§7.2 Krachten meten en tekenen

Vandaag

- Herhaling vorige les + checkvraag (5 min)
- Uitleg §7.2 (15 min)
- Huiswerk opgave  (30 min)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

- Herhaling vorige les + checkvraag (5 min)
- Uitleg §7.2 (15 min)
- Huiswerk opgave  (30 min)

Slide 1 - Tekstslide

H7 Krachten

§7.1 Krachten herkennen

Je kan een verschillende soorten krachten herkennen en je weet hoe deze werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Een kracht kun je zien
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Voor meer snelheid is een kracht nodig
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een stofzuiger werkt op elektrische kracht
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Een volleyballer blokt een bal: het belangrijkste effect is, de bal:
A
gaat sneller
B
gaat in een andere richting
C
vervormt

Slide 6 - Quizvraag

Je fietst van een heuvel. Het belangrijkste effect is, de fiets:
A
gaat sneller
B
gaat in een andere richting
C
vervormt

Slide 7 - Quizvraag

Krachten kunnen:
  • Een voorwerp laten versnellen of vertragen
  • Een voorwerp van richting laten veranderen
  • Een voorwerp van vorm veranderen

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken §7.1 

Nakijken van het huiswerk + vragen

Leerroute-⨀: 1 t/m 10, 12
Leerroute-✱: 1, 3, 5, 7, 9 t/m 15







timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel

§7.2 Krachten meten en tekenen

Je kan het aangrijpingspunt van een kracht bepalen en een kracht als vector in de juiste schaal weergeven

Slide 10 - Tekstslide

Krachten meten
De eenheid van kracht is Newton (N)

We meten krachten met een veerunster.

Slide 11 - Tekstslide

In de veerunster
verschillende soorten

Slide 12 - Tekstslide

Krachten tekenen

Een krachtpijl noem je een vector. 


Slide 13 - Tekstslide

Krachten tekenen
Drie eigenschappen belangrijk:

  • Het aangrijpingspunt: een punt van het voorwerp   waarop de kracht werkt. 
  • De richting: een kracht heeft altijd een richting. Werkt de   kracht naar links, naar rechts, boven of onder? 
  • De grootte: hoe groter de kracht des te groter de vector

Slide 14 - Tekstslide

Een krachtenpijl met schaal
Stap 2
Je zoekt de krachtenschaal op, of je maakt deze zelf. Zo weet je hoeveel centimeter je moet tekenen.
2
Stap 1
Je zoekt uit hoe groot de kracht is. Dit is gegeven in de vraag of je hebt dit berekend.
1
Stap 3
Je tekent de pijl, zo lang als deze moet zijn met de gegevens uit stap 1 en stap 2. Vergeet niet een einde (het puntige uiteinde) te maken om de richting van de kracht aan te geven. 
3

Slide 15 - Tekstslide

Krachten tekenen
Aangrijpingspunt, grootte en richting van een kracht teken je met een pijl. 

  • Het aangrijpingspunt is het begin van de pijl. 
  • De richting van de pijl is de richting van de kracht.
  • De lengte van de pijl geeft aan hoe groot de kracht is. Een grotere kracht teken je met een langere pijl. Bij de pijl zet je een letter F.

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van een kracht
Een krachtenpijl heeft altijd drie kenmerken:

-Een aangrijpingspunt

-Een richting

-Een grootte

Slide 17 - Tekstslide

krachten tekenen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag

Oefenen: Kies je eigen leerroute

Leerroute-⨀: 16 t/m 25

Leerroute-✱: 18, 19, 21 t/m 27







timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk 14 november

Oefenen: Kies je eigen leerroute

Leerroute-⨀: 16 t/m 25

Leerroute-✱: 18, 19, 21 t/m 27







timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

In welke figuur is Fz
goed getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 22 - Quizvraag

De volgende begrippen hebben te maken met krachten.
Wat past bij elkaar? Sleep de correcte betekenis naar de begrippen. 


meetinstrument
symbool eenheid
symbool grootheid
eenheid
grootheid
F
kracht
N
Newton
Veerunster

Slide 23 - Sleepvraag

84 N
5,6 N
0,77 N
2,75 N
0,82 N
97 N

Slide 24 - Sleepvraag

Huiswerk §7.2

Maak een keuze uit:

Leerroute-⨀: 16 t/m 25
Leerroute-✱: 18, 19, 21 t/m 27

Huiswerk inleveren via opdrachten op ELO:




Slide 25 - Tekstslide