Slide 11 - Tekstslide

Bewuste bewegingen en onbewuste bewegingen


Je kunt bewegingen onderverdelen in bewuste bewegingen en onbewuste bewegingen.

    Een bewuste beweging is als we iets bewust willen doen en daarvoor onze spieren aansturen. Daar gaat de bron “Hoe reageer je op een waarneming?”over.
    Een onbewuste beweging is een beweging waar we geen invloed op hebben.

Slide 12 - Tekstslide

Onbewuste bewegingen
Denk maar aan je zweetklieren, je ademhalingsspieren of de spieren in je darmkanaal. Het deel van het zenuwstelsel dat deze weefsels aanstuurt heet het autonome zenuwstelsel, omdat het autonoom (onafhankelijk) werkt van je bewustzijn

Slide 13 - Tekstslide

Het is koud buiten, je lichaam reageert door de aderen klein te maken zodat je niet veel warmte verliest.
A
Dit is een bewuste beweging
B
Dit is een onbewuste beweging
C
Dit is beide

Slide 14 - Quizvraag