leermethodes

Leermethodes
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leermethodes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud

  • Welke leermethodes kun je gebruiken? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken je hersenen tijdens het leren?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke effectieve methodes gebruik je bij leren?
  •  Mindmaps
  • Aan jou zelf of iemand anders de theorie uitleggen
  • Visueel leren
  • Oefeningen maken en uitvoeren
  • Ezelbruggetjes maken
  • Blaadjesmethode bij woorden
  • Hardop overhoren of laten overhoren door iemand
  • Flashcards

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke methode gebruik jij voor het leren van een toets ?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

voorkennis activeren
Voorkennis is kennis die, bewust of onbewust, al aanwezig is in iemands geheugen. Het activeren van voorkennis  is een belangrijke eerste stap bij het aanleren van nieuwe leerstof. Daardoor wordt een persoon geholpen de nieuwe leerstof te koppelen aan wat hij al weet en zodoende zijn netwerk van kennis en vaardigheden uit te breiden en te verfijnen.
Voorkennis activeren
bewust/ onbewust aanwezig in brein
koppelt nieuwe leerstof met bestaande kennis
breid kennis en vaardigheden uit en te verfijnen

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis is kennis die, bewust of onbewust, al aanwezig is in iemands geheugen. Het activeren van voorkennis is een belangrijke eerste stap bij het aanleren van nieuwe leerstof. Daardoor wordt een persoon geholpen de nieuwe leerstof te koppelen aan wat hij al weet en zodoende zijn netwerk van kennis en vaardigheden uit te breiden en te verfijnen.
Cornell samenvatting

Slide 8 - Tekstslide

Het veld Notities
Je gebruikt dit veld om notities te maken tijdens het volgen van de les, het lezen van een boek of bij het bekijken van een video.

Je maakt hier aantekeningen en/of tekeningetjes, maar net wat voor jou duidelijk is.
Maak zo kort mogelijke notities.
Gebruik afkortingen.
Laat ruimte tussen de verschillende aantekeningen en punten, dat maakt het later overzichtelijker.
Noteer vragen die in je opkomen en/of dingen die je niet begrijpt.
Verwacht niet tijdens een les van alles notities te kunnen maken. Dat kun je niet bijhouden en je hebt altijd nog je boeken. Maak aantekeningen van datgene wat er voor jou uitspringt.

Het veld Belangrijke woorden
In de linkerkolom zet je belangrijke woorden uit de notities, die woorden die de kern van het verhaal pakken.
Dit kunnen sleutelwoorden zijn, belangrijke namen, plaatsen of datums, of bijvoorbeeld belangrijke begrippen. Noteer deze belangrijke woorden kort en krachtig.

Het veld De samenvatting
In het onderste veld zet je een korte samenvatting. Je kunt jezelf hierbij jezelf de volgende vraag stellen: wat zou je iemand vertellen om dit onderwerp duidelijk te maken?
Gebruik ion de samenvatting de sleutelwoorden en belangrijkste punten.
Doe dit binnen 24 uur nadat je de les hebt gehad of de notities hebt gemaakt. Dan zit alles nog fris in je hoofd. 
Mindmap
Op een mindmap schrijf je het onderwerp in het midden met daaromheen de benodigde informatie.
 Het is belangrijk om een mindmap overzichtelijk te houden. Om een mindmap overzichtelijk te houden kun je bijvoorbeeld enkele woorden markeren, of een paar afbeeldingen bij sommige woorden plakken die moeilijk te onthouden zijn. Een mindmap kun je zowel op een blaadje als op een computer maken. er zijn verschillende computerprogramma's. Voorbeelden hiervan zijn: Mindmeister en enfaqt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visueel leren
door het gebruik van filmpjes, activeer je verschillende stukjes in je hersenen. je ziet beeld en hoort geluid.  hierdoor gaan je hersenen actief 'opletten'.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Audio leren
hierdoor lees je de tekst en luister je automatisch mee waardoor weer de twee actieve delen in je hersenen 'aan' gaan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
onthoud zoveel mogelijk woorden in 1 minuut tijd.

boom     keuken    plakband
kip      markt     kerstmis
hond   vakantie  leerboek
jas    varken   peer
tafel    gloeilamp  paraplu
     appel   kunstbloemen    bakker

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
noteer nu zoveel mogelijk woorden in 2 minuten tijd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
onthoud zoveel mogelijk woorden  in 1 minuut tijd.

boek                 koptelefoon           schoen                stoplicht
ehbo doos      handtas                   bureaustoel      sjaal
laptop               schaap                     citroen                kersen
printer               lippenstift               vla
kussensloop   schilderij                 struik

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Noteer nu zoveel mogelijk woorden in 2 minuten tijd.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ezelbruggetjes
Een eenvoudig hulpmiddel om bepaalde dingen beter te onthouden is een ezelsbruggetje. 

Ezelsbruggetjes zijn erg handig voor namen/woorden die bijvoorbeeld moeilijk te onthouden zijn of talen.
je bedenkt zelf iets wat je makkelijk vind om  te onthouden ( een zin/naam/woord etc.) wanneer je hier aan denkt onthoud je sneller ook de originele woorden/plaatsen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het geheugenpaleis

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaadjes methode
Hoe werkt het?
Vouw een A4-vel in de lengte doormidden.
Noteer het hoofdstuk en over welke woordjes het gaat (dan kun je dit vel later bij een proefwerk nog een keer gebruiken).
Schrijf aan de linkerkant de gevraagde woordjes.
Schrijf dan aan de rechterkant de antwoorden.
Controleer de schrijfwijze nog een keer.
Vouw de antwoorden naar achteren en probeer de juiste vertaling op te schrijven.
Controleer je werk en noteer een plus of min (goed of fout).
Herhaal dit alleen voor de woordjes waar een min voor staat.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flashcards
hoe werkt het?
Schrijf op een kant woorden of begrippen en op de andere kant het juiste antwoord. 
Test jezelf door te overhoren en kijk welke kaartjes goed gaan en welke nog niet.
De woorden, begrippen of formules die op de flashcards staan en nog niet goed in het geheugen zitten worden in een ander bakje geplaatst dan de flashcards die al wel goed in het geheugen zitten. 
Het is wetenschappelijk meermaals bewezen dat het schrijven helpt om de stof beter te onthouden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhoren
Je kunt hierbij controleren of je de stof echt kent en het geeft je zelfvertrouwen als je alles goed weet. Ook leer je ervan als je iemand anders overhoort. Op deze manier hoor je het antwoord van een ander en moet je erover nadenken of het gegeven antwoord daadwerkelijk klopt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pomodorotechniek 
Timer zetten en telefoon aan de kant!
20/25 minuten geconcentreerd werken 
5 minuten pauze 
20/25 minuten geconcentreerd werken
5 minuten pauze
20/25 minuten geconcentreerd werken
Lange pauze 
gebruik een timer op je telefoon, of de website als pomodor.app  of de pomodor app.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies