MA 2.3 Rolpatronen

Wat gaan we doen?
Terugblik
Uitleg
Aan de slag!
Na deze les kun jij...
- vertellen wat een rolpatroon is.
- vertellen wat rolbevestigend gedrag is.
- vertellen wat gendernormen zijn.
- vertellen wat genderneutraal betekent.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
Terugblik
Uitleg
Aan de slag!
Na deze les kun jij...
- vertellen wat een rolpatroon is.
- vertellen wat rolbevestigend gedrag is.
- vertellen wat gendernormen zijn.
- vertellen wat genderneutraal betekent.

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
We kijken eerst even een filmpje.

Slide 2 - Tekstslide

Alle regels en gewoonten die je leert van je ouders, je leraren, je vrienden en de media, noem je...
A
Gedrag
B
Waarden
C
Normen
D
Socialisatie

Slide 3 - Quizvraag

Socialisatie: van wie leren we?
  • In het gezin
  • School
  • Vrienden
  • Sportclub
  • Werk
  • Media
  • Geloof
  • Overheid
socialisatie
Het aanleren van waarden, normen en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen.

Slide 4 - Tekstslide

Rolpatroon
Iedereen heeft verschillende rollen. Op school gedraag je je anders dan thuis, en bij je vrienden of bij je bijbaantje gedraag je je ook weer anders.
Rolpatroon = hoe iemand zich volgens anderen moet gedragen. Een serveerster moet bijvoorbeeld vriendelijk zijn tegen klanten, ook al heeft ze een rotbui.
Wat zou het rolpatroon van een docent (moeten) zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Rollen doorbreken
Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon, dan vertoon je rolbevestigend gedrag.
Roldoorbrekend gedrag = Gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht.

Kun je een voorbeeld geven van roldoorbrekend gedrag?

 

Slide 6 - Tekstslide

Rolbevestigend?

Slide 7 - Tekstslide

Gendernormen
De normen die bij een man of vrouw horen noemen we gendernormen.
Soms is dat niet fijn omdat je bijvoorbeeld als meisje ook graag gaat skaten en sommige jongens liever naar ballet gaan.

Slide 8 - Tekstslide

Gendernormen
Sinds de jaren ‘60 zijn gendernormen aan het veranderen:
Het verschil tussen typische jongens- en meisjesdingen verandert.
Genderneutraal = Als er helemaal geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen.

Slide 9 - Tekstslide

Transgender
Als iemand bijvoorbeeld een meisje is, maar zich vanbinnen meer als jongen voelt, dan spreken we over transgender.
 Omdat daar soms raar over wordt gedacht, kan dat voor deze persoon soms heel moeilijk zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Genderneutraal
Omdat niet iedereen in het hokje van ‘man’ of vrouw past, wordt daar steeds meer aan gedacht. We noemen dit genderneutraal denken.
Denk bijvoorbeeld aan de trein waarin reizigers niet meer met ‘Geachte heer of mevrouw’, maar met ‘Beste reiziger’, wordt aangesproken.

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Aan de slag!
Maken blz. 37, 38 en 39

Slide 14 - Tekstslide

Een rolpatroon is hoe iemand zich volgens anderen moet gedragen.
Deze uitspraak is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een rolpatroon?
A
Een huisarts vertelt zijn eigen problemen aan een patiënt.
B
Een bouwvakker huilt omdat hij met een hamer op zijn vinger heeft geslagen.
C
Een moeder zorgt thuis voor de kinderen.
D
Een bankdirecteur gaat in korte broek naar zijn werk.

Slide 16 - Quizvraag