1KGM herhaling H2

1KGM herhaling H2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1KGM herhaling H2

Slide 1 - Tekstslide

Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

De bronnen op de afbeelding van ongeschreven bronnen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Niet alle overblijfselen uit het verleden zijn hetzelfde. Zo zijn er geschreven bronnen en ongeschreven bronnen.

Bij welk antwoord staan alleen maar ongeschreven bronnen?
A
schilderijen, oude kranten, boodschappenbriefje, oude foto's
B
kastelen, dagboeken, helmen en films
C
liefdesbrieven, standbeelden, zwaarden en graftombes
D
etensresten, ruïnes, gebruiksvoorwerpen en geluidsopnamen

Slide 4 - Quizvraag

Bronnen uit de historie zijn alleen geschreven bronnen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag


Is de afbeelding van de jagers- en verzamelaars?
timer
0:20
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 7 - Sleepvraag

Waar of niet waar? 
Sleep de zinnen naar de juiste plek.
Levenswijze van jagers en verzamelaars.
WAAR
NIET WAAR
Jagers-verzamelaars waren échte vleeseters.
Er waren weinig sociale verschillen tussen jagers en verzamelaars
Jagers en verzamelaars woonden niet op één plek.
Jagers en verzamelaars leefden in groepen tussen de 25 en 40 mensen.
De jagers-verzamelaars hadden geen taakverdeling.

Slide 8 - Sleepvraag

jagers en verzamelaars hebben geen
A
dieren
B
vaste woonplaats
C
kinderen
D
tenten

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de afbeelding die WEL bij irrigatielandbouw past in het rode vak. 

Slide 10 - Sleepvraag

Welke afbeelding hoort bij welke periode van de overstromingen in Egypte? 
Sleep ze naar de juiste afbeelding!
Uitleggen werking irrigatielandbouw langs de Nijl.
Oogsttijd
(gele periode)
Zaaitijd
(groene periode)
Overstromingstijd
(zwarte periode)

Slide 11 - Sleepvraag

Door irrigatielandbouw kon Egypte veel voedsel produceren.
Wat betekent irrigatielandbouw?
A
Dat je huizen op het land bouwt
B
Landbouw met behulp van kanaaltjes graven
C
Landbouw zonder gebruik van water
D
Landbouw door gebruik van dieren

Slide 12 - Quizvraag

Een revolutie is een grote verandering. Geef hieronder aan wat er veranderde door de landbouwrevolutie
Jagers en verzamelaars
Boeren
Hutten van gras
Woning van leem
Geen dieren
Huisdieren
Steeds verhuizen
Op één plek wonen
Veel jagen
Graan oogsten
Grote groep
Kleine groep

Slide 13 - Sleepvraag

Stelling;
De landbouwrevolutie was een snelle verandering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

wat is de landbouwrevolutie
A
uitvinden van landbouw werktuigen
B
overgang jagen-verzamelen naar landbouwsamenleving
C
oorlog door verschillen die ontstonden tussen boeren
D
oorlog om landbouwgrond

Slide 15 - Quizvraag

 Kies of het een gevolg of oorzaak van de landbouwrevolutie is.

Oorzaak van de landbouwrevolutie.
Gevolg van de landbouwrevolutie
Ze konden op een vaste plek blijven wonen
Het klimaat veranderde, het werd warmer en droger.
Er kwamen meer mensen op aarde.
De mensen begrepen de natuur steeds beter.
Er ontstonden dorpen, waar meer mensen bij elkaar woonden.
Er konden makkelijker besmettelijke ziektes verspreid worden.

Slide 16 - Sleepvraag



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 17 - Quizvraag

waarom worden piramides gebouwd?
A
Omdat de mensen in Egypte piramides mooi vinden.
B
Als graf voor belangrijke personen.
C
omdat men zo de de goden konden eren
D
omdat men zo hierin heel veel mensen tegelijk kon begraven

Slide 18 - Quizvraag

Piramides werden _ _ _ _ _ _ _ _ _ opengebroken en leeggeroofd
A
Soms
B
Bijna nooit
C
Vaak
D
Nooit

Slide 19 - Quizvraag

Waarom staan de piramides ten westen van de Nijl?
A
Betere grond voor de fundering
B
Eerste ten westen gebouwd en rest volgde voorbeeld
C
Daar bevindt zich de ingang van het dodenrijk

Slide 20 - Quizvraag

Welke taken had de farao in Egypte?
Taak van een farao
Geen taak van een farao
hij was de baas van het leger
 

Hij was de belangrijkste boer
Hij was de hoogste priester 
Hij was de hoogste rechter 
Hij was de belangrijkste uitvinder.

Slide 21 - Sleepvraag