Maatschappijleer - 2.2 een leven lang leren

Maatschappijleer
Jongeren
2.2 een leven lang leren
- hoe leren we?
- rolpatronen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer
Jongeren
2.2 een leven lang leren
- hoe leren we?
- rolpatronen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kan ik:
  • Uitleggen wat het begrip socialisatie betekend;
  • Uitleggen op welke vier manieren jij leert;
  • Uitleggen van wie jij dingen leert (socialiseert);
  • Uitleggen wat het begrip Sociale Controle inhoudt;
  • Uitleggen welke invloed Sociale Controle op jou heeft.
  • Uitleggen wat rolpatronen zijn en hoe deze doorbroken kunnen worden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij als ontbijt?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Socialisatie
  • Het bewust of onbewust aanleren van een normen, waarden, gewoontes die bij jou groep of samenleving horen.
  • Veelal gelijk met mensen uit jouw omgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leren we?
  • Imitatie
  • Informatie
  • Ervaringen
  • Experimenteren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie
Experimenteren
Imitatie
Ervaringen

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle regels en gewoonten die je leert van je ouders, je leraren, je vrienden en de media, noem je...
A
Gedrag
B
Waarden
C
Normen
D
Socialisatie

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale Controle
  • Jouw omgeving let op jou
  • Opdracht schoolregels
    1. lees uitgedeelde schoolregels.
    2. Kleur groen de regels die je goed vindt
    3. Kleur rood de regels die je niet goed vindt
    4. Bespreken.


timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Zet goed en fout op bord;

bespreek vervolgens de sancties
Rolpatroon
Iedereen heeft verschillende rollen. Op school gedraag je je anders dan thuis, en bij je vrienden of bij je bijbaantje gedraag je je ook weer anders.

 
Rolpatroon = hoe iemand zich volgens anderen moet gedragen. 

Een serveerster moet bijvoorbeeld vriendelijk zijn tegen klanten, ook al heeft ze een rotbui.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou het rolpatroon van een leerling (moeten) zijn?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou het rolpatroon van een docent (moeten) zijn?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rollen doorbreken
Wanneer je je gedraagt volgens een rolpatroon, dan vertoon je rolbevestigend gedrag.

Roldoorbrekend gedrag = Gedrag dat je niet direct bij iemands rol verwacht.



 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je een voorbeeld geven van roldoorbrekend gedrag?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rolbevestigend?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van rolbevestigend gedrag voor jongens?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van rolbevestigend gedrag voor meisjes?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gendernormen
De normen die bij een man of vrouw horen noemen we gendernormen.

Soms is dat niet fijn omdat je bijvoorbeeld als meisje ook graag gaat skaten en sommige jongens liever naar ballet gaan.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gendernormen
Sinds de jaren ‘60 zijn gendernormen aan het veranderen:
Het verschil tussen typische jongens- en meisjesdingen verandert.

Genderneutraal = Als er helemaal geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen vrouwen en mannen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genderneutraal
Omdat niet iedereen in het hokje van ‘man’ of 'vrouw' past, wordt daar steeds meer aan gedacht. We noemen dit genderneutraal.

 
Denk bijvoorbeeld aan de trein waarin reizigers niet meer met ‘Geachte heer of mevrouw’, maar met ‘Beste reiziger’, wordt aangesproken.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zou er meer genderneutraal moeten zijn?
Ja
Nee

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Transgender
Als iemand bijvoorbeeld een meisje is, maar zich vanbinnen meer als jongen voelt, dan spreken we over transgender.
 Omdat daar soms raar over wordt gedacht, kan dat voor deze persoon soms heel moeilijk zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werkboek
Maken 2.2 blz. 20 opdracht 1, 2, 5 en 6 .

Online maak je  2.2  opdracht 1 tot en met 6.

Klaar? docent legt PO rolpatronen uit. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies