Vakgericht Lezen 2F - veehouderij - 'Dartelen met Sterren'

Nederlands - Lezen 2F

Vakgericht Lezen
tekst: 'Dartelen met sterren'
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Lezen 2F

Vakgericht Lezen
tekst: 'Dartelen met sterren'

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Lezen

  • Ik kan een vakgerichte tekst over veehouderij begrijpen op examenniveau (2F).


 

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg

Je leest gezamenlijk de tekst.


Je maakt individueel de meerkeuzevragen.


Je bespreekt gezamenlijk de  antwoorden.  

Slide 3 - Tekstslide

Tekst verkennen 1

Lees de tekst 'Dartelen met sterren' verkennend:

  • kijk naar de titel
  • kijk naar de afbeeldingen
  • lees de inleiding
  • lees de tussenkopjes




Slide 4 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

2. Wat weet je al van het onderwerp van de tekst?
Noem minstens twee dingen.

Slide 6 - Open vraag

Tekst verkennen 2

Je wilt nu de tekstsoort weten. 


Kijk nog eens over de tekst heen.




Slide 7 - Tekstslide

3. Wat is de tekstsoort van deze tekst?
A
artikel
B
interview
C
nieuwsbericht
D
stripverhaal

Slide 8 - Quizvraag

4. Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen / betogen
D
overhalen / activeren

Slide 9 - Quizvraag

Samen lezen

Lees gezamenlijkt de tekst 'Dartelen met sterren'



Slide 10 - Tekstslide

5. Wat is de functie van de inleiding?
A
aanleiding noemen
B
mening geven
C
samenvatting geven
D
vraag stellen

Slide 11 - Quizvraag

6. Hoeveel alinea's heeft deze tekst?
A
4
B
6
C
7
D
8

Slide 12 - Quizvraag

7. Van welke organisatie komt het Beter Leven keurmerk (alinea 2)?
A
Annechien
B
De Dartelstal
C
Dierenbescherming
D
Engelse supermarkt

Slide 13 - Quizvraag

8. Hoeveel sterren krijgt het vlees dat afkomstig is van de varkens uit De Dartelstal (alinea 2)?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

9. Naar wie verwijst 'Ze' in alinea 3, regel 34?
A
Annechien
B
de interviewer
C
de varkens
D
de twee sterren

Slide 15 - Quizvraag

10. Waarvan geniet Annechien zichtbaar (alinea 3)?
A
dat de zeugen dik in het stro en in groepen leven
B
dat er veel meer dieren per vierkante kunnen leven
C
dat het niet gemakkelijk is over te stappen
D
dat haar Dartelstal twee sterren heeft

Slide 16 - Quizvraag

11. Wat is altijd het doel geweest van Annechien (alinea 4)?
A
varkenshouderij goedkoper maken
B
voorzitter worden van de vakgroep varkenshouders
C
varkenshouderij diervriendelijker maken
D
voorzitter worden van de dierenbescherming

Slide 17 - Quizvraag

12. Wat was tien jaar geleden de bijbaan van Annechien (alinea 4)?
A
boerin
B
directeur familiebedrijf
C
voorzitter vakgroep varkenshouderij LTO Nederland
D
voorzitter varkenshouders

Slide 18 - Quizvraag

15. Wat is het uitgangspunt van 'Varkens in Comfortclass' (alinea 4)?
A
stal moet open zijn
B
stal moet voldoen aan basisbehoeften varken
C
stal moet genoeg ruimte bieden
D
varkens moeten kunnen wroeten

Slide 19 - Quizvraag

16. Wat is het signaalwoord in regel 55?
A
gebruikelijk
B
per
C
maar
D
het

Slide 20 - Quizvraag

17. Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'maar' (regel 55)?
A
doel - middel
B
reden
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 21 - Quizvraag

18. Wat is het deelonderwerp van alinea 7?
A
Annechien
B
biggetjes
C
spannende periode
D
marketing

Slide 22 - Quizvraag

19. Wat betekent ongeveer hetzelfde als 'Dat klinkt al een open deur' (regel 85)?
A
dat klinkt als iets dat logisch is
B
dat klinkt als iets vreemds
C
dat klinkt als een leugen
D
dat klinkt fantastisch

Slide 23 - Quizvraag

20. Op welke vraag geeft alinea 6 antwoord?
A
Waar?
B
Wat?
C
Wanneer?
D
Wie?

Slide 24 - Quizvraag

21. regel 89: 'Voor de boerin en haar familie is het afwachten.' Waarom?
A
omdat ze niet weten of de varkens de stal prettig vinden
B
omdat het succes helemaal afhangt van de consument
C
omdat ze intussen keihard moeten blijven werken
D
omdat het een spannende periode is

Slide 25 - Quizvraag

22. Wat is de functie van het slot?
A
advies geven
B
conclusie
C
samenvatting
D
vooruitblik

Slide 26 - Quizvraag

23. Wat is de hoofdgedachte van de tekst 'Dartelen met sterren'?
A
De consument moet minder vlees eten.
B
De supermarkten willen diervriendelijker vlees verkopen.
C
De Dartelstal is een diervriendelijke kinderboerderij met varkens.
D
Een varkensbedrijf is overgestapt naar een nieuwe, diervriendelijke stal voor varkens

Slide 27 - Quizvraag

Terugkijken
Hoe goed begreep je de tekst?
A
was te moeilijk
B
matig te begrijpen
C
voldoende te begrijpen
D
goed te begrijpen

Slide 28 - Quizvraag

Terugkijken
Hoe gemakkelijk of moeilijk vond je de vragen?
A
te moeilijk
B
best pittig
C
ging wel
D
gemakkelijk

Slide 29 - Quizvraag

2. Wat heb je geleerd over begrijpend lezen?

Slide 30 - Open vraag

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.


Goed gewerkt!

Slide 31 - Tekstslide