Eindquiz H1 Jagers en Boeren

H1: jagers en Boeren
Quiz
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H1: jagers en Boeren
Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Middelen van bestaan zijn manieren om in leven te blijven.

Welke middelen van bestaan hadden de eerste mensen?
A
Wilde dieren en verzamelen
B
Jagers en boeren
C
Jagen en verzamelen
D
Boeren en verzamelaars

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer spreken we van historie?
A
Vanaf de dinosauriërs
B
Vanaf de jagers en verzamelaars
C
vanaf de geschreven bronnen
D
vanaf de Egyptenaren

Slide 3 - Quizvraag

Hoe groot waren de groepen jagers en verzamelaars?
A
10-15
B
25-40
C
40-60
D
60-100

Slide 4 - Quizvraag

De eerste boeren bleven ook nog jagen.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Homo sapiens zijn in Afrika 'ontstaan'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Dankzij de.........was Egypte een vruchtbaar land
A
Rijn
B
Nijl
C
Tigris
D
Eufraat

Slide 7 - Quizvraag

Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.

Slide 8 - Quizvraag

Waar begint de Nijl?
A
In Egypte
B
In Azië
C
In Afrika
D
In Europa

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een sjadoef?
A
Een waterschep om het water naar de slootjes te brengen.
B
Een emmer om water naar de slootjes te dragen.
C
Een systeem om het water te zuiveren.
D
Het irrigatiesysteem wordt zo genoemd.

Slide 10 - Quizvraag

Wie was de Egyptische god van de zon?
A
Anubis
B
Isis
C
Osiris
D
Amon-Re/Ra

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet de soort landbouw op het plaatje
A
Irritatielandbouw
B
Instroomlandbouw
C
Vrije landbouw
D
Irrigatielandbouw

Slide 12 - Quizvraag

Een archeoloog zoekt naar?
A
Ongeschreven bronnen
B
Geschreven bronnen
C
Historici

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor een soort bronnen hebben we uit de prehistorie?
A
Publieke bronnen
B
Geluidsbronnen
C
Geschreven bronnen
D
Ongeschreven bronnen

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn primaire bronnen?
A
Bronnen uit dezelfde tijd
B
Bronnen uit een latere tijd
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort bronnen zijn het meeste betrouwbaar?
A
Primaire bronnen
B
Secundaire bronnen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je de overgang van Jagers-verzamelaars naar boeren?
A
hiërarchische revolutie
B
nomadische revolutie
C
agrarische revolutie

Slide 17 - Quizvraag

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl vruchtbaar
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.

Slide 18 - Quizvraag



Wat was een gevolg van de irrigatielandbouw?
A
Groeiende bevolking door meer voedsel
B
Niet iedereen hoefde meer als boer te werken
C
Er ontstaat handel
D
Er ontstaan steden

Slide 19 - Quizvraag

Waarom staan de piramides ten westen van de Nijl?
A
Betere grond voor de fundering
B
Eerste ten westen gebouwd en rest volgde voorbeeld
C
Daar bevindt zich de ingang van het dodenrijk

Slide 20 - Quizvraag

Wie was de god/koning van het dodenrijk?
A
Horus
B
Amon
C
Osiris
D
Anubis

Slide 21 - Quizvraag

Piramides moesten het lichaam van farao's beschermen, zodat zij verder konden leven tussen de goden.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Alleen farao's werden gemummificeerd.
A
Waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Farao's werden begraven in
A
tempels
B
piramides
C
werden gecremeerd en de as werd in de Nijl gegooid
D
paleizen

Slide 24 - Quizvraag


In de piramide is de samenleving van het oude Egypte in vier groepen verdeeld. Deze verdeling laat de verschillen in rijkdom en aanzien zien.

Welke twee zinnen zijn juist?

A
Een ambachtsman hoort in groep 2, een hogepriester hoort in groep 3.
B
Groep 1 is maar één man: de farao. In groep 4 horen de boeren.
C
Een lage ambtenaar hoort in groep 3, een ambachtsman hoort in groep 4.
D
Een gewone priester hoort in groep 3, een hoge ambtenaar hoort in groep 2.

Slide 25 - Quizvraag

Waarom moesten de goden op de juiste manier vereerd worden?
A
Anders zou het slecht gaan met de Nijl
B
Anders zou het slecht gaan met de dieren van Egypte
C
Anders zou het slecht gaan met het volk van Egypte
D
Anders zou er geen slib meer achterblijven

Slide 26 - Quizvraag

Tijdens het Middenrijk en het Nieuwe Rijk werden farao's begraven in
A
de Deltavallei in piramides
B
het Dal der Koningen in piramides
C
de Deltavallei in Rotsgraven
D
het Dal der Koningen in rotsgraven

Slide 27 - Quizvraag

Waarom was de steen van Rosette Belangrijk?
A
Er stond een recept op voor Egyptisch eten
B
Er stond een tekst op in drie verschillende talen
C
De steen werd gevonden door Nederlanders
D
De steen laat zien hoe rijk de Egyptenaren waren

Slide 28 - Quizvraag