NM H2 §4 De stad verandert

§4 De stad veranderende stad
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4 De stad veranderende stad

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling §3
- Uitleg §4
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een forens?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn vertrekredenen? En noem een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent mobiliteit?
A
Redenen waarom je naar een gebied gaat
B
Hoe makkelijk je ergens kan komen
C
Dat heeft te maken met een mobiele telefoon
D
De mogelijkheid die mensen hebben om zich te verplaatsen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

gezamenlijk lezen paragraaf 4 

Slide 7 - Tekstslide

1: Hoe verandert het aantal mensen?

2: Hoe verandert de samenstelling van de bevolking? 

Slide 8 - Tekstslide

1. Het aantal mensen verandert
Het aantal mensen dat in een gebied woont, verandert door vier factoren, namelijk: 
  1. geboorte 
  2. sterfte
  3. immigratie
  4. emigratie

Slide 9 - Tekstslide

1. Geboorte zorgt ervoor dat er meer mensen erbij komen. 
  1. Geboortecijfer = het aantal geboren baby's in een jaar per duizend inwoners.

Slide 10 - Tekstslide

   2. De sterfte zorgt ervoor dat de bevolking kleiner wordt.

Sterftecijfer = geeft het aantal overleden personen in een gebied per jaar, per duizend inwoners weer.
             
            De geboorte - de sterfte = de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 11 - Tekstslide

   3. Mensen die zich in een land vestigen (immigranten). 

Slide 12 - Tekstslide

.
.

geboortecijfer          8                     -                               sterftecijfer    3  =
                                      natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 13 - Tekstslide

   4. Emigranten gaan weg uit een land, zij vertrekken.
- Het verschil tussen emigratie of immigratie bepaalt of de bevolking groeit of krimpt. 
- Als er meer immigranten zijn dan emigranten, is er een vestigingsoverschot.
- Als er meer emigranten zijn dan immigranten, is een
vertrekoverschot.

             De immigratie - emigratie = sociale bevolkingsgroei.

Slide 14 - Tekstslide

Vestigingsoverschot:
Er komen meer mensen naar een gebied dan dat er weggaan.
Vertekoverschot:
Er gaan meer mensen weg uit een gebied dan dat er in komen.
sociale bevolkingsgroei

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf in je eigen woorden wat het verschil is tussen natuurlijke- en sociale bevolkingsgroei
timer
2:00

Slide 16 - Open vraag


2: Hoe verandert de samenstelling van de bevolking? 

Slide 17 - Tekstslide

De samenstelling van de bevolking verandert
De bevolking van de steden verandert. Mensen worden ouder, er worden kinderen geboren en er zijn mensen die zich vestigen of die vertrekken.

  • 1. Er worden minder kinderen geboren dan vroeger. Het aandeel kinderen in de totale bevolking wordt daardoor kleiner, het aantal ouderen groter!
  • 2. In kleine dorpen ver van de steden trekken jongeren weg. De mensen die achterblijven zijn vaak oud of laagopgeleid.             Bijv. Zeeland of Limburg.
  • 3. Er komen meer mensen in de steden wonen, voornamelijk mensen uit het buitenland. Gevolg: veel verschillende culturen in de steden.

Slide 18 - Tekstslide

 1. Samenstelling bevolking verandert

Minder kinderen worden geboren, er komen meer ouderen.



Slide 19 - Tekstslide

2. Samenstelling bevolking verandert

Jongeren vertrekken vaak naar grotere steden om te studeren, ouderen blijven achter.

Slide 20 - Tekstslide

3. Samenstelling bevolking verandert

Buitenlandse gezinnen zijn vaak groter waardoor er meer mensen met andere culturen in steden te vinden zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Welk probleem zal er ontstaan als er steeds meer ouderen en minder jongeren zijn?

Slide 22 - Open vraag

- Welk diagram zie je hier?

- Welke 'gegevens' geeft dit diagram?

- Hoeveel procent van de inwoners in Amsterdam is Niet-westers?

- Hoeveel procent van Nederland is niet-westers?

-  Geef voor dit verschil een verklaring.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdracht: 1,2,3,5,6,7

Slide 24 - Tekstslide